Download Print deze pagina

Advertenties

DOC022.52.00654
DR 5000
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Januari 2008, uitgave 3
© Hach-Lange GmbH, 2007–2008. Alle rechten voorbehouden. Gedrukt in Duitsland.

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor HACH LANGE DR 5000

  • Pagina 1 DOC022.52.00654 DR 5000 GEBRUIKERSHANDLEIDING Januari 2008, uitgave 3 © Hach-Lange GmbH, 2007–2008. Alle rechten voorbehouden. Gedrukt in Duitsland.
  • Pagina 3 Inhoud Hoofdstuk 1 Specificaties ............................. 7 Hoofdstuk 2 Algemene informatie ........................9 2.1 Veiligheidsinformatie ............................9 2.1.1 Gebruik van gevareninformatie ......................... 9 2.1.2 Waarschuwingsetiketten ........................... 9 2.1.3 Klasse 1 LASER ............................. 10 2.1.4 Chemische en biologische veiligheid ...................... 10 2.1.5 Veiligheid Bronlamp ..........................10 2.2 Overzicht van product ............................
  • Pagina 4 Inhoud 5.4 Opgeslagen Programma's ..........................42 5.4.1 Een opgeslagen test/methode kiezen; de gebruikersspecifieke basisgegevens invoeren ..... 42 5.4.2 Opties voor opgeslagen programma's ....................42 5.4.3 Gebruik van programmatimers ....................... 44 5.4.4 De meetmodus instellen ......................... 44 5.4.4.1 Meten bij één golflengte (enkele meting) ..................45 5.4.4.2 Meten bij één golflengte (continue metingen) ................
  • Pagina 5 Inhoud 6.2 Favoriete programma's ............................ 85 6.2.1 Een favoriet programma laden ........................ 85 6.2.2 Een favoriet programma verwijderen ...................... 85 6.3 Standaardadditie – resultaten bewaken/controleren ..................86 6.3.1 Een standaardadditie uitvoeren ......................87 6.4 Eén golflengte (absorptie-, concentratie- en transmissiemetingen) ..............91 6.4.1 Modus Eén golflengte instellen .......................
  • Pagina 6 Inhoud Hoofdstuk 8 Problemen oplossen ........................133 Hoofdstuk 9 Reservedelen ..........................135 Hoofdstuk 10 Contactinformatie ........................137 Hoofdstuk 11 Garantie, aansprakelijkheid en klachten .................. 139 Index ..................................141...
  • Pagina 7 Hoofdstuk 1 Specificaties Wijzigingen voorbehouden. Specificaties prestaties Bedieningsmodus Transmissiecoëfficiënt (%), absorptie en concentratie Bronlamp Met gas gevulde wolfraam- (zichtbaar) en deuterium-lamp (UV) Golflengtebereik 190–1100 nm Nauwkeurigheid golflengte ± 1 nm (golflengtebereik 200–900 nm) Reproduceerbaarheid golflengte < 0.1 nm Resolutie golflengte 0.1 nm Golflengtekalibratie Automatisch...
  • Pagina 8 Specificaties...
  • Pagina 9 Hoofdstuk 2 Algemene informatie 2.1 Veiligheidsinformatie Lees de gehele gebruiksaanwijzing door alvorens dit instrument uit te pakken, in te stellen of te gebruiken. Besteed speciaal aandacht aan alle waarschuwingen voor gevaren en aan de vermelde voorzorgsmaatregelen. Wanneer u dit nalaat, kan dit leiden tot ernstig letsel, of beschadigingen aan het instrument.
  • Pagina 10 Algemene informatie Dit pictogram geeft aan dat het instrument een klasse 1 LASER bevat. Klasse 1 LASER Gegevens: 0,3 mW; λ = 650 nm 2.1.3 Klasse 1 LASER Dit instrument bevat een klasse 1 LASER. Klasse 1 LASERS zijn producten waarvan de beschikbare stralingsenergiestroom van de Laserstraal (de beschikbare emissie) altijd lager is dan de waarde van de maximaal toelaatbare blootstelling.
  • Pagina 11 Modus één Golflengte, Modus meerdere golflengtes, Modus Golflengtescan en Modus Tijdcurve. De DR 5000 wordt gebruikt voor testen met zichtbare en ultraviolette golflengtes. Een met gas gevulde wolfraamlamp produceert licht in het zichtbare spectrum (320 tot 1100 nm) en een deuterium-lamp produceert licht in het ultraviolette spectrum (190 tot 360 nm).
  • Pagina 12 Algemene informatie...
  • Pagina 13 Gevaar van elektrische schokken en brandgevaar. Gebruik uitsluitend de meegeleverde voeding. Alleen bevoegd personeel mag de in dit deel van de handleiding beschreven taken uitvoeren. 3.1 Het instrument uitpakken De verpakking van de DR 5000 spectrofotometer bevat de volgende items: • DR 5000 spectrofotometer •...
  • Pagina 14 Installatie 3.3 Aansluitingen De DR 5000 heeft standaard drie USB-poorten, die zich aan de achterkant van het instrument bevinden (Afbeelding De USB-poort van het type A wordt gebruikt voor communicatie met een printer, een USB-geheugenstick of een toetsenbord. Er wordt een USB-geheugenstick gebruikt om de software van het instrument te upgraden.
  • Pagina 15 (optioneel) Afbeelding 2 Meetschachten Meetschacht Meetschacht voor 13 mm ronde kuvetten De DR 5000 Spectrofotometer is uitgerust met een adapter voor meerdere kuvetten, (Afbeelding 3 op pagina 16), die de standaard adapter is en bij ieder instrument wordt geleverd. De adapters voor meerdere kuvetten kunnen de volgende types kuvetten bevatten: •...
  • Pagina 16 Installatie Afbeelding 3 Adapter voor meerdere kuvetten (boven- en onderkant) 10 mm rechthoekige kuvet 1“ ronde kuvet 20 mm rechthoekige kuvet 1“ rechthoekige kuvet 50 mm rechthoekige kuvet 3.4.1 100 mm adapter (optioneel) Afbeelding 4 100 mm kuvettenadapter 100 mm rechthoekige kuvet...
  • Pagina 17 Installatie 3.4.2 Plaatsing adapter voor meerdere kuvetten Samenstellen adapter voor meerdere kuvetten: 1. Open het kuvetvakje. 2. Bepaal de juiste opening voor het gekozen type kuvet in de adapter voor meerdere kuvetten. 3. Plaats de adapter voor meerdere kuvetten in het doorvoor bestemde compartiment, zodat de naam van de gekozen kuvet meteen kan worden gelezen en de celopening naar de voorkant wijst.
  • Pagina 18 Installatie 3.5 Lichtweg Afbeelding 6 toont de schematische weergave van de lichtweg van de DR 5000: Afbeelding 6 Lichtweg Deuterium-lamp 10 Uitgangsopening Spiegel keuze lamp 11 Meetschacht Wolfraam-lamp 12 Lens Spiegel 13 Meetschacht round ronde kuvet Rooster 14 Meetelement Referentieelement...
  • Pagina 19 Hoofdstuk 4 Starten 4.1 Het instrument aan- en uitzetten 1. Sluit het instrument aan op de stroomvoorziening. 2. Sluit de meetschacht. 3. Zet het instrument aan door op de aan/uit-schakelaar aan de achterkant te drukken. Opmerking: Zet het instrument niet snel achter elkaar uit en aan. Wacht altijd ongeveer 20 seconden voordat u het instrument weer inschakelt, anders worden de elektronische en mechanische systemen beschadigd.
  • Pagina 20 Starten...
  • Pagina 21 Hoofdstuk 5 Standaardbewerkingen 5.1 Overzicht 5.1.1 Tips voor gebruik van het touchscreen Het volledige scherm is drukgevoelig. U kunt een keuze maken door het scherm aan te raken met uw nagel, uw vingertop of het gummetje aan de achterkant van een potlood. Raak het scherm niet aan met scherpe voorwerpen, zoals de punt van een balpen.
  • Pagina 22 Opgeslagen programma's zijn voorgeprogrammeerde methoden die gebruikmaken van Opgeslagen reagentia van HACH en kuvetten- en pipettentests van LANGE. Programma's De procedurehandleiding van de DR 5000 bevat geïllustreerde stapsgewijze procedures voor (HACH LANGE analyses met HACH-programma's. De werkprocedures voor LANGE-tests zijn meegeleverd met Programma's) de testpakketten.
  • Pagina 23 13 mm rondkuvet adapter is gebruikt. Als het instrument een Sipper module of een Peltier module herkent, wordt de toets Opties carrousel vervangen door Opties Sipper of Opties Peltier. Optioneel modules voor de DR 5000: • Carrousel module (Wisselaar monsters) •...
  • Pagina 24 Standaardbewerkingen 5. Het display geeft dan de gekozen gebruikers-ID weer. 6. Druk op OK. Het instrument geeft opnieuw het scherm Instrument-setup weer en toont daarin de geselecteerde gebruikers-ID. 7. De gekozen gebruikers-ID wordt geactiveerd. Opmerking: Druk op Wissen om een gebruikers-ID te verwijderen uit de lijst.
  • Pagina 25 Standaardbewerkingen 5. Om de monster-ID's opeenvolgend te nummeren (bijv. Toevoer (01 etc.)), kiest u Nummer toevoegen. • Gebruik de pijltoetsen om het eerste nummer van de reeks op te geven. • Gebruik de toets tussen de pijltoetsen om het eerste nummer van de reeks in te voeren met behulp van het alfanumerieke toetsenpaneel.
  • Pagina 26 Standaardbewerkingen 5.2.3 Datum en tijd 1. Druk op Datum & Tijd in het menu Instrument-setup. 2. De datum en tijd worden verdeeld over een aantal velden. Druk op het desbetreffende veld en wijzig de waarde met de pijltoetsen. 3. Druk op OK om de invoer te bevestigen. Het instrument geeft opnieuw het menu Instrument-setup weer.
  • Pagina 27 Standaardbewerkingen 5.2.5 Lamp Control De wolfraamlamp produceert licht in het golflengtespectrum 320 tot 1100 nm. De deuterium-lamp (UV-lamp) produceert licht in het ultraviolette spectrum 190 tot 360 nm. In de overlappende zone van 320 tot 360 nm, kunnen zowel de deuterium-lamp (UV-lamp) als de wolfraam-lamp voor metingen worden gebruikt.
  • Pagina 28 Standaardbewerkingen 7. Druk op de toets UV-toets om de waarde voor de golflengte te kiezen, liggend tussen 320 nm en 360 nm, waarbij het instrument van het zichtbare licht naar het UV-licht schakelt. 8. Gebruik het alfanumerieke toetsenbord om de maximale golflengte voor de UV-operatie in te voeren.
  • Pagina 29 Tabel 3 USB-connector USB-poorten Omschrijving Deze USB-poort is uitsluitend bedoeld voor de aansluiting van de DR 5000 op een PC (waarop USB (type B) HACH Data Trans is geïnstalleerd). Op deze USB-poort kan een printer, een USB-geheugenstick , een barcodescanner en een USB (type A) toetsenbord worden aangesloten.
  • Pagina 30 Standaardbewerkingen Instelling Printer: • Resolutie: druck kwaliteit • Papier: papierformaat Opmerking: Wanneer een optionele thermische printer is aangesloten, is ook de functie "Auto Send" aan/uit beschikbaar. 4. Selecteer Autom. verzenden: Aan om alle meetwaarden automatisch naar de thermische printer te versturen. Opmerking: De optie Auto-Send is niet beschikbaar voor alle andere printersoorten (bijvoorbeeld ink-jet printers).
  • Pagina 31 Standaardbewerkingen 7. Druk op Papier om het papierformaat te kiezen. U kunt kiezen uit • Letter • Legal • Executive • 8. Druk op OK om de invoer te bevestigen. Opmerking: Druk opnieuw op OK om terug te keren in het menu PC &...
  • Pagina 32 Standaardbewerkingen 4. Selecteer om alle gemeten gegevens Autom. verzenden: Aan automatisch naar de pc te versturen. Opmerking: Wanneer Autom. verzenden: Uit is geselecteerd, moet de toets "PC & Printer" ingedrukt worden om gegevens naar de pc te versturen. Opmerking: De afstandsbedieningsfunctie dient alleen voor het bewaken van de gegevensoverdracht.
  • Pagina 33 Standaardbewerkingen 4. Druk op Lijst veiligheid om verschillende functies te vergrendelen voor onbevoegde gebruikers. 5. Selecteer de functies die u wilt beveiligen. 6. Druk op OK om de Lijst veiligheid te bevestigen en terug te keren in het menu Wachtwoord. 7.
  • Pagina 34 Standaardbewerkingen 3. Druk op Uit om de instellingen van de Lijst veiligheid uit te schakelen. 4. Druk op OK om terug te keren in het scherm Instrument-setup. Opmerking: Gebruik deze functie om het huidige wachtwoord te verwijderen of een nieuw wachtwoord in te voeren.
  • Pagina 35 Standaardbewerkingen 5.3 Gegevens opslaan, laden, verzenden en verwijderen 5.3.1 De datalogger De datalogger kan tot 1000 meetwaarden opslaan die afkomstig zijn uit de volgende modi: Opgeslagen Programma's, Gebruikersprogramma's, Favoriete programma's, Eén golflengte en Meerdere golflengtes. Er wordt een volledig rapport van de analyse opgeslagen inclusief datum, tijd, resultaten, monster-ID en gebruikers-ID.
  • Pagina 36 Standaardbewerkingen 4. Met de functie Filterinstellingen kunt u specifieke items zoeken. 5. Kies Aan om de filters in te schakelen en gegevens te filteren • Monster-ID • Gebruikers-ID • Startdatum • Parameter of een combinatie van deze kenmerken. 6. Druk op OK om de selectie te bevestigen. De geselecteerde items worden in een lijst weergegeven.
  • Pagina 37 Standaardbewerkingen 5.3.1.3 Gegevens vanuit de datalogger verzenden Gegevens worden vanuit de datalogger verzonden als CSV-bestanden (Comma Separated Value, bestanden met komma's als lijstscheidingsteken) naar een bestand met de naam DATALOG op een USB-geheugenstick. Het bestand kan vervolgens worden verwerkt met een spreadsheet-programma. De bestandsnaam heeft de indeling: DLJaar_Maand_Dag_Uur_Minuut_Seconde.
  • Pagina 38 Standaardbewerkingen 5.3.2 Store, recall, send and delete data from wavelength scan and time course The instrument can store 20 Wavelength Scans and 20 Time Course Data sets.The data can be stored manually at the user's discretion after viewing the data. 5.3.2.1 Gegevens van golflengtescans of tijdcurve opslaan 1.
  • Pagina 39 Standaardbewerkingen 2. Druk op Grafiek om details te bekijken. Opmerking: Druk op Bekijken Samenvat. om terug te keren in de lijst Gegevens laden. 3. Druk op Tabel om details te bekijken. Opmerking: Druk op Bekijken Samenvat. om terug te keren in de lijst Gegevens laden.
  • Pagina 40 Standaardbewerkingen • Als een printer is aangesloten, kunt u aangeven hoe de gegevens naar de printer verzonden moeten worden (grafiek, tabel of beide). • Als een USB-geheugenstick is aangesloten, worden bestanden automatisch verzonden als CSV-bestand (Comma Separated Value) met de naam ”WLData“ (gegevens van golflengstescan) of ”TCData“...
  • Pagina 41 Standaardbewerkingen 5.3.2.4 Opgeslagen gegevens van golflengtescans of tijdcurves verwijderen 1. Druk op Gegevens laden in het hoofdmenu en vervolgens op Scan golflengte of Tijdcurve of Opties>Meer>Gegevens laden. Er wordt een lijst van de opgeslagen gegevens weergegeven. 2. Selecteer de gegevens die u wilt verwijderen. 3.
  • Pagina 42 Standaardbewerkingen 5.4 Opgeslagen Programma's Het instrument bevat meer dan 200 geprogrammeerde procedures. Deze zijn toegankelijk via het menu Opgeslagen programma's. 5.4.1 Een opgeslagen test/methode kiezen; de gebruikersspecifieke basisgegevens invoeren 1. Druk op Opgeslagen Programma's in het hoofdmenu om een alfabetische lijst van opgeslagen programma's met programmanummers weer te geven.
  • Pagina 43 Standaardbewerkingen Tabel 4 Opties voor opgeslagen programma's (vervolg) Opties Omschrijving Met de instelling Opslaan: Aan worden alle meetgegevens automatisch opgeslagen. Met de Opslaan: Aan/Uit instelling Opslaan: Uit worden geen meetgegevens opgeslagen. %Trans/Conc/Abs Schakelen tussen metingen van percentage transmissie, concentratie en absorptie Pictogram Gegevens versturen /Gegevens Gegevens verzenden naar een printer, PC of USB-geheugenstick (type A)
  • Pagina 44 Standaardbewerkingen 5.4.3 Gebruik van programmatimers Voor sommige procedures is het gebruik van een timer niet nodig, voor andere juist meerdere. Deze timers zijn voorgeprogrammeerd in elk Opgeslagen programma, samen met een omschrijving van de handeling die tijdens de periode van de timer moet worden uitgevoerd.
  • Pagina 45 Standaardbewerkingen 5.4.4.1 Meten bij één golflengte (enkele meting) 1. Plaats de lege kuvet in de (monster)kuvettenhouder en sluit de meetschacht. Druk op Nul. Opmerking: De knop Meten wordt alleen actief nadat een nulmeting is uitgevoerd. 2. Plaats de monsterkuvet in de (monster)kuvettenhouder en sluit de meetschacht.
  • Pagina 46 Standaardbewerkingen 5.4.5 De verdunningsfactor instellen Met de functie Verdunningsfactor wordt de oorspronkelijke concentratie berekend van een monster dat met een bekende factor is verdund. Met de verdunningsfactor kan bijvoorbeeld de geanalyseerde concentratie in het testbereik worden gebracht. 1. Druk op Opties>Meer>Verdunningsfactor. Het getal dat wordt ingevoerd bij de prompt voor de verdunningsfactor wordt vermenigvuldigd met het resultaat voor de verdunning te compenseren.
  • Pagina 47 Standaardbewerkingen 5.4.6 Een standaardaanpassing uitvoeren Met de functies voor standaardaanpassing kan de kalibratiecurve voor een opgeslagen programma worden aangepast op basis van analyse van een bekende standaardoplossing. In de paragraaf Nauwkeurigheidscontrole van procedures wordt vaak voor dit doeleinde vaak een standaardoplossing met een bepaalde concentratie aanbevolen.
  • Pagina 48 Standaardbewerkingen In plaats hiervan kunt de standaardinstelling ook op de volgende manier wijzigen: 1. Druk op Opties>Meer>Chem. formule. 2. Kies de chemische formule. Opmerking: De stoichiometrische conversie van het meetresultaat vindt automatisch plaats. Opmerking: De geselecteerde chemische formule wordt weergegeven in het display. De testresultaten worden berekend en weergegeven in deze chemische formule.
  • Pagina 49 Standaardbewerkingen 4. Druk op Opties>Meer>Monster blanco. 5. Druk op Aan om de functie Monster blanco te activeren. 6. De concentratie die wordt weergegeven op de knop is de gemeten waarde van de reagensblanco. Druk op om deze waarde voor meer analyses van deze parameter te gebruiken. 7.
  • Pagina 50 Standaardbewerkingen 4. Verwijder de blanco en plaats de monsterkuvet in de meetschacht en sluit de meetschacht. 5. Druk op Meten. Het resultaat wordt weergegeven. 6. Lees hoofdstuk 5.3.2 op pagina 38 voor informatie over het opslaan van gegevens. 5.4.10 Tests actualiseren/bewerken Algemene aanwijzigen voor het programmeren en het bijwerken van programmagegevens.
  • Pagina 51 Standaardbewerkingen 3. De lijst Gegevens van de overeenkomstige test wordt weergegeven. De werkprocedure van de overeenkomstige test bevat de nieuwe gegevens (golflengte, factoren, meetbereiken, omrekenfactor voor chemische formule etc.). 4. Selecteer de desbetreffende regel in het gegevensoverzicht en druk vervolgens op Bewerken. 5.
  • Pagina 52 Standaardbewerkingen 5.4.11 Opgeslagen programma's aan de lijst van favoriete programma's toevoegen Met het menu Favorieten kunt u een lijst samenstellen van tests die u het meest gebruikt uit de Ppgeslagen programma's en Gebruikersprogramma's. Hierdoor wordt de selectie van tests eenvoudiger. 1.
  • Pagina 53 Standaardbewerkingen 5.5 Barcodeprogramma's Een speciale barcodelezer in meetschacht 1 leest automatisch de barcode op de 13 mm kuvet wanneer deze een volledige omwenteling heeft gemaakt. Het instrument gebruikt de barcode-identificatie om automatisch de correcte golflengte voor de analyses in te stellen en berekent onmiddellijk het resultaat met behulp van de opgeslagen factoren.
  • Pagina 54 Standaardbewerkingen 5.5.1 Complete a barcode 13 mm test/vial Opmerking: Het deksel moet worden gesloten voordat een meting wordt gedaan. 1. Het instrument moet in het Hoofdmenu staan. 2. Voer de werkprocedure van de kuvettentest uit en plaats de kuvet in meetschacht 1 en sluit de meetschacht. Wanneer een gecodeerde (monster)kuvet in meetschacht 1 (Afbeelding 7) wordt geplaatst, wordt het overeenkomstige...
  • Pagina 55 Standaardbewerkingen 1. Druk in het resultatendisplay op Opties>Meer>Chem. formule. Er wordt een lijst met beschikbare formules weergegeven. 2. Selecteer de gewenste chemische formule en druk op uw keuze te bevestigen. Opmerking: De geselecteerde chemische formule wordt weergegeven, maar niet als standaardformule ingesteld. In hoofdstuk 5.5.3.1 leest u hoe u de standaardinstelling wijzigt.
  • Pagina 56 Standaardbewerkingen Tabel 5 Opties voor barcodeprogramma's (vervolg) Opties Omschrijving Pictogram Gegevens versturen /Gegevens Gegevens verzenden naar een printer, PC of USB-geheugenstick (type A) versturen Dit werkt als een stopwatch. Het draagt bij aan een correctie timing van de stappen van een analyse (reactietijden, wachttijden etc.
  • Pagina 57 Standaardbewerkingen 5.5.5 Monsterblanco Door vertroebeling en verkleuring in de monstermatrix kan de betrouwbaarheid van de resultaten van een fotometrische analyse afnemen. De storende factoren worden veroorzaakt door het monster of door reacties met de reagentia. De invloed van vertroebeling en/of verkleuring kan worden opgeheven of verminderd door een meting van de monsterblanco te verrichten.
  • Pagina 58 Standaardbewerkingen Tabel 6 Opties voor updates van programma's (vervolg) Programmapunt Omschrijving Met deze functie kunt u afkortingen en bepaalde tijden invoeren voor maximaal vier timers. Selecteer de betreffende regel en druk vervolgens op Bewerken. Timer 1, Timer 2, De timers worden in- of uitgeschakeld met de selectievakjes links in het display. In de volgende Timer 3, Timer 4 kolom kunt u een keuze maken uit een lijst van namen die de bijbehorende werkstap beschrijven.
  • Pagina 59 Standaardbewerkingen De formule, concentratie-eenheden, naam en meetbereiken invoeren. Lees hoofdstuk 6.1.2 op pagina 76 voor gedetailleerde informatie over het invoeren van de formule. Raadpleeg eerst de werkprocedure om te bepalen of deze informatie moet worden gewijzigd. 1. Selecteer de regel Formule in het gegevensoverzicht en druk vervolgens op Bewerken.
  • Pagina 60 Standaardbewerkingen 5.5.6.2 Een bestaande barcodetest bijwerken Opmerking: In zeldzame gevallen is het na de revisie van een test noodzakelijk dat alle testspecificaties worden bijgewerkt. Optie 1: Testgegevens handmatig bijwerken 1. Plaats het lichtscherm in meetschacht 2. 2. Het instrument moet het hoofdmenu weergeven. 3.
  • Pagina 61 Standaardbewerkingen 5.5.6.3 Een nieuwe test programmeren 1. Het instrument moet het hoofdmenu staan. 2. Plaats de lege of met het monster gevulde kuvet (afhankelijk van de werkprocedure) in de meetschacht 1 en sluit de meetschacht. 3. Na de melding "Programma niet beschikbaar." wordt een gegevensoverzicht weergegeven, inclusief de specificaties van de test die moet worden bijgewerkt.
  • Pagina 62 1. Ga naar http://www.hach-lange.com 2. Kies het betreffende land en ga naar Download>Software. 3. Typ DR 5000 in het invoervak ”Zoeken naar documenten“. 4. Zoek de betreffende download en volg de aanwijzigen op de bestanden op te slaan op de USB-geheugenstick...
  • Pagina 63 Standaardbewerkingen 5.5.8.1 Evaluatie van barcodetoepassing met LCW 906 1. Op het instrument moet het hoofdmenu of het menu Barcode Programma's worden weergegeven. 2. Plaats kuvet LCW 906 en sluit de meetschacht. 3. Selecteer de gewenste toepassing 906 in de getoonde lijst en druk vervolgens op Start.
  • Pagina 64 Standaardbewerkingen U verwijdert als volgt een barcodetoepassing: 1. Druk op Opgeslagen Programma's in het hoofdmenu en selecteer een programma. 2. Druk op Opties Programma en vervolgens op Wissen. 3. Druk op OK.
  • Pagina 65 Hoofdstuk 6 Uitgebreide bewerkingen 6.1 Gebruikersprogramma's Met gebruikersprogramma's kunnen klantspecifieke analyses worden uitgevoerd. De database met gebruikersprogramma’s is leeg als het instrument de fabriek verlaat, en wordt gebruikt om programma’s op te slaan die zijn aangepast aan uw eisen. Hier volgen enkele voorbeelden. •...
  • Pagina 66 Uitgebreide bewerkingen Programmanummer Specifiek testnummer, waarmee u het programma kunt oproepen uit de selectielijst in het menu Gebruikersprogramma’s of het menu Favorieten. 2. Gebruik het alfanumerieke toetsenpaneel om een programmanummer tussen 950 en 999 in te voeren. Het laagst beschikbare nummer verschijnt automatisch. 3.
  • Pagina 67 Uitgebreide bewerkingen 6.1.1.1 Instellingen voor één golflengte Wanneer de modus Eén golflengte is geselecteerd, kunnen de volgende parameters worden gedefinieerd: Eenheden: Kies de gewenste eenheid in de lijst en druk op Volgende. Opmerking: Als u een meeteenheid wilt toevoegen die niet in de lijst staat, kunt u dit doen met het bewerkingsprogramma via Opties Programma, Bewerken.
  • Pagina 68 Uitgebreide bewerkingen Chemische formule: Voer de chemische formule in die wordt gebruikt in het display om de analyseparameter aan te duiden. Voer de chemische formule in met het alfanumerieke toetsenpaneel en druk op Volgende om de kalibratie-instellingen in te voeren. 6.1.1.2 Instellingen voor meerdere golflengtes Wanneer de modus Meerdere Golflengtes is geselecteerd, kunnen de volgende parameters worden gedefinieerd:...
  • Pagina 69 Uitgebreide bewerkingen Lijst van beschikbare absorptieformules is de absorptie bij golflengte 1, is de absorptie bij golflengte 2 etc. is de factor bij golflengte 1, is de factor bij golflengte 2 etc. Als u waarden van elkaar wilt aftrekken, kunt u de factoren invoeren met een minteken.
  • Pagina 70 Uitgebreide bewerkingen Chemische formule: Voer de chemische formule in die wordt gebruikt in het display om de analyseparameter aan te duiden. Voer de chemische formule in met het alfanumerieke toetsenpaneel en druk op Volgende om de kalibratie-instellingen in te voeren. 6.1.1.3 Kalibratie-instellingen voor de modus Eén golflengte en Meerdere Golflengtes U kalibreert een methode door de absorptie van diverse standaardoplossingen met een bekende concentratie te bepalen.
  • Pagina 71 Uitgebreide bewerkingen 2. Druk op “+” om de standaardconcentraties en bijbehorende absorptie in de weergegeven tabel in te voeren. Gebruik het alfanumerieke toetsenpaneel om de waarden in te voeren. Druk op OK en voer de overeenkomstige absorptie in. Druk op De ingevoerde gegevens worden in de tabel weergegeven.
  • Pagina 72 Uitgebreide bewerkingen Kalibratie door het meten van standaardconcentraties 1. Druk op Standaards meten en druk op Volgende. 2. Druk op “+” om de standaardconcentraties in de weergegeven tabel in te voeren. Gebruik het alfanumerieke toetsenpaneel om de standaardconcentratie in te voeren. Druk op OK. 3.
  • Pagina 73 Uitgebreide bewerkingen 9. Druk op nulpunt om de instellingen te wijzigen van Uit in Aan. De curve loopt nu door het nulpunt van de grafiek. Opmerking: Dit kan een nadelig effect hebben op de correlatiecoëfficiënt (r 10. Druk op Tabel om de tabel opnieuw weer te geven. 11.
  • Pagina 74 Uitgebreide bewerkingen 6.1.1.4 Een gebruikersprogramma opslaan De invoer van de basisgegevens is voltooid. Er wordt een overzicht weergegeven van de variabele programmagegevens. 1. Om meer specificaties toe te voegen of te wijzigen selecteert u de desbetreffende regel en drukt u op Bewerken. Kies Opslaan om het gebruikersprogramma op te slaan.
  • Pagina 75 Uitgebreide bewerkingen Timer 1 / timer 2 / timer 3 / timer 4: Met deze functie kunnen tijdsintervallen voor maximaal vier timers worden gedefinieerd. Er kunnen timeraanduidingen worden toegewezen, zoals Schudden, Wachten en Draaien. 6. Selecteer de overeenkomstige regel in het overzicht van de programmagegevens en druk op Bewerken.
  • Pagina 76 Uitgebreide bewerkingen 6.1.2 Programmatype Vrij Programmeren Vrij Programmeren is een geavanceerde optie voor het invoeren van eigen methoden van de gebruiker. Als de optie Vrij Programmeren is geselecteerd, wordt een overzicht weergegeven van de specificaties van de geprogrammeerde test. Elke invoeroptie kan worden gewijzigd om de gebruikersmethode te ontwikkelen.
  • Pagina 77 Uitgebreide bewerkingen • Zijn wachttijden tussen metingen noodzakelijk? • Moeten bepaalde programmareeksen worden herhaald? De onderdelen van de meetprocedure, zoals nulstellen, monstermetingen en de timer(s) (reactietijden, wachttijden etc.) worden afzonderlijk gedefinieerd. 6.1.2.2 Een nieuw onderdeel van de meetprocedure invoeren Belangrijke opmerking: Elk onderdeel van het meetproces moet worden ingevoerd in volgorde waarin het wordt uitgevoerd.
  • Pagina 78 Uitgebreide bewerkingen Toets Procestimer 1. Druk op de toets Procestimer om wacht-, reactie en behandelingstijden in te voeren waarmee rekening moet worden gehouden. Voer de tijd in met het alfanumerieke toetsenpaneel. Druk op OK en druk vervolgens opnieuw op OK om de invoer te bevestigen.
  • Pagina 79 Uitgebreide bewerkingen Een onderdeel uit een meetprocedure verwijderen Selecteer de desbetreffende regel en druk vervolgens op Wissen. Het onderdeel wordt verwijderd. Een onderdeel in een meetprocedure invoegen Selecteer de regel in de meetprocedure waar u het onderdeel wilt invoegen en druk vervolgens op Nieuw. U kunt dan een nieuw onderdeel invoeren op de geselecteerde positie.
  • Pagina 80 Uitgebreide bewerkingen Lees Tabel 11 voor gedetailleerde informatie over de toetsen voor het bewerken van formules. Opmerking: De volgorde van de evaluatieformule wordt bepaald door de volgorde van invoeren. Opmerking: Met de pijltoets wist u het onderdeel van de formule dat het laatst is ingevoerd.
  • Pagina 81 Uitgebreide bewerkingen Tabel 11 Omschrijvingen van de toetsen voor het bewerken van formules (vervolg) Scherm Toets Omschrijving Druk op +-x÷ om een rekenkundige bewerking in te voeren. Kies de bewerking en druk vervolgens op OK om uw keuze te bevestigen. Welke rekenkundige bewerkingen u kunt kiezen, hangt af van de gedefinieerde formule.
  • Pagina 82 Uitgebreide bewerkingen Naast de toetsen die zijn beschreven in Tabel 11, is één andere functie beschikbaar: De toets 'Conc. Kiezen' Als in de formule C2 rekening moet worden gehouden met een formule die al is gedefinieerd (hier: C1), drukt u op Conc. Kiezen. Voer het nummer van de formule in (bijv.
  • Pagina 83 Uitgebreide bewerkingen 6.1.3 Een gebruikersprogramma selecteren 1. Druk op Gebruikersprogramma's in het hoofdmenu om een alfabetische lijst van gebruikersprogramma's met programmanummers weer te geven. De lijst Gebruikersprogramma's wordt dan weergegeven. Opmerking: Gebruik de schuifbalk om snel in de lijst te navigeren. Opmerking: Markeer de selectie door erop te drukken of druk op Selecteer op Nummer om het programma op nummer te zoeken.
  • Pagina 84 Uitgebreide bewerkingen 6.1.4.1 Aan favorieten toevoegen 1. Druk op Favorieten toevoegen en druk vervolgens op OK om uw keuze te bevestigen. Het programma wordt toegevoegd aan Favorieten. 6.1.4.2 Bewerken 1. Druk op Bewerken en vervolgens op OK om uw keuze te bevestigen.
  • Pagina 85 Uitgebreide bewerkingen 6.2 Favoriete programma's U kunt de tests/methoden die u het meest gebruikt uit het menu Opgeslagen programma's en het menu Gebruikerprogramma's ook toevoegen aan de lijst van favorieten zodat u ze gemakkelijker kunt kiezen. hoofdstuk 6.1.4 op pagina 83 leest u hoe u opgeslagen programma's en/of gebruikersprogramma's toevoegt aan de favorietenlijst of de favoriete programma's.
  • Pagina 86 Uitgebreide bewerkingen 6.3 Standaardadditie – resultaten bewaken/controleren De nauwkeurigheid van gemeten waarden (hun overeenkomst met de werkelijke concentratie van de parameter in het monster) en hun precisie (overeenkomst van de meetresultaten die zijn verkregen uit verschillende monsters met dezelfde concentratie van de testparameter) kunnen worden bepaald of verbeterd met behulp van de methode Standaardadditie.
  • Pagina 87 Uitgebreide bewerkingen d. Is het glaswerk schoon? e. Dient het monster een bepaalde temperatuur te hebben voor de test? Bevond de pH-waarde van het monster zich in het correcte bereik? g. Is het pipetvolume correct? 2. Controleer de gebruikte reagentia door de standaardadditieprocedure te herhalen met vers geprepareerde reagentia.
  • Pagina 88 Uitgebreide bewerkingen De methodes Piekvolume en Monstervolume 1. Kies Opgeslagen Programma's in het hoofdmenu. Selecteer het gewenste programma. 2. Druk op Start. 3. Analyseer een monster zonder toegevoegde standaardoplossing, volgens de instructies in de procedurehandleiding. Laat, nadat de meting is voltooid, de kuvet in de kuvettenhouder.
  • Pagina 89 Uitgebreide bewerkingen 6. Druk op de toets voor de waarde om deze waarde te wijzigen. Wijzig de waarde met het alfanumerieke toetsenpaneel. Druk op OK om te bevestigen. 7. Druk op de toetsen om de standaardadditievolumes in te voeren. Voer de nieuwe gegevens in met het alfanumerieke toetsenpaneel en druk vervolgens op OK.
  • Pagina 90 Uitgebreide bewerkingen 11. Druk, nadat alle standaardadditieoplossingen zijn gemeten, op Grafiek. De regressielijn door de gegevenspunten van de standaardadditie wordt weergegeven. De correlatiecoëfficiënt r geeft aan hoe dicht de gegevenspunten zich bij de lijn bevinden. Wanneer de correlatiecoëfficiënt gelijk is aan 1, is de curve lineair).
  • Pagina 91 Uitgebreide bewerkingen 6.4 Eén golflengte (absorptie-, concentratie- en transmissiemetingen) De modus Eén golflengte kan op drie manieren worden gebruikt. Voor monstermetingen met één golflengte kan het instrument zo worden geprogrammeerd dat het de absorptie, het percentage transmissie of de concentratie van de analiet meet. Bij absorptiemeting wordt de hoeveelheid licht gemeten die door het monster wordt geabsorbeerd, in eenheden van absorptie.
  • Pagina 92 Uitgebreide bewerkingen Tabel 12 Opties voor het instellen van de modus Eén golflengte (vervolg) Opties Omschrijving Modus Enkele meting: een meetwaarde wordt alleen weergegeven nadat een meting is uitgevoerd (druk op Meten; standaardinstelling) (zie hoofdstuk 6.4.2 op pagina 93). Modus Meting Modus Continue metingen: na de nulmeting, worden alle meetwaarden automatisch en continu weergegeven (zie hoofdstuk 6.4.3 op pagina...
  • Pagina 93 Uitgebreide bewerkingen Modus meting: 1. Om de gewenste modus te selecteren drukt u eerst op Modus Meting. 2. Kies de gewenste modus, druk vervolgens op OK en ten slotte op Terug om terug te keren in het resultatendisplay. 6.4.2 Meten met één golflengte (enkele meting) 1.
  • Pagina 94 Uitgebreide bewerkingen 6.5 Modus Meerdere golflengtes – metingen met meer dan één golflengte De modus tijdcurve wordt gebruikt om gegevens te verzamelen in ofwel absorptie of transmissiecoëfficiënt voor een door de gebruiker in te voeren tijdsduur. Bij absorptiemeting wordt de hoeveelheid licht gemeten die door het monster wordt geabsorbeerd, in eenheden van absorptie.
  • Pagina 95 Uitgebreide bewerkingen Tabel 13 Opties voor het instellen van de modus Meerdere Golflengtes (vervolg) Opties Omschrijving Absorptieformule Basis voor de berekening bij evaluatie van monsters Opslaan als De geselecteerde parameters opslaan als een gebruikersprogramma, zie hoofdstuk 6.1 op Gebruikersprogramma pagina 65 Gegevens laden Opgeslagen meetgegevens, golflengtescans of tijdcurven laden, zie hoofdstuk 5.3 op pagina...
  • Pagina 96 Uitgebreide bewerkingen 3. Als u een golflengte wilt wijzigen, drukt u op een van de ”λx:“-toetsen. Voer de gewenste golflengtecoëfficiënt in met het numerieke toetsenpaneel. Druk op OK om de invoer te bevestigen. 4. Als u een coëfficiënt wilt wijzigen, drukt u op een van de ”K :“-toetsen.
  • Pagina 97 Uitgebreide bewerkingen 6.5.2 Een meting in de modus Meerdere Golflengtes uitvoeren 1. Plaats de lege kuvet in de (monster)kuvettenhouder en sluit de meetschacht. Druk op Nul. Opmerking: De toets Meten is pas actief nadat de nulmeting is voltooid. 2. Plaats de monsterkuvet in de (monster)kuvettenhouder en sluit de meetschacht.
  • Pagina 98 Uitgebreide bewerkingen 6.6 Modus Scan Golflengte – registratie van absorptie en transmissiespectrums In de modus Scan Golflengte wordt de absorptie van licht in een oplossing langs een gedefinieerd golflengtespectrum gemeten. De meetresultaten kunnen worden weergegeven als een curve, een percentage transmissie (%T) of een absorptiewaarde (Abs). De verzamelde gegevens kunnen in tabelvorm of als curve worden afgedrukt.
  • Pagina 99 Uitgebreide bewerkingen Tabel 14 Opties voor het instellen van de golflengtescan (vervolg) Optie Omschrijving Integraal: Aan/Uit De integraal geeft het gebied en de afgeleide van de integraal geeft de oorspronkelijk functie Schaal: In de modus met automatische aanpassing van de schaalverdeling, wordt de y-as automatisch aangepast zodat de scan in zijn geheel wordt weergegeven.
  • Pagina 100 Uitgebreide bewerkingen golflengtestappen. Samengevat kunnen maximaal 780 meetstappen worden bereikt tijdens een scan. Opmerking: De maximale golflengte wordt automatisch aangepast als het verschil tussen de maximale en minimale golflengte niet gelijk is aan een veelvoud van het interval. 6. Druk op OK om terug te keren in de scanmodus. Geselecteerde parameters worden weergegeven langs de x-as van de grafiek.
  • Pagina 101 Uitgebreide bewerkingen 4. Druk op Terug om terug te keren in de scanmodus. Opmerking: In plaats van de datum wordt nu de integraal weergegeven in het display. Opmerking: Voor de volgende scanmeting is de integraal ingesteld op Aan. Schaal & eenheden 1.
  • Pagina 102 Uitgebreide bewerkingen 3. Druk op Nul. De scan van de basislijn begint en onder de grafiek wordt de melding ”Nulpunt in“ weergegeven. 4. Plaats kuvet met het geprepareerde monster in de (monster)kuvettenhouder en sluit de meetschacht. 5. Druk op Meten. Onder de grafiek wordt de melding ”Meting...“ weergegeven en er wordt doorlopend een grafiek van de absorptie of transmissiewaarden met de gescande golflengtes getoond.
  • Pagina 103 Uitgebreide bewerkingen 6.6.3 Werken met referentiescans Er zijn twee manieren waarop u met Referentiescan kunt werken: Optie 1: 1. Druk op Referentie: Uit in het menu Opties om een andere scan te selecteren die in hetzelfde scherm als de huidige scan wordt weergegeven.
  • Pagina 104 Uitgebreide bewerkingen Optie 2: 1. Plaats de lege kuvet in de (monster)kuvettenhouder en sluit de meetschacht. Druk op Nul. 2. Plaats de monsterkuvet in de (monster)kuvettenhouder en sluit de meetschacht. Druk op Meten. • De curven van de nieuw uitgezette golflengtescans worden als zwarte curven weergegeven.
  • Pagina 105 Uitgebreide bewerkingen 6.7 Tijdcurve van absorptie/transmissie In de modus Tijdcurve worden absorptie- en transmissiegegevens verzameld gedurende een tijdperiode die door de gebruiker is ingesteld. Nadat de gegevens zijn verzameld, kunnen ze in grafiek- of tabelvorm worden weergegeven. 6.7.1 Parameters voor het instellen van de modus Tijdcurve Druk op de modus Tijdcurve in het hoofdmenu.
  • Pagina 106 Uitgebreide bewerkingen Tijd & interval 1. Druk op Tijd & Interval in het menu Opties. 2. Voer de totale tijd en meettijd in en druk vervolgens op OK om de invoer te bevestigen. Opmerking: In totaal zijn 500 meetstappen mogelijk. Om een totale tijd en een tijdsinterval te selecteren waardoor dit aantal metingen wordt uitgevoerd, wordt het tijdsinterval automatisch gedefinieerd en wordt de toets OK uitgeschakeld.
  • Pagina 107 Uitgebreide bewerkingen • Kies Markeren om het volgende verzamelde gegevenspunt te markeren. Deze markering wordt niet gebruikt door het instrument, maar is beschikbaar voor de gebruiker en geeft belangrijke gebeurtenissen aan, zoals het toevoegen van een monster of andere reagens. De markering wordt tevens getoond in de tabel.
  • Pagina 108 Uitgebreide bewerkingen 6.7.3.1 Navigatie in tijdscan of analyse van een tijdscan Nadat een tijdcurvescan is voltooid, worden de tijd en de absorptie-/transmissiegegevens weergegeven als een curve. Wanneer de cursor op de curve wordt geplaatst, wordt de tijd die tot dat punt is verstreken samen met de bijbehorende absorptie gemarkeerd.
  • Pagina 109 Uitgebreide bewerkingen 6.8 Systeemcontroles 1. Druk op Systeemcontroles in het hoofdmenu. Het menu Systeemcontroles bevat informatie over het instrument en diverse hulpmiddelen voor het testen van de werking van het instrument. 6.8.1 Gegevens instrument 1. Druk op Gegevens instrument in het menu Systeemcontroles. 2.
  • Pagina 110 1. Ga naar http://www.hach-lange.com 2. Kies het betreffende land en ga naar Download>Software. 3. Typ DR 5000 in het invoervak ”Zoeken naar documenten“. 4. Zoek de betreffende download en volg de aanwijzigen op de bestanden op te slaan op de USB-geheugenstick...
  • Pagina 111 Uitgebreide bewerkingen 6.8.3.1 Controle golflengte Met de test Controle golflengte controleert u de nauwkeurigheid van de golflengte bij 656.1 en 486.0 nm en de bandpass (doorlaat) alleen bij 656.1 nm. 1. Druk op Controle golflengte in het menu Optische Controles. 2.
  • Pagina 112 Uitgebreide bewerkingen 5. Het resultaat wordt weergegeven. 6. Druk op Annuleren om terug te keren in het menu Optische Controles. 6.8.3.2 Controle ruis Met de test Controle ruis kunt u de fotometrische ruis in het instrument testen. Deze test kan echter worden gebruikt om op ruis te testen bij iedere golflengte en bij een absorptieniveau dat wordt bepaald door een monster te gebruiken.
  • Pagina 113 Uitgebreide bewerkingen 5. Plaats de monsterkuvet in het meetschacht. Sluit de meetschacht. 6. Druk op Start. 7. Het resultaat wordt weergegeven. Voor de nulwaarde wordt het gemiddelde berekend van dertig meetwaarden. De waarden ”Gemiddeld“ en ”Std. Deviatie“ worden berekend uit 100 opeenvolgende absorptiemetingen.
  • Pagina 114 Uitgebreide bewerkingen 6.8.3.3 Controle strooilicht Met de test Strooilicht kunt u het strooilicht in het instrument meten bij 220.0 nm en bij 340.0 nm. 1. Druk op Controle strooilicht in het menu Optische Controles. 2. Druk op λ om de golflengte te kiezen. 3.
  • Pagina 115 Uitgebreide bewerkingen 6. De waarden ”Gemiddeld“ en ”Std. Deviatie“ worden berekend uit 100 opeenvolgende absorptiemetingen. Het resultaat wordt weergegeven en zal worden vergeleken met de nominale/standaard gegevens (vermeld in het kwaliteits- controlecertificaat) van de monsterkuvette/referentiefilter. Note: Goedkeur- en afkeurcriteria worden door de gebruiker gedefinieerd.
  • Pagina 116 Uitgebreide bewerkingen 7. Het resultaat wordt weergegeven en zal worden vergeleken met de nominale gegevens van de monsterkuvette. 8. Druk op Annuleren om terug te keren in het menu Optische Controles. 6.8.3.5 Controle drift Met de test Controle drift kunt u de stabiliteit van het instrument testen.
  • Pagina 117 Uitgebreide bewerkingen 5. De test Controle drift duurt 1 uur. Bij deze test wordt gedurende één uur elke minuut een meting verricht. Elk kwartier wordt aan de hand van de lineaire regressie de helling (mate van verandering) berekend voor het afgelopen interval van vijftien minuten.
  • Pagina 118 Uitgebreide bewerkingen 3. Druk op Bewerken. In een menugestuurde procedure worden waarden (filters, golflengte, nominale waarden en tolerantiewaarden) gevraagd die zijn vermeld in het certificaat voor kwaliteitscontrolecontrole in overeenstemming met de volgende specificaties: • Strooilicht • Fotometrische precisie • Nauwkeurigheid golflengte 4.
  • Pagina 119 Uitgebreide bewerkingen 8. Plaats één voor één de andere filters in de voorgeschreven volgorde, met het glazen filter naar de voorzijde van het instrument gericht. Druk op Volgende nadat u een filter geplaatst en de meetschacht gesloten hebt. Na de laatste meting worden de resultaten weergegeven. 9.
  • Pagina 120 Uitgebreide bewerkingen 6.8.6 Fabrieksservice Het menu Fabrieksservice is beveiligd met een wachtwoord. Dit menu is niet bedoeld voor gebruik door klanten. 6.8.7 Servicetijd Om ervoor te zorgen dat regelmatig een inspectie wordt uitgevoerd, kunt u een automatisch herinnering voor de servicetijden invoeren. Nadat u het instrument inschakelt, wordt deze herinnering geactiveerd en op het betreffende moment weergegeven.
  • Pagina 121 Uitgebreide bewerkingen Wanneer de volgende service nodig is, wordt het bericht "Volgende service: vereist!" weergegeven nadat u het instrument hebt ingeschakeld. 6. Druk op OK om terug te keren in het hoofdmenu. Neem contact op met de fabrikant of de handelaar om een afspraak te maken voor de volgende service.
  • Pagina 122 Uitgebreide bewerkingen Opmerking: Wanneer de back-up al eerder is gemaakt, wordt de melding "Gegevens bestaan al. Wissen ?" weergegeven. Druk op OK om de gegevens te overschrijven. Wanneer het bestand is opgeslagen, wordt het bericht "Instrumenten back-up is opgeslagen in USB geheugen" weergegeven.
  • Pagina 123 Uitgebreide bewerkingen Opmerking: Wanneer de USB-stick niet is aangesloten, wordt de melding "Plaats USB-geheugen" weergegeven. Plaats een USB-stick om de gegevens te kunnen opslaan. Druk op OK om dit te bevestigen en druk vervolgens opnieuw op Herstellen. 4. Druk op OK nadat het bericht “Instrumenten back-up van S/N XXXXXXX herstellen?“...
  • Pagina 124 Uitgebreide bewerkingen...
  • Pagina 125 Hoofdstuk 7 Onderhoud VOORZICHTIG Gevaar voor ogen en huid door chemische of biologische stoffen. Alleen bevoegd personeel mag de in dit deel van de handleiding beschreven taken uitvoeren. Belangrijke opmerking: Verwijder alle eventueel nog in het instrument aanwezige kuvetten en voer deze of hun inhoud af volgens de daarvoor voorgeschreven methodes.
  • Pagina 126 Onderhoud met aceton nodig als laatste behandelingsstap voordat u de kuvetten kunt drogen. 7.2 De lamp vervangen VOORZICHTIG De UV-lamp straalt UV-licht uit. Kijk niet direct in een werkende UV-lamp zonder een bril te dragen die bescherming biedt tegen UV-licht. Het lampgedeelte bevindt zich aan de linkerzijde achter het display en is voorzien van ventilatie aan de achterzijde.
  • Pagina 127 Onderhoud 9. Ga na of de veer en de lamphouder op de juiste manier zijn geplaatst. 10. Gebruik opnieuw een schroevendraaier om het deksel op het instrument terug te schroeven. 11. Sluit de stroomvoorziening weer aan. 12. Zet het instrument aan. 13.
  • Pagina 128 Onderhoud 11. Gebruik opnieuw een schroevendraaier om het deksel op het instrument terug te schroeven. 12. Sluit de stroomvoorziening weer aan. 13. Zet het instrument aan. 14. De historie van de lamp resetten, zie hoofdstuk 6.8.5 op pagina 119. Afbeelding 8 Lamp compartiment Wolfraam-lamp Aansluiting voor ventilator Veer...
  • Pagina 129 Onderhoud 7.3 Vervangen van zekeringen GEVAAR Bepaalde elektrische circuits van dit apparaat worden door zekeringen tegen overstroom beveiligd. Teneinde een permanente bescherming te bieden tegen brandgevaar, mogen de zekeringen uitsluitend worden vervangen door exemplaren van hetzelfde type en met dezelfde capaciteit. GEVAAR Doorgeslagen zekeringen duiden over het algemeen op een probleem met het apparaat.
  • Pagina 130 9. Schroef het rooster weer op zijn plaats. 10. Zet het instrument voorzichtig rechtop. 11. Sluit de voeding van het instrument weer aan. Afbeelding 9 Onderkant van de DR 5000 met ventilatorrooster Filterrooster Kruiskopschroef Filtermatje...
  • Pagina 131 Onderhoud Afbeelding 10 Vervangen van het filtermatje Filtermatje...
  • Pagina 132 Onderhoud...
  • Pagina 133 Hoofdstuk 8 Problemen oplossen Probleem / scherm Waarschijnlijke oorzaak Actie Verdun het monster en herhaal de Absorptie > 3,5! De gemeten absorptie is hoger dan 3,5. meting. Berekende concentratie is hoger dan Verdun het monster en herhaal de Concentratie te hoog! 999999.
  • Pagina 134 Problemen oplossen...
  • Pagina 135 LZV582 USB-barcodescanner (handset scanner) LZV566 Hach Data Trans (pc-software voor gegevensoverdracht) LZY274 Software brouwerijtoepassingen LZV570 Software drinkwatertoepassing LZV571 Invoerslang Sipper DR 5000 ( PHARMED) voor drinkwatertoepassingen LZV580 Invoerslang Sipper DR 5000 LZV780 Doorstroomkit LZV569 USB-geheugenstick LZV568 USB-interfacekabel, (1 m) LZV567...
  • Pagina 136 Reservedelen...
  • Pagina 137 Fax (204) 694-5134 80539-0389 U.S.A. www.hach.com canada@hach.com Tel +001 (970) 669-3050 Fax +001 (970) 669-2932 intl@hach.com HACH LANGE GMBH HACH LANGE LTD HACH LANGE LTD HACH LANGE GMBH Willstätterstraße 11 Pacific Way Unit 1, Chestnut Road Hütteldorferstr. 299/Top 6 D-40549 Düsseldorf...
  • Pagina 138 Contactinformatie...
  • Pagina 139 Hoofdstuk 11 Garantie, aansprakelijkheid en klachten De producent garandeert dat het geleverde product vrij is van materiaal- en productiefouten, en verplicht zich om defecte onderdelen kosteloos te repareren of te vervangen. De garantieperiode voor instrumenten bedraagt 24 maanden. Indien u binnen 6 maanden na aankoop een servicecontract afsluit, wordt de garantieperiode verlengd tot 60 maanden.
  • Pagina 140 Garantie, aansprakelijkheid en klachten...
  • Pagina 141 Index Golflengtespectrum ..........98 Aansluitingen ............14 Aansprakelijkheid ........... 139 HACH Data Trans ............ 31 Absorptieformule ............95 Handmatig bijwerken ..........50 Alfanumeriek toetsenpaneel ........21 Het Instrument uitpakken ......... 13 Hoofdmenu .............. 22 Barcodeprogramma's ......53 bewerken ............56 ID gebruiker .............
  • Pagina 142 Display ............. 125 Spectrofotometer ..........125 Scan golflengte ......22 Schaal & eenheden .........99 Servicetijd .............. 120 Software ............62 Specificaties ............... 7 Standaard aanpassen ........43 Standaardaddities ..........43 Systeemcontrole ..........19 Systeemcontroles .. 22 ............119 Taal ................19 Tabel bekijken ............