33.12 Een functie aan toetsen toewijzen
In de OBS-modus kunnen schermtoetsen worden toegewezen die afgestemd zijn op meetomstandigheden.
Het is mogelijk om de iM efficiënt te bedienen, omdat vooraf unieke schermtoetsen toegewezen kunnen
worden die op diverse applicaties en de persoonlijke bedieningsstijl van operators zijn afgestemd.
• De huidig toegewezen schermtoetsen blijven behouden tot ze opnieuw worden gewijzigd, zelfs als het
instrument wordt uitgeschakeld.
• Er kunnen twee series schermtoetsen worden toegewezen: user setting 1 (instellingen gebruiker 1) en user
setting 2 (instellingen gebruiker 2).
• Desgewenst kunnen de schermtoetstoewijzingen voor gebruiker 1 en gebruiker 2 worden opgeroepen.
• Bij het vastleggen en registreren van toegewezen schermtoetsen worden eerder vastgelegde
toetsinstellingen gewist. Wanneer een schermtoetsserie wordt opgeroepen, vervangt de opgeroepen serie
de eerdere schermtoetsserie. Houd dit goed in gedachten.
Dit is de schermtoetstoewijzing bij verzending van de iM.
Pagina 1 [MEAS] [SHV] [0SET] [COORD]
Pagina 2 [MENU] [TILT] [H-SET] [EDM]
Pagina 3 [MLM] [OFFSET] [TOPO] [S-O]
U kunt de volgende functies toewijzen aan schermtoetsen.
[MEAS]
: Afstandmeting
[SHV]
: Voor het wisselen tussen hoekweergave en afstandweergave
[0SET]
: Stelt de horizontale hoek in op 0
[COORD]
: Coördinaten meten
[REP]
: Om de meting te herhalen
[MLM]
: Ontbrekende lijn meten
[S-O]
: Uitzetmetingen
[OFFSET]
: Offset meten
[TOPO]
: Om naar het TOPO-menu te gaan
[EDM]
: Stelt EDM in
[H-SET]
: Stelt de vereiste horizontale hoek in
[TILT]
: Schuinstandhoek weergeven
[MENU]
: Om naar de modus Menu te gaan (coördinaten meten, uitzetmetingen, offsetmetingen,
metingen herhalen, ontbrekende lijnen meten, REM-metingen, insnijdingsmetingen,
oppervlakmetingen, uitzetlijn, uitzetbocht, puntprojectie, kruisingen, meetlijnen)
[REM]
: REM-metingen
[RESEC]
: Insnijdingsmeting (De coördinaat van het instrumentstation kan worden vastgelegd op
het meetresultatenscherm.)
[R/L]
: De horizontale hoek van rechts naar links selecteren
[ZA / %]
: Overschakelen van zenithoek/helling in %
[HOLD]
: Horizontale hoek vasthouden/vrijgeven
[CALL]
: Definitieve meetgegevens weergeven
[S-LEV]
: Teruggezonden signaal
[AREA]
: Oppervlakteberekening
[F/M]
: Overschakelen tussen meter/feet
[HT]
: Om de hoogte van het instrumentstation en het doel in te stellen
[S-O LINE]
: Om een uitzetlijn te meten
[S-O ARC]
: Om een uitzetbocht te meten
[P-PROJ]
: Om een Puntprojectie te meten
[PTL]
: Punt naar een lijn
[INTSCT]
: Om kruisingen te meten
[TRAV]
: Om een meetlijn bij te stellen
190
33. INSTELLINGEN WIJZIGEN