Gebruikershandleiding van de BD Totalys™ MultiProcessor
C-buisjes
Potjes
Afbeelding 4-7 – Monsterhouder van de BD Totalys™ MultiProcessor
Er kunnen maximaal 16 monsters in een houder worden geplaatst. De plaatsingsvolgorde voor alle
onderdelen (c-buisjes, monsterpotjes, injectiepipetten en m-buisjes) loopt van links naar rechts en van
boven naar beneden.
•
Positie 1 is voor elk onderdeel de plek linksboven
•
Positie 16 is voor elk onderdeel de plek rechtsonder
Houd de achterkant van de houder (de lange rand bij de c-rekken en
injectiepipetten) schoon en vrij van etiketten. Dit voorkomt fouten
Batches
Als er meerdere houders tegelijk worden verwerkt, kunnen deze worden gegroepeerd in één batch
voor de MultiProcessor.
De houders die als batch worden verwerkt, worden samen aangemeld bij het externe station en
vervolgens in het instrument geplaatst. Alle houders in een batch ontvangen dezelfde
standaardinstellingen; dus de standaardinstelling wordt ingesteld op de eerste houder die wordt
aangemeld. Als bijvoorbeeld enkele, maar niet alle monsters voor een aliquot met m-buisjes een
moleculaire aliquot moeten krijgen, moeten de rijen voor monsters waarvoor geen aliquot vereist is
handmatig worden bewerkt. Alle houders in een batch worden samen verwerkt en het instrument geeft
pas aan dat de verwerking voltooid is als alle houders van de batch zijn verwerkt.
Het maximum aantal houders per batch is drie, waarmee de hoogste doorvoer wordt bewerkstelligd.
De MultiProcessor kan zes houders tegelijk bevatten. Als het instrument volledig gevuld is, zijn
bijvoorbeeld de volgende houdercombinaties mogelijk:
•
Twee batches van drie houders
•
Drie batches van twee houders
•
Zes batches van één houder
58
C-rekken
OPMERKING
met de houdersensoren in het instrument.
Injectiepipetten
M-buisjes