ONDERHOUDSPROCEDURES
Hoewel de banden speciaal zijn ont-
worpen voor offroad-toepassingen,
kan een platte band nog steeds voor-
komen. Daarom wordt aangeraden,
een bandenpomp en een reparatieset
mee te nemen.
Toestand van de banden/wielen
Controleer de banden en velgen op be-
schadigingen.
Controleer de banden ook op slijtage.
Vervang ze indien nodig.
Roteer de banden niet. De banden
vooraan en achteraan hebben een an-
dere maat. De banden zijn directioneel
en moeten in de juiste draairichting ge-
monteerd blijven om goed te werken.
WAARSCHUWING
Let er bij de vervanging van de
banden op dat u nooit een diago-
naalband combineert met een ra-
diaalband. Deze combinatie kan
tot besturings- en/of stabiliteits-
problemen leiden.
Combineer geen banden van ver-
schillende types en/of maten op
dezelfde as.
De voorbanden en de achterban-
den moeten telkens van hetzelfde
type en dezelfde fabrikant zijn.
Let erop dat u banden met een
unidirectioneel profiel in de juis-
te draairichting monteert.
Radiaalbanden moeten als com-
plete set worden gemonteerd.
De niet-naleving van deze instruc-
ties kan tot ernstige of dodelijke
verwondingen leiden.
Verwijdering/montage wielen
Draai de moeren los en hef het voertuig
op.
Plaats een stut onder het voertuig.
_____________________
120
Verwijder de moeren en dan het wiel.
Breng bij de installatie wat smeermid-
del tegen het vastvreten op de schroef-
draad aan. Draai telkens twee tegeno-
verliggende moeren licht aan en draai
ze daarna aan tot hun definitieve mo-
ment.
Toepassing aandraaimoment
Outlander MAX 400 EFI
Aandraaien tot 70 N•m (52 lbf•ft).
Gebruik altijd de aan-
MERK OP
bevolen wielmoeren (Stuknr. 250
100 042). Het gebruik van andere
moeren kan schade aan de velgen
veroorzaken.
TYPISCH — TYPE MET OPEN UITEINDE
1. Conische zijde van de moer
Outlander MAX 400 EFI XT
Aandraaien tot 100 N•m (74 lbf•ft).
Gebruik altijd de aan-
MERK OP
bevolen wielmoeren (Stuknr. 250
100 082). Het gebruik van andere
moeren kan schade aan de velgen
veroorzaken.