Inhoudsopgave
Advertenties
3
Tik in het scherm Batchstatus op de knop 'gebruikersdiagnose'.
4
Tik op het veld Controle monsteroverdracht om dat veld te markeren.
5
Tik op de knop 'uitvoeren'.
Er wordt een venster geopend met instructies voor het plaatsen van de houder met de twaalf
monsterpotjes, twaalf injectiepipetten, acht m-buisjes en acht lege c-buisjes.
6
Open de IO-poort en duw de houder helemaal naar de achterkant van de IO-poort. Sluit de
IO-poort om de diagnose te starten.
Functies van het instrument
Wanneer deze diagnostische gegevens worden geselecteerd, gebeurt het volgende:
•
8,5 mL vloeistof uit de eerste rij met potjes wordt gemengd en geaspireerd en 0,5 mL vloeistof
wordt afgegeven in de eerste rij met m-buisjes, gevolgd door 8,0 mL vloeistof in de eerste rij met
c-buisjes.
•
0,5 mL vloeistof uit de tweede rij met potjes wordt gemengd en geaspireerd en afgegeven in de
tweede rij met m-buisjes.
•
8,0 mL vloeistof uit de derde rij met potjes wordt gemengd en geaspireerd en afgegeven in de
tweede rij met c-buisjes.
•
De houder wordt weer bij de IO-poort geplaatst waarna dit met een bericht wordt bevestigd.
7.4.11 Niveaufout bij monsteroverdracht naar c-buisje
Doel
De foutdiagnose van de monsteroverdracht voor het niveau van het c-buisje wordt gebruikt om
aanhoudende systeemwaarschuwingen vanwege een laag of hoog volume in een of meer c-buisjes na
het overbrengen van een monster uit het monsterpotje te wissen.
Voer deze diagnose uit wanneer dit door een aanhoudende systeemwaarschuwing wordt aangegeven.
Procedure
1
Plaats vier c-rekken (met 2D-barcodes) in een monsterhouder.
•
Plaats de c-rekken met de 2D-barcode naar links gericht, zodat de buisjesrekken naar
rechts hellen (van de barcode van de monsterhouder af gericht).
2
Plaats vier monsterpotjes met barcodes, vier injectiepipetten en vier lege c-buisjes in de
c-rekken.
•
Plaats de monsterpotjes, injectiepipetten en c-buisjes in de eerste rijen van hun respectieve
locaties.
7 – Probleemoplossing
239
Advertenties
Inhoudsopgave
