5.3.1.3 Gegevens vanuit de datalogger verzenden
5.3.1.4 Opgeslagen gegevens uit de datalogger verwijderen
Gegevens worden vanuit de datalogger verzonden als
CSV-bestanden (Comma Separated Value, bestanden met
komma's als lijstscheidingsteken) naar een bestand met de naam
DATALOG op een USB-geheugenstick. Het bestand kan
vervolgens worden verwerkt met een spreadsheet-programma. De
bestandsnaam heeft de indeling:
DLJaar_Maand_Dag_Uur_Minuut_Seconde. CSV.
In
hoofdstuk 5.2.6.2 op pagina 31
printer verzendt.
8. Druk op Gegevens laden in het hoofdmenu. Druk op Opties
en vervolgens op het pictogram PC & Printer.
9. Selecteer de gegevens die u naar de geheugenstick wilt
verzenden en druk op OK.
Opmerking: Het getal tussen haakjes is het totale aantal
gegevenssets dat aan deze selectie zijn toegewezen.
Hoe u meetgegevens naar een pc verzendt:
De optionele HACH Data Trans-software moet op de pc
geïnstalleerd worden, zie
1. Druk op Gegevens laden in het hoofdmenu.
2. Druk op Datalogger>Opties>Wissen.
3. Kies Eén punt, Gefilterde gegevens of Alle gegevens en
druk vervolgens op OK om uw keuze te bevestigen.
Opmerking: Het getal tussen haakjes is het totale aantal
gegevenssets dat aan deze selectie zijn toegewezen.
Standaardbewerkingen
leest u hoe u gegevens naar een
hoofdstuk 5.2.6.3 op pagina
31.
37