Gebruikershandleiding van de BD Totalys™ MultiProcessor
7.4.10 Controle monsteroverdracht
Doel
De diagnostische controle van de monsteroverdracht wordt niet gebruikt voor het wissen van
systeemwaarschuwingen.
Voer deze diagnose uit als dat een vereiste van uw laboratorium voor het controleren van de volumes
van de monsteroverdracht is. Volg de procedures van uw laboratorium ten aanzien van de voor- en na-
gewichten van buisjes en voor het berekenen van een nauwkeurig volume.
Procedure
1
Plaats vier c-rekken (met 2D-barcodes) in een monsterhouder.
•
Plaats de c-rekken met de 2D-barcode naar links gericht, zodat de buisjesrekken naar
rechts hellen (van de barcode van de monsterhouder af gericht).
2
Plaats twaalf monsterpotjes, twaalf injectiepipetten, acht m-buisjes en acht lege c-buisjes in de
c-rekken.
•
Plaats de monsterpotjes, injectiepipetten en c-buisjes in de eerste rijen van hun respectieve
locaties.
•
Breng een dummy-2D-sequencebarcode aan op elk c-buisje. Dummy-2D-sequencebarcodes
hebben de notatie @000–000–000.
Plaats de barcodes naar links gericht op de c-buisjes met eventuele
ruimte tussen barcode-etiketten of overlapping naar rechts gericht (van
de barcode van de monsterhouder af gericht). Zo kan het instrument de
238
OPMERKING
barcode lezen tijdens een verwerking.