Let er bij gevogelte op dat de punt van de
kerntemperatuurmeter niet in de holte in het midden
terechtkomt, maar tussen buik en poot in het vlees
wordt gestoken.
Kerntemperatuur instellen
1
Het gerecht in de binnenruimte plaatsen met de
kerntemperatuursensor erin. De
kerntemperatuursensor in de bus in de
binnenruimte steken en de apparaatdeur sluiten.
Zorg ervoor dat het snoer van de
kerntemperatuursensor niet beklemd raakt!
Op het display verschijnen + en de actuele
kerntemperatuur.
2
De functiekeuzeknop op de gewenste
verwarmingsmethode zetten.
3
Met de draaiknop de temperatuur van de
binnenruimte instellen.
Symbool + aanraken. Met de draaiknop de
4
gewenste kerntemperatuur voor het gerecht
instellen en met + bevestigen.
De ingestelde kerntemperatuur moet hoger zijn
dan de actuele kerntemperatuur.
4
5
Het toestel warmt op met de ingestelde
verwarmingsmethode.
Op het display wordt de actuele en daaronder de
ingestelde kerntemperatuur weergegeven.
U kunt de ingestelde kerntemperatuur op elk
moment wijzigen.
20
Als de ingestelde kerntemperatuur bereikt is, klinkt er
een signaal. De bereiding wordt automatisch
beëindigd. Bevestig met ™ en draai de
functiekeuzeknop in de stand 0.
Aanwijzingen
‒
‒
‒
Ingestelde kerntemperatuur wijzigen:
Symbool + aanraken. Met de draaiknop de
ingestelde kerntemperatuur voor het gerecht wijzigen
en bevestigen met het symbool +.
Ingestelde kerntemperatuur wissen:
Symbool + aanraken. Met Ž de ingestelde
kerntemperatuur wissen. Het apparaat warmt verder
normaal op.
Het meetbare bereik is 15°C tot 99°C. Buiten het
meetbare bereik wordt "--°C" voor de actuele
temperatuur weergegeven.
Wanneer u het gerecht na afloop van de
bereidingstijd nog enige tijd in de binnenruimte
laat staan, stijgt de kerntemperatuur nog licht
vanwege de restwarmte in de binnenruimte.
Stelt u tegelijkertijd een programma in met de
kerntemperatuursensor en de timer voor de
bereidingstijd, dan wordt het apparaat
uitgeschakeld door het programma dat het eerst
de ingevoerde waarde bereikt.