Timer 1 / timer 2 / timer 3 / timer 4:
Met deze functie kunnen tijdsintervallen voor maximaal vier timers
worden gedefinieerd. Er kunnen timeraanduidingen worden
toegewezen, zoals Schudden, Wachten en Draaien.
6. Selecteer de overeenkomstige regel in het overzicht van de
programmagegevens en druk op Bewerken.
7. U kunt de timers in- en uitschakelen met de selectievakjes
links in het display. In de volgende kolom kunt u een keuze
maken uit een lijst van namen die de betreffende werkstap
beschrijven. In de derde kolom voert u de tijden voor iedere
timer in (in mm:ss).
Chemische formule 2 / chemische formule 3 / chemische
formule 4:
Als Chemische formule 1 is gedefinieerd kunnen daarnaast ook
drie alternatieve formules worden ingevoerd.
8. Selecteer de overeenkomstige regel in het overzicht van de
programmagegevens en druk op Bewerken.
9. U kunt de chemische formules in- en uitschakelen met de
selectievakjes links in het display.
10. Druk op de linkertoets om met het alfanumerieke toetsenpaneel
nog een chemische formule in te voeren. Druk vervolgens op
om de invoer te bevestigen. Druk op de rechtertoets om de
OK
omrekenfactor in te voeren waarmee de concentratie van de
toegevoegde chemische formule wordt berekend uit de
concentratie van chemische formule 1 en druk op
invoer te bevestigen.
11. Druk op Opslaan om de programmagegevens op te slaan.
Druk op Annuleren om terug te keren in het hoofdmenu.
Uitgebreide bewerkingen
om de
OK
75