Uitgebreide bewerkingen
96
3. Als u een golflengte wilt wijzigen, drukt u op een van de
"λx:"-toetsen. Voer de gewenste golflengtecoëfficiënt in met het
numerieke toetsenpaneel.
Druk op OK om de invoer te bevestigen.
4. Als u een coëfficiënt wilt wijzigen, drukt u op een van de
"K
:"-toetsen. Voer de gewenste coëfficiënt in met het
X
numerieke toetsenpaneel.
Druk op OK om de invoer te bevestigen.
Opmerking: Met het instrument kunnen maximaal 5 cijfers worden
ingevoerd, met een maximum van 4 cijfers achter het decimaalteken.
Concentratiefactor:
1. Druk op Concentratie-resolutie: Uit in het menu Opties. Druk
op Aan om deze functie te selecteren.
2. Druk op de toets Factor om de factor in te voeren waarmee de
absorptiemeetwaarden moeten worden vermenigvuldigd. Druk
op de toets Eenheid om de eenheden te kiezen voor
concentratiemetingen of een nieuwe eenheid toe te voegen.
3. Druk op OK om de invoer te bevestigen.
Concentratie-resolutie:
1. Druk op Concentratie-resolutie in het menu Opties.
2. Kies de resolutie en druk vervolgens op OK om uw keuze te
bevestigen.