7.4
Gebruikersdiagnose
In deze paragraaf worden de verschillende procedures voor gebruikersdiagnoses beschreven die
nodig zijn om de functies van het instrument te testen en/of systeemfouten te verhelpen.
De gebruikersdiagnose kan alleen worden uitgevoerd als het instrument niet wordt gebruikt (als er op
dat moment geen batches of andere gebruikersdiagnoses worden uitgevoerd).
De verschillende gebruikersdiagnoses worden voor verschillende doeleinden gebruikt, die in deze
paragraaf worden beschreven. Als er meerdere systeemwaarschuwingen voor de MultiProcessor zijn,
kan het zijn dat er meerdere gebruikersdiagnoses nodig zijn om de waarschuwingen te wissen.
7.4.1 Centrifuge
Doel
De centrifugediagnose wordt gebruikt om diverse systeemwaarschuwingen vanwege problemen met
de centrifuge of het centrifugeluik te wissen.
Voer deze diagnose uit wanneer dit door een aanhoudende systeemwaarschuwing wordt aangegeven.
Procedure
1
Tik in het scherm Batchstatus op de knop 'gebruikersdiagnose'.
2
Tik op het veld Centrifuge om dat veld te markeren.
3
Tik op de knop 'uitvoeren'.
Functies van het instrument
Wanneer deze diagnostische gegevens worden geselecteerd, gebeurt het volgende:
•
Het luik van de centrifuge wordt geopend en gesloten.
•
De centrifugerotor wordt verplaatst.
7.4.2 Verstopte sonde
Doel
De diagnose van verstopte sondes wordt gebruikt om diverse systeemwaarschuwingen vanwege
problemen met verstopte sondes in het aspiratie-/decanteerstation te wissen.
Voer deze diagnose uit wanneer dit door een aanhoudende systeemwaarschuwing wordt aangegeven.
Procedure
1
Plaats één c-rek (met 2D-barcode) in een monsterhouder.
•
Plaats het c-rek met de 2D-barcode naar links, zodat de buisjesrekken naar rechts hellen
(van de barcode van de monsterhouder af gericht).
2
Plaats vier lege c-buisjes in het c-rek.
•
Plaats de c-buisjes in de eerste kolom (niet in de rij).
7 – Probleemoplossing
229