Golfmenu
Tijdens een ronde kunt u op START drukken om extra functies in het golfmenu weer te geven.
Einde van ronde: Beëindigt de huidige ronde.
Onderbreek ronde: Hiermee onderbreekt u de huidige ronde. U kunt de ronde op elk gewenst moment hervatten
door een Golfen te starten.
Verplaats vlag: Hiermee kunt u de pinlocatie verplaatsen voor een nauwkeurigere afstandsmeting
verplaatsen,
pagina 17).
hazards: Toont de bunkers en het watergevaar voor de huidige hole.
Shot meten: Toont de afstand van uw vorige slag die is geregistreerd met de Garmin AutoShot
(Gemeten slagen weergeven,
meten,
pagina 18).
Layups: Toont de layup- en afstandsopties voor de huidige hole (alleen par 4- en par 5 holes).
Scorekaart: Hiermee opent u de scorekaart voor de ronde
Kilometerteller: Toont de geregistreerde tijd en afstand en het aantal stappen. De afstandteller start en stopt
automatisch wanneer u een ronde start of stopt. U kunt de kilometerteller resetten tijdens een ronde.
PinPointer: De functie PinPointer is een kompas dat in de richting van de pinlocatie wijst wanneer u de green
niet kunt zien. Met deze functie kunt u de richting van een shot plannen, zelfs als u tussen bomen of struiken
of in een diepe zandbunker staat.
OPMERKING: Gebruik de functie PinPointer niet terwijl u in een golfkar zit. Interferentie van de golfkar kan de
nauwkeurigheid van het kompas beïnvloeden.
Clubgegevens: Toont uw statistieken voor elke golfclub, zoals gegevens over afstanden en nauwkeurigheid.
Wordt weergegeven wanneer u Approach
De vlag verplaatsen
U kunt de green in meer detail bekijken en de pinlocatie verplaatsen.
1 Druk in het hole-weergavescherm op START.
2 Selecteer Verplaats vlag.
3 Druk op UP of DOWN om de pinlocatie te verplaatsen.
4 Druk op START.
De afstanden op het hole-weergavescherm worden bijgewerkt met de nieuwe pinlocatie. De pinlocatie wordt
alleen opgeslagen voor de huidige ronde.
Gemeten slagen weergeven
Voordat het toestel automatisch slagen kan detecteren en meten, moet u het bijhouden van de score
inschakelen.
Uw toestel beschikt over een functie voor het automatische detecteren en vastleggen van slagen. Telkens
wanneer u tegen de bal slaat op de fairway, legt het toestel uw slagafstand vast, zodat u deze later kunt
bekijken.
TIP: Automatische detectie werkt het beste wanneer u het toestel op uw belangrijke pols draagt en goed
contact maakt met de bal. Putts worden niet gedetecteerd.
1 Selecteer tijdens het golfen START > Shot meten.
Uw laatste slagafstand wordt weergegeven.
OPMERKING: De afstand wordt automatisch hersteld wanneer u de bal opnieuw raakt, putt op de green, of
naar de volgende hole gaat.
2 Selecteer DOWN om eerder vastgelegde shot-afstanden weer te geven.
Activiteiten en apps
pagina 17). U kunt een slag ook handmatig registreren
®
CT10 sensoren koppelt of de Clubmelding instelling inschakelt.
(Score bijhouden,
pagina 18).
(De vlag
functie
™
(Een slag handmatig
17