Afb. 36
Om het aggregaat tegen ongewenst bedienen te beveiligen de hendel van de drie afsluitkranen
(1) tot (3) tegen verdraaien beveiligen.
•
De hendels van de afsluitkranen (1) tot (3) demonteren.
•
Het tussenplaatje (8) zo op het vierkant (9) verdraaien dat de hendels niet meer bediend
kunnen worden.
•
De hendels in richting van de inkeping op het vierkant (9) monteren.
8.7.2
Hydraulische circuit van het aggregaat ontluchten
WAARSCHUWING! Ongevalgevaar door functiebeperking van de reminstallatie
Lucht in het hydraulische circuit van het aggregaat heeft functiebeperkingen van de
reminstallatie tot gevolg en brengt de verkeersveiligheid in gevaar.
De regeling van de remkracht is alleen gegarandeerd wanneer
•
de rijhoogte correct is ingesteld.
•
het hydraulische systeem is ontlucht.
Let op
Uitstromende hydraulische olie in geschikte bak opvangen en volgens de voorschriften
afvoeren.
Afb. 37
De leidingen voor automatische lastafhankelijke remkracht-regelinrichting (ALB) (1) zitten
tussen de achterste as en het persluchtreservoir.
•
De beschermkappen (2) lostrekken.
•
Telkens een transparant slangstuk vaststeken.
•
De ontluchtingsschroeven (3) losdraaien.
•
Zodra hydraulische olie zonder belletjes uitstroomt, de ontluchtingsschroeven (3) sluiten.
•
De doorzichtige slangstukken lostrekken.
•
De beschermkap erop steken.
1
3
2
Eerste ingebruikneming
9
8
ZX400116_1
75