6. Plaats de spieën (8400) in de rotor as (0701). Zorg er
voor dat de spieën (8400) (8350-B) tijdens de montage
de asbus niet raken.
7. Pas de de houder van de axiaallager achteraan (8350-D)
op de rotor as (0701).
8. Plaats de veerklem (8500) op de rotor as (0701) zoals
aangeduid is op de tekening en schroef het op de borg-
moer (8510).
9. Plaats de montage vertikaal op de werkbank en vergrendel
de rotor door een koperen staaf tussen de rotortanden te
duwen.
10. Draai de borgmoer (8510) aan tot de de asmoer contact
maakt met de axiaalkant van de houder van de axiaallager
achteraan (8350-D).
11. Controleer de speling van de axiaallager dank zij de voeler
van de meetklok (zie de tabel hieronder).
TG MAG
15-50
23-65
58-80
86-100
185-125
12. Boor 2 blinde gaten van diameter 4mm (±4mm diep), door
de 2 schroefdraadgaten (2x M5) van de borgmoer, in de
houder van de axiaallager achteraan (8350-D).
13. Draai de stelschroeven (8520) vast om de borgmoer vast
te zetten (8510).
14. Monteer de magnetische binnenrotor (8310) op de naaf
van de houder van de axiaallager achteraan (8350-D).
Zorg er voor dat de borgpennen samenvallen met de
gaten van de magnetische binnenrotor (8310).
15. Schroef de kopschroeven (8490) er in en borg ze (met
Loctite 243) overdwars met de aangegeven moment-
sleutel (zie hoofdstuk 3.23.3.1) om de magnetische
binnenrotor (8310) op de naaf vast te maken.
16. Controleer of de rotor as (0701) met de hand gelijkmatig
en zonder voelbare weerstand kan draaien.
A.0500.552 – IM-TGMAG/04.03 NL (01/2017)
Axial clearance
[mm]
0.11 – 0.13
0.13 – 0.15
0.15 – 0.18
8490
8310
8520
8510
8500
8350-D
8400
8350-B
0701
59