barcodes op de dummy-c-buisjes en niet op ontbrekende buisjes. Problemen met
ontbrekende buisjes moeten worden opgelost, anders treden er instrumentfouten op.
Plaats de barcodes naar links gericht op de c-buisjes met eventuele
ruimte tussen barcode-etiketten of overlapping naar rechts gericht (van
de barcode van de monsterhouder af gericht). Zo kan het instrument de
Afbeelding 4-8 – Plaatsing van c-buisjes en barcodes van c-buisjes in een monsterhouder
3
Meng de monsterpotjes gedurende 15 ± 5 seconden en op 3.000 tpm in de vortexer.
•
Voer een visuele inspectie van de potjes uit en controleer op tekenen van lekkage of laag
volume (monsterpotjes bevatten 10 mL BD SurePath™-conserveervloeistof). Als een
potje maar voor een beetje gevuld is, moet u deze niet gebruiken; de overdracht van
een kleine monsterhoeveelheid kan leiden tot onvoldoende doel in het geprepareerde
monster.
•
De afneembare kop(pen) van het bemonsteringsinstrument moeten zich voor correcte
verwerking van objectglaasjes in het monsterpotje bevinden.
•
Zorg dat de kop van het bemonsteringsinstrument zich in de grotere opening van het
monsterpotje bevindt. De kleinere opening is de plek waar het instrument de injectiepipet
in steekt.
OPMERKING
barcode lezen tijdens een verwerking.
4 – Bewerkingen
61