Inhoudsopgave
Advertenties
Gebruikershandleiding van de BD Totalys™ MultiProcessor
b
Wijzig het aliquottype voor een enkele rij. Klik op de knop 'aliquot bewerken/verwijderen'
naast de rij met m-buisjes.
Laat in het dialoogvenster Aliquotselectie dat wordt weergegeven, de knop voor het aantal
buisjes op '4' staan en selecteer het gewenste aliquottype in het vervolgkeuzemenu. Klik
op de knop 'OK' om verder te gaan.
Afbeelding 4-30 – Het dialoogvenster Aliquotselectie – optie geselecteerd
In het scherm Aanmelding batch staat het nieuwe aliquottype alleen onder die rij met
m-buisjes.
De optie Post-cytologie
Het mengen dat door de MultiProcessor wordt uitgevoerd, is anders voor een vol monsterpotje
(d.w.z. vóór de cytologische verwerking) en een post-cytologisch monsterpotje. In de meeste
gevallen kan er door de MultiProcessor bij het scannen van de barcode van een potje
onderscheid worden gemaakt tussen volledige monsters en post-cytologische monsters.
Wanneer de optie Post-cytologie is geselecteerd, voert de MultiProcessor de mengacties uit
die geschikt zijn voor post-cytologische monsterpotjes (d.w.z. die ongeveer 2–4 mL monster
bevatten) zonder de verwerkingsgeschiedenis van de monsterpotjes. Deze optie moet worden
geselecteerd als op de MultiProcessor de verwerkingsgeschiedenis van dat monster niet is
geregistreerd, zoals de volgende scenario's:
•
BD SurePath™ Liquid-Based Pap-test verwerkt op een andere MultiProcessor en een
extern station (verschillende monsterdatabases)
•
Storing in het externe station zonder goede back-up van de database
•
BD SurePath™ Liquid-Based Pap-test verwerkt zonder Chain of Custody (de optie 'Geen',
en dus geen tracering en opslaan van monstergegevens)
•
BD SurePath™ Liquid-Based Pap-test handmatig verwerkt (d.w.z. voordat MultiProcessor
was geïnstalleerd)
c
Het selectievakje Post-Cytologie kan op het configuratiescherm voor standaard-aliquots
worden geselecteerd als algemene instelling in het scherm Aanmelding batch of per rij in
het dialoogvenster voor het configureren van rijen m-buisjes.
d
Op het scherm Aanmelding batch wordt elke rij flacons die met de optie Post-Cytologie
moet worden verwerkt, achter de naam van het aliquottype aangegeven.
Accessie- en 2D-sequencebarcodes koppelen
Wanneer de standaard Chain of Custody-modus staat ingesteld op 'Handmatige koppeling' voor
m-buisjes, moeten zowel de accessie- als de 2D-sequencebarcodes op die buisjes tijdens de
batchaanmelding aan elkaar worden gekoppeld.
88
Advertenties
Inhoudsopgave
