Sla deze paragraaf over als de Chain of Custody op iets anders staat ingesteld dan op
'Handmatige koppeling'.
Wanneer deze Chain of Custody-modus wordt geselecteerd, wordt de afbeelding van de
gekoppelde accessie weergegeven voor de m buisjes:
a
Klik op m-buisje 1 in de houder (linksboven).
b
Typ of scan in het dialoogvenster Koppeling van barcodes dat wordt weergegeven, de
accessiebarcode gevolgd door de 2D-sequencebarcode.
c
Herhaal dit voor alle m-buisjes in de houder. Nadat u de barcode van het eerste m-buisje
hebt ingevoerd, wordt het dialoogvenster Koppeling van barcodes automatisch voor de
volgende buisjes weergegeven.
De scanvolgorde verloopt per houder M-BUISJESKOLOMMEN (geen rijen, tenzij er
slechts één rij met potjes is).
Zodra de barcode voor een m-buisje is ingevoerd, verandert de afbeelding van het m-
buisje (zie hieronder).
9
Klik op de knop 'terug' als dit de enige houder in de batch is of ga verder met de onderstaande
stappen voor het toevoegen van houders aan een batch.
Houders toevoegen aan een batch
Voer de onderstaande stappen voor het genereren van een batch met meerdere houders uit. Alle
houders in een batch van meerdere houders moeten tegelijk op de MultiProcessor worden geplaatst.
De monsters worden pas verwerkt als alle houders in de opgegeven batch zijn geplaatst.
10 Scan de barcode van een houder.
— of —
Klik in het scherm Aanmelding batch op de knop 'aanmelding houder' rechts op het scherm
(zie hieronder). Voer in het venster voor de barcode van de houder de barcode van de houder in.
•
Een nieuwe houder kan niet na een gedeeltelijke houder aan een batch worden
toegevoegd.
•
Extra houders moeten hetzelfde verwerkingstype hebben als de eerste houder (Alleen aliquot).
•
Als de Chain of Custody staat ingesteld op 'Handmatige koppeling', kan er pas een
nieuwe houder worden toegevoegd als alle vereiste buisjes zijn gekoppeld.
11 Voer bovenstaande stappen voor 'Alleen aliquot selecteren', 'De houder definiëren',
'Accessie- en 2D-sequencebarcodes koppelen' en 'Houders toevoegen aan een batch' voor
elke extra houder uit.
•
Voor batches met meerdere houders wordt de standaard ingesteld op de eerste
aangemelde houder en moeten alle vereiste wijzigingen in de opties voor
monsterverwerking voor specifieke rijen worden doorgevoerd.
4 – Bewerkingen
89