10.Als er problemen zijn met de resultaten van een punt,
plaatst u de cursor op dat punt en drukt u op [OMIT]
(weglaten). Aan de linkerzijde van het punt wordt *
weergegeven.
11. Druk op [RE_CALC] om een nieuwe berekening uit te
voeren zonder het punt dat in stap 10 is genoemd. Het
resultaat wordt weergegeven.
Als er geen problemen zijn met het resultaat, gaat u verder
naar stap 12.
Als er opnieuw problemen zijn met het resultaat, voert u de
insnijdingsmeting uit van stap 4.
12.Druk op [OK] om de insnijdingsmeting te voltooien. Alleen Z
(hoogte) van de coördinaten van het instrumentstation
worden ingesteld. De noord- en oostwaarden worden niet
overschreven.
Berekeningsproces voor insnijding
De noord- en oostcoördinaten worden gevonden met behulp van hoek- en
afstandobservatievergelijkingen, en de coördinaten van het instrumentstation worden gevonden met
behulp van de kleinste-kwadratenmethode. De Z-coördinaat wordt gevonden door de gemiddelde waarde
als de coördinaten van het instrumentstation te behandelen.
Start berekening
Hypothetische coördinaten worden gevonden
De observatievergelijking voor de hoek
wordt voorbereid
De observatievergelijking voor de afstand
wordt voorbereid
De normale vergelijking wordt voorbereid
Coördinaten voor instrumentstation
worden berekend
Verschil met de hypothetische
coördinaten minder dan 05 mm
Ja
Berekening van de Z-coördinaat
Einde berekening
1 s t
2 n d
3 r d
4 t h
OMIT
Berekende coördinaten voor het
instrumentstation ingesteld als
hypothetische coördinaten
Wordt 3 maal herhaald
Nee
56
13. COÖRDINATEN METEN
Z
- 0 . 0 0 3
- 0 . 0 0 3
0 . 0 0 0
0 . 0 0 2
RE _ CALC
RE _ MEAS
ADD