Opties tijdens een training
Nadat het bericht "Leuke training" ("Enjoy Workout") wordt weergegeven,
begint het programma uw trainingsstatistieken te verzamelen. De volgende
trainingsstatistieken worden in de aangegeven volgorde vastgelegd:
• TIJD
• MIJLEN
• CAL/UUR
• STEP/MIN
• NIVEAUS
• WATTAGE
• MET'S
doelhartslag (uitsluitend in hartslagprogramma's)
Het raster van 20 x 30 op het onderste venster van het display geeft het
trainingsprofiel van het geselecteerde trainingsprogramma weer. Elke kolom
vertegenwoordigt een gelijke sectie van de totale training en de knipperende kolom
wordt verplaatst in het raster naarmate de training vordert.
de stapsnelheid of de doelhartslag tijdens een training wijzigen
De stapsnelheid kan op elk moment tijdens de training worden gewijzigd door op de
toets [Niveau: OMHOOG ([Level: UP]) te drukken om de weerstand te verhogen of
de toets [Niveau: OMLAAG ([Level: DOWN]) om de weerstand te verlagen. Op de
console verschijnt "STAPSNELHEID" ("STEP RATE").
Bij hartslagprogramma's kunt u de cijfertoetsen gebruiken om de doelhartslag te
wijzigen. Als de gebruiker op een cijfertoets drukt in een hartslagprogramma, dan
verschijnt de boodschap "DOEL HF" ("TARGET HR") in de berichtregel.
Nadat u de gewenste doelhartslag hebt ingevoerd, drukt u op [ENTER] om deze te
bevestigen. De console zal de weerstand dan geleidelijk aanpassen, totdat u de
nieuwe doelhartslag hebt bereikt.
doelhartslag
De door de console geselecteerde doelhartslag in de werkfase is gebaseerd op
leeftijd en is gelijk aan 80 % van uw maximale hartslag. Deze wordt berekend met
de volgende formule:
Maximale hartslag = 215 – (0,75 * leeftijd).
doelhartslag = Max. hf * 0,8
Desgewenst kunt u de doelhartslag op dit moment met de cijfertoetsen wijzigen
en vervolgens op [ENTER] drukken. Tijdens een training kunt u naar een nieuwe
doelhartslag (tussen 100 en 180 slagen per minuut) overschakelen door met de
cijfertoetsen de nieuwe doelhartslag in te voeren en vervolgens op [ENTER] te drukken.
Bediening
30
Gebruikershandleiding