Punt- en bochtparameters specificeren
Parameters die ingevoerd kunnen worden, kunnen afhankelijk van de gespecificeerde punten in stap 5/6
beperkt zijn. Bij parameters die ingevoerd kunnen worden, staat een cirkel ( ○ ). Bij parameters die niet
ingevoerd kunnen worden, staat een kruisje (×).
Parameters
Ingestelde
coörd.
Naar punt
Middelpunt
Naar punt
Kruispunt
Middelpunt
Kruispunt
Naar punt
Middelpunt
Kruispunt
Voorzorgsmaatregel bij het uitvoeren van een bochtuitzetting
In de volgende gevallen kunnen parameters niet worden berekend.
Chord
---------------- -
wanneer de straal<
2
wanneer de bocht<koorde
Wanneer de Tan In ×2<koorde
Wanneer de binnenhoek tussen de terugtangens en de azimuthoek tussen de startpositie en de eindpositie 0°
is of groter is dan 180°
Straal
Hoek
×
×
×
×
×
×
○
○
×
○
○
○
Bocht
Koorde
×
×
×
×
×
×
○
×
○
○
×
○
76
17. EEN BOCHT UITZETTEN
Tan in
Bk tan
×
×
×
×
×
×
○
○
○
×
×
×
Richting
○
○
○
○
○
○