Verwarmingsmethode en
temperatuur instellen
U kunt beide ovens tegelijkertijd gebruiken met
verschillende instellingen.
Uitzondering: Wanneer in één oven de zelfreiniging
plaatsvindt, kan de andere oven niet worden gebruikt.
1
Met de functiekeuzeknop de gewenste
verwarmingsmethode instellen.
Linker-functiekeuzeknop: onderste oven
Rechter-functiekeuzeknop: bovenste oven
Op het display worden de gekozen
verwamingsmethode en voorgestelde temperatuur
weergegeven.
Voorbeeld: onderste oven, hete lucht, 170°C.
3
3
4
2
Met de draaiknop de gewenste temperatuur
instellen.
Op het display verschijnt het opwarmsymbool " . De
balk geeft voortdurend de opwarmstatus weer. Bij het
bereiken van de ingestelde temperatuur klinkt een
signaal, het opwarmsymbool " verdwijnt.
Aanwijzing: Bij een ingestelde temperatuur onder de
70°C blijft de verlichting van de binnenruimte
uitgeschakeld.
Zijn beide ovens ingeschakeld, dan wordt ook de
instelling van beide ovens op het display
weergegeven. Met Q of R kiest u in enkele seconden
de weergave van de betreffende oven uit, met P keert
u terug naar de weergave van beide ovens.
4
4
Uitschakelen:
Draai de functiekeuzeknop op 0.
14
5
5
Snel voorverwarmen
Met de functie "Snel voorverwarmen" wordt de
gewenste temperatuur bijzonder snel bereikt.
Om een gelijkmatig kookresultaat te krijgen, plaatst u
het gerecht pas in de binnenruimte wanneer het snel
voorverwarmen beëindigd is.
U dient de functie "Snel voorverwarmen" in de
basisinstellingen activeren (zie het hoofdstuk
Basisinstellingen
).
Veiligheidsuitschakeling
Voor uw bescherming is het apparaat voorzien van een
veiligheidsuitschakeling. Het verwarmen wordt altijd
na 12 uur uitgeschakeld, wanneer het toestel in die
tijd niet bediend wordt. Op het display verschijnt een
melding.
Uitzondering:
wanneer met de timer lange duur wordt
geprogrammeerd.
Bevestig de melding met ™ en draai de
functiekeuzeknop op 0, dan kunt u het apparaat weer
zoals gewoonlijk in gebruik nemen.