PROCEDURE Uitschakelen
1. Houd de aan/uit-knop (ongeveer 1 seconde) ingedrukt op
het bedieningspaneel.
• Als de batterij bijna leeg is, zal het batterijpictogram
beginnen te knipperen. Als dit gebeurt, stopt u met
opmeten, u schakelt het instrument uit en laad ofwel de
batterij op of u vervangt de lege batterij door een volle.
• Om energie te besparen, wordt het instrument automatisch
uitgeschakeld als het een vastgesteld periode niet wordt
bediend. Deze tijdsperiode kan worden ingesteld in het
veld Power off in <Instr.config>.
"33.1 Observatieomstandigheden - Hoek/schuinstand"
Resetknop
Als er problemen optreden met de software, drukt u de resetknop in om het programma geforceerd te
rebooten. Gebruik een van de meegeleverde inbussleutels (1,3 mm/1,5 mm) of een puntig voorwerp,
bijvoorbeeld een stift, om de resetknop in te drukken.
• Door op de resetknop te drukken kunnen bestands- en mapgegevens verloren raken.
• U mag geen scherp gebruiksvoorwerp zoals een naald gebruiken. Dit kan tot gevolg hebben dat het
instrument niet goed meer werkt.
Resetknop
27
8. IN- EN UITSCHAKELEN