•
Laat kinderen nooit in uw auto staan of op hun knieën op de stoel zitten
tijdens het rijden. Een staand of knielend kind kan tijdens een aanrijding naar
voren schieten, wat tot (dodelijk) letsel bij het kind of een andere passagier
kan leiden.
•
De instructies van de fabrikant van het kinderzitje voor juist gebruik van de
veiligheidsgordel moeten in acht worden genomen. Als de veiligheidsgordels
goed zijn bevestigd, kan het kinderzitje een optimale bescherming bieden.
•
Bij een aanrijding of bij remmen in een noodgeval kan een kinderzitje dat niet
goed is geïnstalleerd en bevestigd, bewegen en andere passagiers in uw auto
verwonden. Dus ook als het kinderzitje niet in gebruik is, moet het goed in uw
auto worden geïnstalleerd en bevestigd.
•
Wanneer er een kind in het kinderzitje zit, laat het kind dan niet met het hoofd
of lichaam tegen het portier, de zijkant van de stoel of de stijl, of onder de
dakbalk leunen. Bij een ongeval worden de zijairbags of gordijnairbags in die
gebieden geactiveerd, waardoor de kans op letsel bij het kind toeneemt.
Categorieën van kinderzitjes
Er mogen alleen kinderzitjes worden gebruikt die zijn goedgekeurd en die geschikt
zijn voor het kind. Kinderen die langer dan 1,5 meter zijn, mogen de
veiligheidsgordel gebruiken, net als volwassenen. Als er een kinderzitje moet
worden gebruikt, moet het aan de relevante regelgeving of normen voldoen.
Tabel 1: Tabel kinderbeveiligingssystemenTabel kinderbeveiligingssystemen
Toeges-
tane
0, 0+, I, II,
gewichts-
groepen*
Stoelposi-
Bestuurd-
tie
Zitpositie
geschikt
n.v.t.
voor
0, 0+, I, II, III
III
Passagier op de 1
Passa-
er
giersair-
bag UIT
(*a)
Ja
0, 0+, I, II,
e
zitrij
Passa-
giersair-
bag AAN
Nee
0, 0+, I, II,
III
III
e
e
2
zitrij
2
zitrij
links
midden
(*b)
Ja
Ja
Veiligheid
0, 0+, I, II,
III
e
2
zitrij
rechts
Ja
222