Let op dat u de radi-
MERK OP
atorvinnen niet beschadigt bij de
reiniging. Gebruik geen werktui-
gen/voorwerpen die de vinnen kun-
nen beschadigen. De vinnen zijn
doelbewust erg dunne onderde-
len, om een efficiënte koeling mo-
gelijk te maken. GEBRUIK VOOR
HET SCHOONSPUITEN ALLEEN LA-
GE DRUK; GEBRUIK GEEN HOGE-
DRUKREINIGER.
Laat de werking van het koelsysteem
controleren door een erkende Can-Am
dealer.
Motorkoelvloeistof
Motorkoelvloeistofpeil
LET OP Controleer het koel-
middelpeil wanneer de motor koud
is. Voeg nooit koelmiddel toe aan
het koelsysteem terwijl de motor
heet is.
OPMERKING: Voer terwijl u het koel-
vloeistofpeil controleert een visuele
inspectie op lekken uit.
Verwijder het paneel van het service-
compartiment vooraan.
vmo2008-019-011_b
SERVICECOMPARTIMENT
1. Radiatordop
2. Dop koelmiddelreservoir
Wanneer het voertuig op een vlak op-
pervlak staat moet het vloeistofpeil
tussen de MIN. en MAX. merktekens
van het koelmiddelreservoir staan.
OPMERKING: Wanneer u het peil
controleert bij een temperatuur on-
der 20°C (68°F) kan het iets onder het
MIN. merkteken liggen.
vmo2008-019-013_a
ONDER RECHTER VOORSPATBORD
1. Reservoir
2. Merkteken MAX. peil
3. Merkteken MIN. peil
Voeg indien nodig koelvloeistof toe
tot het MAX. merkteken. Gebruik
een trechter om morsen te vermijden.
Nooit teveel bijvullen.
Sluit de vuldop opnieuw en draai hem
stevig aan.
Als u koelvloeistof aan het koelmiddel-
reservoir toevoegt, controleer dan ook
het peil in de radiator. Voeg koelvloei-
stof toe indien nodig.
LET OP Verwijder de radia-
tordop niet terwijl de motor heet
is, om brandwonden te voorkomen.
OPMERKING: Als u vaak koelvloeistof
aan uw koelsysteem moet toevoegen,
wijst dit op lekkage of motorproble-
men. Raadpleeg een erkende Can-Am
dealer.
_____________________
ONDERHOUDSPROCEDURES
107