3
G
EBRUIKERSINTERFACE
4. Het resultaat wordt weergegeven op het aanraakscherm.
Afbeelding 3-43 Eventlog objectglas
De kop van het rapport bevat de datum waarop het rapport is uitgevoerd, de naam van het
laboratorium, de naam van de digitale imager, de Imager-ID (serienummer van de digitale
imager), de code van het workstation (serienummer van de imager-computer) en het aantal
objectglasincidenten dat overeenkomt met de zoekcriteria. Het aantal objectglasincidenten
dat overeenkomt met de zoekcriteria wordt ook weergegeven in de linkerbovenhoek van
het aanraakscherm.
De fouten worden weergegeven met de meest recente als nummer 1 bovenaan de lijst en oudere
voorvallen daaronder. Elke vermelding toont de objectglascode, een tijd- en datumstempel,
de softwareversie die op dat moment op de digitale imager werd gebruikt en een korte
foutcode/beschrijving.
Het rapport geeft het aantal regels met gegevens weer dat is geselecteerd in de rapportlimietinstelling
(500 tot 5000), zie 'Limiet rapportlengte' op pagina 3.17.
Tik voor rapporten met meerdere pagina's op de cirkel aan de rechterkant van het aanraakscherm om
door de resultaten te bladeren.
Tik op de knop Naar USB opslaan om het rapport op te slaan op een USB-medium.
Tik op de knop Sluiten om het rapport te verlaten en terug te gaan naar het hoofdscherm.
Als er op de digitale imager gedurende de opgegeven periode geen objectglasincidenten zijn
opgetreden, genereert het rapport 0 resultaten en wordt er een leeg rapport weergegeven.
3.46 Gebruikershandleiding Genius™ digitale imager