Inhoudsopgave
Advertenties
•
Het afdekmedium is droog (natte media kunnen een slechte werking van de apparatuur
veroorzaken). Dit is vooral belangrijk voor objectglazen met glazen coverslips.
•
De objectglazen zijn schoon (geen vingerafdrukken, stof, vuil, luchtbellen). Pak de
objectglazen aan de rand vast. Afgeschilferde of beschadigde objectglazen worden mogelijk
niet gescand.
•
De coverslip steekt niet buiten het oppervlak van het objectglas uit.
•
Het etiket is glad aangebracht en steekt niet uit. (Omhoog staande randen kunnen tijdens
de verwerking blijven plakken, waardoor het objectglas kan breken of een storing in het
apparaat kan optreden.)
•
Het objectglas is op de juiste wijze geëtiketteerd voor gebruik met de digitale imager.
Zie 'Objectglazen etiketteren' op pagina 4.7.
•
Objectglascodes in OCR-indeling kunnen niet worden gecombineerd met objectglascodes
in barcode-indeling in dezelfde carrier.
De digitale imager moet zo zijn ingesteld dat deze overeenkomt met de indeling van de
objectglasetiketten in de carrier. Raadpleeg 'Barcodes configureren' op pagina 3.23 voor meer
informatie. Nadat de configuratie is ingesteld, blijft de instelling behouden.
Elke carrier kan maximaal 40 objectglazen bevatten. De objectglazen hoeven niet in een specifieke
volgorde te staan; er kunnen sleuven worden overgeslagen.
B
EDIENING VAN DE DIGITALE IMAGER
Gebruikershandleiding Genius™ digitale imager
4
4.11
Advertenties
Inhoudsopgave
