Inhoudsopgave
Advertenties
Uitgebreide bewerkingen
6.1.2.4 Variabelen invoeren
6.1.2.5 Een vrij geprogrammeerd gebruikersprogramma opslaan
82
Naast de toetsen die zijn beschreven in
functie beschikbaar:
De toets 'Conc. Kiezen'
Als in de formule C2 rekening moet worden gehouden met een
formule die al is gedefinieerd (hier: C1), drukt u op Conc. Kiezen.
Voer het nummer van de formule in (bijv. 1 voor C1) en druk op OK
om de invoer te bevestigen.
Cn kan nu worden gekoppeld aan een rekenkundige bewerking.
Opmerking: De Cn-concentraties die berekend moeten worden, zijn
genummerd: C1, C2, C3 etc.
Wanneer de eerste Cn-formule is gedefinieerd, wordt de formulelijst
automatisch uitgebreid met Cn+1
1. Selecteer de regel Variabelen in het gegevensoverzicht en
druk vervolgens op Bewerken.
2. Selecteer de variabele die u wilt bewerken, druk op Bewerken
en voer met het alfanumerieke toetsenpaneel de gegevens in
die in de werkprocedure zijn vermeld (voor F1, F2, λ1, U1 etc.).
Bevestig iedere bewerking met OK .
Afkortingen van variabelen:
F1: Factor 1
F2: Factor 2
λ1: Golflengte 1
U1: Omrekenfactor 1 voor de eerste chemische formule
U2: Omrekenfactor 2 voor de volgende chemische formule etc.
1. Druk op Opslaan om de ingevoerde gegevens op te slaan. De
gegevens kunnen worden opgeslagen onder ieder
gegevenspunt (Meetprocedure, Formule, Timer etc.).
2. Druk op het pictogram PC & Printer om de
programmagegevens naar een printer of naar een
USB-geheugenstick te verzenden (sluit eerst de
USB-geheugenstick op de USB-interface aan).
Opmerking: de testgegevens worden in de voorgeďnstalleerde
PrgData-map geformatteerd als een .csv- en .lst-bestand.
3. Om de programmagegevens van het ene aan het andere
instrument over te dragen, maakt u een nieuwe map op de
USB-geheugenstick met de naam dbhl en kopieert u de
.lst-bestanden naar deze map. (zie
pagina
110).
Tabel
11, is één andere
.
hoofdstuk 6.8.2 op
Advertenties
Inhoudsopgave
