•
Bij uitvoering "26,5"-banden": het aggregaat tot op de maat X+150 mm neerlaten.
•
Bij uitvoering "30,5"-banden": het aggregaat tot op de maat X+130 mm neerlaten.
•
De afsluitkraan (5) sluiten.
De hendel wijst in de leidingrichting naar links.
o
De functie "Dissel omhoog/omlaag" (geel 2) bedienen tot het frame van de machine parallel
aan de bodem is uitgelijnd.
De maximale voertuighoogte meten.
•
Desgewenst de voertuighoogte op de maximaal toelaatbare voertuighoogte van 4 m
neerlaten. Hiervoor de boven beschreven procedure herhalen.
•
De afsluitkranen (1) tot (4) sluiten.
De hendels van alle afsluitkranen (1) tot (4) staan in een rechte hoek op de richting van
o
de leiding.
1
4
Afb. 31
Om het aggregaat tegen ongewenst bedienen te beveiligen de hendels van de afsluitkranen (1)
tot (4) tegen verdraaien beveiligen.
•
De hendels van de afsluitkranen (1) tot (4) demonteren.
•
Het tussenplaatje (6) zo op het vierkant (5) verdraaien dat de hendels niet meer bediend
kunnen worden.
•
De hendels in de richting van de inkeping aan het vierkant (5) monteren.
Eerste ingebruikneming
2
3
6
5
TX000 040_2
69