19.2.1
Hoofdaandrijfketting
Hoofdaandrijfketting spannen
Afb. 142
De spanveer (1) voor de hoofdaandrijfketting (2) bevindt zich achter de linker wielafdekking.
In de fabriek is de spleet tussen de aanslagen (3) op x = 20 mm ingesteld en de positieschijf (7)
bevindt zich bij de MAX-markering (8).
Wanneer de hoofdaandrijfketting (2) langer wordt en de positieschijf (7) de MIN-markering (9)
heeft bereikt, moet de spanveer worden nagespannen:
•
Het voorste deksel (4) van de linker wielafdekking demonteren.
•
De contramoer (6) losdraaien.
•
De schroef (5) indraaien tot de positieschijf (7) de MAX-makering (8) heeft bereikt.
•
De contramoer (6) weer vastdraaien.
•
Het voorste deksel (4) van de linker wielafdekking monteren.
Wanneer de hoofdaandrijfketting (2) via de schroef (5) van de kettingspanner niet meer kan
worden nagespannen en gelijktijdig de positieschijf (7) de MIN-markering (9) onderschrijdt,
moeten 2 schakels uit de aandrijfketting (2) worden verwijderd, zie hoofdstuk Onderhoud -
Transmissie "Schakels uit de hoofdaandrijfketting verwijderen".
Onderhoud - transmissie
TX000034_2
207