3.16 Onderdelen van de magneetaandrijving
3.16.1 Magnetische koppeling
De magnetische koppeling brengt het koppel over van de aandrijvingsmotor naar de rotoras.
De opstelling van de magnetische koppeling vervangt een dynamische asafdichting en maakt de
pomp 100 % lekvrij.
De magnetische koppeling bestaat uit de volgende onderdelen:
De magnetische buitenrotor is op de pompas gemonteerd die wordt aangedreven door de motor.
De magnetische binnenrotor is op de rotoras gemonteerd binnenin het natte deel van de pomp.
De scheidingsbus ligt tussen de magnetische buiten- en binnenrotor en zorgt voor de hermetische
afdichting van de pomp. Permanente magneten zijn gemonteerd op de buiten- en binnenrotor van de
magnetische koppeling. De magneten op de magnetische binnenrotor zijn volledig in roestvrij staal
ingekapseld om elk contact met het verpompte medium te vermijden. De magneten die zijn gemon-
teerd op de buitenrotor zijn open en beschermd tegen corrosie bij contact met de omgevingslucht.
Het koppel wordt overgebracht door magnetische velden tussen de buiten- en binnenmagneten die
door de stationaire scheidingsbus komen. De magnetische buiten- en binnenrotor lopen synchroon
zonder slip.
De scheidingstrommel is een gelaste constructie waarbij de flens en de bodemplaat aan de dunwan-
dige buisdelen zijn gelast. The scheidingstrommel is ontworpen voor een systeemdruk tot 25 bar. Het
deel tussen de magnetische rotoren is gemaakt uit Hastelloy om de verliezen door wervelstromen
(eddy current) te minimaliseren. De scheidingstrommel is verzegeld tegen het tussendeksel dankzij
een O-ring.
Als het koppel van de pomp een maximaal toelaatbaar koppel van de magnetische koppeling
overschrijdt, slipt de koppeling. Het slippen van de koppeling is geassocieerd aan een excessieve
warmteontwikkeling en sterke vibraties die de koppeling permanent kunnen beschadigen, en de
lagers vernielen. Daarom moet de aandrijvingsmotor afgezet worden van zodra de koppeling door
overbelasting slipt. Deze situatie kan gedetecteerd worden dankzij de volgende middelen
•
Een vermindering van de stroomoutput
•
Een vermindering van de uitlaatdruk
•
Verminderd stroomgebruik door de aandrijvingsmotor
De aandrijvingsmotor moet stopgezet worden om het slippen van de magnetische koppeling te doen
eindigen
22
Scheidingstrommel
Magnetische binnenrotor
Magnetische buitenrotor
A.0500.552 – IM-TGMAG/04.03 NL (01/2017)