3.7.3
Invloeden
Het echte geluidsniveau van de pompgroep kan om verschillende redenen afwijken van de hierboven
genoteerde waarden.
•
De productie van lawaai daalt als heel visceuze vloeistoffen verpompt worden door de ver-
beterde smering en dempende eigenschappen. Bovendien verhoogt het weerstandskoppel van
het rondsel door de hogere vloeistofwrijving, wat resulteert in een lagere vibratie-amplitude.
•
De productie van lawaai stijgt als laagvisceuze vloeistoffen verpompt worden in combinatie met
een lage werkdruk, omdat het rondsel vrij kan bewegen (lagere belasting, lagere vloeistofwrij-
ving), en de vloeistof dempt niet veel.
•
Vibraties in de leidingen, trillingen van de voetplaat, enz. maken dat de installatie meer lawaai
maakt.
3.8
Maximaal en minimaal toelaatbare temperatuur
De maximaal toelaatbare temperatuur van het verpompte medium is 260°C, maar de temperatuurs-
grenzen moeten bekeken worden afhankelijk van het materiaal gebruikt voor de rondselbus, de
O-ring en dat voor de permanente magneten gebruikt in de magnetische koppeling. De minimaal toe-
laatbare temperatuur is -20° voor gietijzer en -40°C voor stukken van de behuizing uit roestvrij staal.
3.9
Mantelopties
S-mantels zijn ontworpen voor gebruik met verzadigde stoom of met ongevaarlijke media.
Ze worden geleverd met cilindrische schroefdraadverbindingen in overeenstemming met de norm
ISO 228-I.
Maximumtemperatuur:
Maximumdruk:
Merk op dat de maximumdruk van 10 bar de beperkende factor zal zijn bij het gebruik van verzadigde
stoom. Verzadigde stoom op 10 bar heeft een temperatuur van 180°C.
T-mantels zijn ontworpen voor gebruik met thermische olie, en zijn van toepassing op de
DIN4754-veiligheidsstandaard voor thermische olie overdracht. Deze DIN-standaard specificeert de
flensverbindingen voor temperaturen vanaf 50°C, en mantels uit rekbaar materiaal voor temperaturen
vanaf 200°C. Beide worden geleverd in het T-ontwerp.
T-mantels kunnen ook gebruikt worden voor verhitte stoom of voor gevaarlijkere media.
De flenzen hebben een speciale vorm nl. voorlasflens, gebaseerd op PN16-afmetingen.
Maximumtemperatuur:
Maximumdruk bij 260°C:
3.10 Binnenzijden
3.10.1 Busmaterialen
Overzicht van busmaterialen en hun toepassingsgebied
Materiaal code
Materiaal
Hydrodynamische smering
Corrosieweerstand
Abrasieweerstand
Drooglopen toegestaan
Gevoelig voor warmteschokken
Gevoelig voor blaasjesvorming in olie
Verouderen van de olie
Voedselverwerking toegelaten
(*) Dit zijn geen absolute cijfers. Hogere of lagere waarden zijn mogelijk in functie van de toepassing, de
verwachte levensduur, enz.
18
200°C
10 bar
260°C
12 bar
S
C
Staal
Koolstof
indien ja
Tot maximale werkdruk = 16 bar
indien nee 6 bar (*)
10 bar (*)
Redelijk
Goed
Weinig
Geen
Nee
Ja
Nee
Nee
Nee
> 180°C
Nee
Nee
Ja
Nee (antimoon) Nee (lood)
B
H
U
Brons
Keramiek
Hard metaal
6 bar (*)
6 bar (*)
10 bar (*)
Redelijk
Uitstekend
Goed
Geen
Goed
Goed
Matig
Nee
Nee
Nee
Ja dT<90°C
Nee
Nee
Nee
Nee
> 150°C
Nee
Nee
Ja
Ja
A.0500.552 – IM-TGMAG/04.03 NL (01/2017)
Q
Siliciumcarbide
10 bar (*)
Goed
Goed
Nee
Nee
Nee
Nee
Ja