Standaardbewerkingen
5.4 Opgeslagen Programma's
5.4.1 Een opgeslagen test/methode kiezen; de gebruikersspecifieke basisgegevens
invoeren
5.4.2 Opties voor opgeslagen programma's
Opties
Meer
42
Het instrument bevat meer dan 200 geprogrammeerde procedures.
Deze zijn toegankelijk via het menu Opgeslagen programma's.
1. Druk op Opgeslagen Programma's in het hoofdmenu om een
2. Selecteer de gewenste tekst.
3. Druk op Start om het programma uit te voeren. Nadat een
4. Volg de chemische procedures die zijn beschreven in de
1. Kies Opgeslagen programma's in het hoofdmenu. Selecteer
2. Druk op Opties om de parameters in te stellen. Zie
Tabel 4 Opties voor opgeslagen programma's
Omschrijving
Meer opties weergeven
alfabetische lijst van opgeslagen programma's met
programmanummers weer te geven.
De lijst Opgeslagen Programma's wordt dan weergegeven.
Opmerking: Selecteer het programmanummer op naam, gebruik de
pijltoetsen om snel in de lijst te navigeren en selecteer het programma,
of druk op Selecteer op Nummer om te zoeken naar een specifiek
programmanummer. Voer het testnummer in met het alfanumerieke
toetsenpaneel en druk op OK.
programma is geselecteerd, wordt een scherm weergegeven
voor die parameter.
Opmerking: Alle bijbehorende gegevens (golflengte, factoren en
constanten) zijn al vooraf ingesteld.
desbetreffende procedurehandleiding.
de benodigde methode en druk op Start.
voor een omschrijving van de opgeslagen programma's.
Tabel 4