Uitgebreide bewerkingen
6.1.1.1 Instellingen voor één golflengte
Wanneer de modus Eén golflengte is geselecteerd, kunnen de
volgende parameters worden gedefinieerd:
Eenheden:
Kies de gewenste eenheid in de lijst en druk op Volgende.
Opmerking: Als u een meeteenheid wilt toevoegen die niet in de lijst staat,
kunt u dit doen met het bewerkingsprogramma via Opties Programma,
Bewerken. Kies Eenheden, Bewerken en vervolgens Nieuw.
Golflengte (programmatype met één golflengte):
Gebruik het alfanumerieke toetsenpaneel om de golflengte voor de
meting in te voeren. De ingevoerde golflengte moet binnen het
bereik van 190–1100 nm vallen.
Druk op Volgende om door te gaan.
Concentratieresolutie (aantal decimalen)
Kies het gewenste aantal decimalen uit de weergegeven lijst en
druk op Volgende.
67