Pagina 2
EL7 Disclaimer Bedankt dat u voor de EL7 van NIO hebt gekozen (hierna "EL7" genoemd). De EL7 is een slimme, elektrische auto. Met de EL7 rijdt u niet alleen prettig en comfortabel, maar ook nog eens groen. Voordat u in uw EL7 wegrijdt, raden wij u aan om eerst de gebruikershandleiding op het middendisplay te lezen, zodat u over alle informatie beschikt om uw nieuwe auto optimaal te gebruiken.
Pagina 3
Opmerking: Deze inhoud geeft suggesties om uw auto beter te gebruiken. Als u vragen over deze handleiding hebt, neem dan telefonisch contact met ons op of log in op de officiële website van NIO voor de laatste versie van de gebruikershandleiding voor de EL7.
63 Volg me naar huis 8 Sleutelloos ontgrendelen/ 64 Minimale verlichting vergrendelen 65 Zoekverlichting 10 Ontgrendelen, starten en 66 Nachtverlichting vergrendelen met de NIO-app 67 Verlichting in de bagageruimte 12 Ontgrendelen/vergrendelen via Bluetooth Account en geheugen 14 Via NFC ontgrendelen/vergrendelen 68 Sleutelhanger koppelen aan...
Pagina 5
Rijbeleving 112 Knoppen links op het stuurwiel 113 Stuurwielverwarming 174 Basisbediening 114 Stuurwiel – Herstarten met twee 178 Rijmodi knoppen 180 Scenariohulp 182 Functie-instellingen Stroomvoorziening in de auto 185 Digitale videorecorder (DVR) 116 USB-poorten 188 Voetgangerswaarschuwing 117 12V-aansluitingen 189 Parkeercamera en parkeerhulp Veiligheid Ruitenwissers en 193 Veiligheidsgordels...
Pagina 6
340 Koelvloeistof bijvullen 342 Remvloeistof bijvullen 412 Een gevarendriehoek plaatsen 344 Banden controleren en onderhouden 414 Contact opnemen met NIO 347 Inspectie en onderhoud remblokken 420 De auto met startkabels starten en -schijven 422 De auto in een noodgeval van...
Uw auto vinden (Find My Car) De auto op afstand vinden U of een gemachtigde gebruiker kan de locatie van de auto in de NIO-app zien. Wanneer de auto met internet is verbonden, kunt u de locatie van de auto zien in de hoek linksboven van Mijn auto in de NIO-app.
Sloten Ontgrendelen/vergrendelen met de sleuteltag U kunt het voertuig ontgrendelen met de sleuteltag. Het maximale effectieve bereik van de sleuteltag is 30-70 meter ten opzichte van de auto. Dit is afhankelijk van de status van de sleuteltag. De slimme sleuteltag heeft de volgende knoppen: 1..
Pagina 9
Sloten naar Instellingen en tikt u op Rijden > Zijspiegels > Automatisch inklappen bij vergrendeling). Na vergrendeling kan de achterklep alleen van buitenaf worden geopend met de sleuteltag. Als u het bevestigingsgeluid van de vergrendeling wilt in- of uitschakelen, ga dan onderin het middendisplay naar Instellingen en tik op Geluid >...
Pagina 10
• Als een sleuteltag verloren of beschadigd is, neem dan onmiddellijk contact op met NIO en neem al uw sleutels mee naar NIO voor verificatie of vraag nieuwe sleuteltags aan. VOORZORG Wanneer de batterij van de sleutelhanger bijna leeg is, gebruikt u de noodsleutel om het bestuurdersportier te vergrendelen.
Pagina 11
Sloten • Als een stoel voorin bezet is zullen voor de veiligheid van de inzittenden als het voertuig is vergrendeld de ramen niet sluiten. Laat inzittenden of huisdieren niet achter in het afgesloten voertuig. • De automatische raambediening werkt niet in voertuigen die vergrendeld zijn. Ontgrendel in dit geval eerst het voertuig en vergrendel het voertuig vervolgens opnieuw en de ramen sluiten automatisch.
Gooi gebruikte batterijen weg volgens de plaatselijke voorschriften en wetgeving. Zie de website van NIO voor meer informatie. Plaats de knoopcelbatterij met de pluskant omlaag. Als u de batterij hebt geplaatst, lijnt u de contacten van de batterij uit en sluit u het achterklepje goed zodat u de afstandsbediening weer kunt gebruiken.
Pagina 13
Sloten methoden (bijvoorbeeld de mobiele app of de noodsleutel) om het voertuig te ontgrendelen. VOORZORG Radiogolven kunnen de werking van de sleutelhanger beïnvloeden. Houd andere elektronische toestellen (bijv. telefoons, laptops en tablets) op ten minste 30 cm afstand van de sleutelhanger.
Sloten Sleutelloos ontgrendelen/vergrendelen Als u een geautoriseerde afstandsbediening of Bluetooth bij u hebt (in uw zak of tas), dan kunt u de auto ontgrendelen of vergrendelen door het achterste deel van een buitenhandgreep vast te pakken. Als de afstandsbediening in de auto achterblijft of een van de portieren, de motorkap of de achterklep is geopend, dan kan de auto niet worden vergrendeld door op het uiteinde van een buitenhandgreep te drukken.
Pagina 15
Sloten 1.. Onder de kap van de achteruitkijkspiegel 2.. Onder het portier linksachter 3.. Onder het portier rechtsachter 4.. Achter de hemelbekleding 5.. Boven de achterbumpersteun...
U kunt wanneer u op afstand van het voertuig bent de deuren ontgrendelen of vergrendelen en het voertuig starten door op Deursloten in Mijn voertuig te tikken in de NIO-app. Als u dit doet, kunt u uw voertuig aan iemand anders uitlenen. U kunt de volgende ontgrendelingsfuncties inschakelen: •...
Pagina 17
4.. De functie Ontgrendelen en Starten via Bluetooth van uw telefoon is uitgeschakeld (anders heeft Bluetooth de voorkeur voor ontgrendelen en starten). OPMERKING Als u of een gemachtigde gebruiker het voertuig niet kan ontgrendelen met behulp van de NIO-app, neem dan contact op met NIO voor hulp.
Met de functie Ontgrendelen en starten via Bluetooth kunt u het voertuig eenvoudig en snel ontgrendelen/vergrendelen zonder een sleuteltag. Open eerst de NIO-app. Tik op Mijn voertuig > Instellingen > Digitale Bluetooth- sleutel om een service Ontgrendelen en starten via Bluetooth aan te maken.
Pagina 19
Als een slimme sleutelhanger of telefoon met de digitale bluetoothsleutel in het voertuig is achtergelaten, kunt u het voertuig nog steeds vergrendelen met een slimme sleutelhanger en herinnert de NIO-app u aan een sleutel die in het voertuig is achtergebleven.
U kunt de auto als volgt met uw telefoon ontgrendelen of vergrendelen: 1.. Tik op Mijn auto> Autogegevens > NFC-sleutel in de NIO-app, installeer de app "NIO NFC Key" op uw telefoon en schakel "NFC-sleutel" in. Linksboven bij "Mijn auto"...
Pagina 21
• Log bij het ontgrendelen of vergrendelen van het voertuig via NFC in op de NIO-app en download de NFC-sleutel opnieuw als u geen geverifieerde NFC- sleutel kunt verkrijgen. Als er geen geverifieerde NFC-sleutel wordt herkend, zorg er dan voor dat het voertuig overeenkomt met het NFC-account. Open vervolgens de NFC-app opnieuw en ontgrendel het scherm van de mobiele telefoon om het voertuig opnieuw te ontgrendelen of te vergrendelen.
Sloten De auto met de centrale vergrendeling ontgrendelen/vergrendelen U kunt de auto ontgrendelen of vergrendelen door op de knop voor de centrale vergrendeling te drukken. Als de auto is ontgrendeld en alle portieren zijn gesloten, dan kunt u de auto vanaf de binnenzijde vergrendelen door op de centrale vergrendeling te drukken.
Sloten Ontgrendelen/vergrendelen in noodgevallen De auto vanaf de buitenzijde ontgrendelen/vergrendelen Als u de auto niet vanaf de buitenzijde kunt ontgrendelen of vergrendelen met een van de eerder genoemde methoden, dan kunt u de noodsleutel gebruiken om het bestuurdersportier te ontgrendelen of te vergrendelen. VOORZORG Bewaar de noodsleutel niet in het voertuig.
Pagina 24
Sloten 3.. U kunt het bestuurdersportier vergrendelen door de sleutel eerst linksom te draaien voor ontgrendelen en daarna rechtsom te draaien. VOORZORG Als u het voertuig wilt vergrendelen met de sleuteltag wanneer u deze hebt ontgrendeld met de noodsleutel, reset dan de slotcilinder door het portier aan de bestuurderskant te ontgrendelen en vervolgens te vergrendelen, om het voertuig veilig te houden.
Pagina 25
Sloten De auto van binnenuit ontgrendelen Als de hele auto is vergrendeld en het portier in een noodgeval moet worden geopend (bijvoorbeeld wanneer de elektronische schakelaar op de portierhandgreep niet werkt of de auto in het water ligt), trek één keer aan de metalen schakelaar op de binnenhandgreep om het betreffende portier te openen.
Sloten Aankomstontgrendeling Aankomstontgrendeling werkt wanneer u een geldige slimme sleutelhanger of een telefoon bij u hebt met de geactiveerde functie Ontgrendelen en starten via Bluetooth. Het voertuig wordt automatisch ontgrendeld als u zich op ca. 1,5 meter van de B-stijl bevindt. Ga naar Instellingen vanaf de onderkant van het middendisplay en tik op Deuren &...
Sloten Automatisch ontgrendelen in PARK Het voertuig wordt automatisch ontgrendeld in de parkeerstand. Als het voertuig tijdens het rijden (met een snelheid van meer dan 8 km/u) automatisch wordt vergrendeld, ontgrendelt het voertuig de portieren automatisch wanneer u het voertuig stopt door het rempedaal in te trappen en vervolgens het voertuig in PARK zet.
• Wanneer u de wegloopvergrendeling gebruikt, zorg er dan voor dat het voertuig is vergrendeld via de geluids- of visuele controles van het slot (koplampen, zijspiegels of de NIO-app), om eventuele eigendommen in uw voertuig te beschermen. • Wanneer er een andere geverifieerde slimme sleutelhanger in het voertuig ligt...
Pagina 29
Sloten te dragen om ongemak veroorzaakt door de onbedoelde vergrendeling van het voertuig te voorkomen.
Sloten Wegrijvergrendeling Uw voertuig kan tijdens het rijden automatisch worden vergrendeld. Wanneer het voertuig is ontgrendeld en alle portieren, de motorkap en de achterklep zijn gesloten, worden alle portieren automatisch vergrendeld zodra de rijsnelheid hoger is dan 8 km/u. OPMERKING De wegrijvergrendeling wordt alleen geactiveerd wanneer het voertuig overgaat van stilstaand naar bewegend.
Sloten Antidiefstalsysteem Als de auto vanaf de buitenzijde met de afstandsbediening, de NIO-app, de NFC- functie of de noodsleutel wordt vergrendeld, inclusief de motorkap aan de voorzijde en de achterklep, dan wordt het antidiefstalsysteem automatisch ingeschakeld. Als iemand een portier probeert te openen zonder dat hij of zij een geautoriseerde afstandsbediening bij zich heeft (of een afstandsbediening zonder geldige autorisatie bij zich heeft), wordt het antidiefstalsysteem geactiveerd.
Portieren en ruiten Portierhandgrepen Als de auto wordt ontgrendeld, klappen de buitenhandgrepen automatisch uit. Raak de binnenzijde van een portierhandgreep voorzichtig met uw hand aan. Het portier gaat iets open, zodat u het portier eenvoudig kunt openen. Wanneer u het portier sluit, kunt u het voorzichtig tot de halfgeopende positie sluiten;...
Pagina 33
Portieren en ruiten Wanneer u in de auto zit, kunt u een portier openen door op de bijbehorende elektronische schakelaar op de binnenhandgreep te drukken. Druk één keer op de schakelaar als de auto is ontgrendeld en twee keer als de auto is vergrendeld. Het betreffende portier gaat open.
Portieren en ruiten Eenvoudig instappen De functie Eenvoudig instappen biedt de bestuurder en passagier meerdere opties en instellingen om in en uit de auto stappen gemakkelijker te maken. Eenvoudig instappen voor de bestuurder Als de bestuurdersstoel op het middendisplay is ingesteld, kunt u de prettigste uitstappositie voor uzelf instellen.
Pagina 35
Portieren en ruiten OPMERKING Na het inschakelen van Driver Seat Easy Entry, worden, zodra u op de bestuurdersstoel gaat zitten en de deur sluit (of het rempedaal indrukt), de bestuurdersstoel, het stuurwiel, de zijspiegels en de HUD-hoogte automatisch aangepast aan de instellingen die in het systeem zijn opgeslagen. Eenvoudig instappen voor de voorpassagier Als de passagier het voorpassagiersportier opent terwijl de auto stilstaat en in de parkeerstand staat, dan gaat de voorpassagiersstoel naar de ingestelde...
Pagina 36
Portieren en ruiten VOORZORG Wanneer u Gemakkelijke Toegang Passagier voorin gebruikt, wordt aanbevolen dat u de standaardpositie op de juiste manier instelt en let op de omgeving en de veiligheid van eventuele passagiers op de achterbank. Eenvoudig instappen voor de rijhoogte Wanneer de auto wordt vergrendeld, gaat de ophanging automatisch in de laagste stand, zodat spullen gemakkelijker in en uit de auto kunnen worden gehaald en passagiers gemakkelijker in en uit de auto kunnen stappen.
Portieren en ruiten Achterklep De achterklep openen door erop te drukken Wanneer u een afstandsbediening bij u hebt, kunt u de achterklep openen door zachtjes op de knop op de handgreep van de achterklep te drukken. Als de achterklep bezig is met openen, houdt u de knop ingedrukt om de huidige hoogte van de achterklep automatisch op te slaan.
Pagina 38
Als de auto in de parkeerstand staat en de portieren zijn gesloten, kunt u op Mijn auto > Achterklep in de NIO-app tikken om de achterklep te openen. U krijgt een melding als de achterklep is geopend. Tik nog een keer op de gemarkeerde knop...
Pagina 39
Portieren en ruiten sluiten wordt belemmerd, krijgt u een melding dat de achterklep niet goed is gesloten. VOORZORG Deze handeling kan alleen worden uitgevoerd als het voertuig verbonden is met Internet. De achterklep openen/sluiten door schoppen Wanneer u uw handen vol hebt of als u de afstandsbediening niet kunt gebruiken, dan kunt u de achterklep met een schopbeweging openen.
Pagina 40
Portieren en ruiten • De achterklep wordt vaak geopend of gesloten • Uw voet blijft te lang onder de auto • De schopbeweging wordt niet in het detectiegebied gedaan Als de achterklep niet reageert, kunt u het na enkele seconden nog een keer proberen of de achterklep op een andere manier openen of sluiten.
Pagina 41
Portieren en ruiten • Als de achterklep tijdens het sluiten wordt gehinderd, stopt de achterklep, klinkt er een lang geluidssignaal en beweegt de achterklep een klein stukje in de tegengestelde richting. WAARSCHUWING Om het risico op beknelling uit te sluiten, mag niemand zich in de buurt van de werkzone van de kofferbakklep ophouden vóór het openen of sluiten van de kofferbakklep.
Portieren en ruiten Ruitbediening Het bestuurdersportier heeft schakelaars waarmee alle vier ruiten kunnen worden bediend. 1.. Ruit aan bestuurderszijde 2.. Ruit aan passagierszijde 3.. Achterruit - rechts 4.. Achterruit - links De andere drie portieren hebben ook een schakelaar op de armsteun om de betreffende ruit te bedienen.
Pagina 43
Portieren en ruiten • Als u een ruit gedeeltelijk wilt sluiten, zet u de betreffende schakelaar naar achteren; als u een ruit helemaal wilt sluiten, zet u de schakelaar helemaal achteruit en omlaag, en laat u deze los (snel sluiten van de ruit). Wanneer de auto in de parkeerstand staat en er niemand op de bestuurdersstoel zit, kunt u de afstandsbediening gebruiken om de ruiten te bedienen.
Pagina 44
Portieren en ruiten 2.. Laat de schakelaar los; de ruit gaat iets omlaag. Zet de schakelaar weer naar achteren totdat de ruit volledig is gesloten. 3.. Druk op de schakelaar voor het openen van de ruit totdat deze volledig is geopend.
Portieren en ruiten Zonnedak en zonnescherm 1.. Zonneschermschakelaar Houd het achterste deel van de zonneschermschakelaar lang ingedrukt om het zonnescherm volledig te openen; druk op het achterste deel van de zonneschermschakelaar om het zonnescherm in de gewenste stand open te zetten.
Anders kan dit leiden tot schade aan het voertuig, het oplaadapparaat of persoonlijk letsel veroorzaken. Neem zo nodig contact op met NIO. • Controleer voordat u gaat opladen de oplaadconnector en de laadpoort van...
Pagina 47
. • Als tijdens het opladen het voertuig een eigenaardige geur heeft of rook afgeeft, stop dan met opladen en neem onmiddellijk contact op met NIO. • Verwijder de oplaadconnector pas als het opladen is voltooid. Het vroegtijdig verwijderen van de oplaadconnector kan een elektrische boog veroorzaken.
Opladen Opladen U kunt uw auto met Power Home of een openbare laadpaal opladen. Laadproces 1.. Zet de auto in de parkeerstand, druk op de klep van de laadaansluiting of veeg rechts op het middendisplay en tik op Laadaansluiting, zodat de klep van de laadaansluiting automatisch opent.
Pagina 49
3.. Schakel de laaduitrusting in om de auto op te laden. U kunt de huidige laadstatus van de auto controleren door op Mijn EL7 > Accu op het middendisplay te tikken of in de NIO-app. Er gaat een blauw lampje op de laadaansluiting branden om het huidige laadproces aan te geven.
Pagina 50
Laadaansluiting op het middendisplay om de klep van de laadaansluiting automatisch te sluiten. OPMERKING Bij het opladen van het voertuig met NIO Power Home wordt het klepje van de laadpoort automatisch geopend wanneer u de oplaadconnector uit de oplader haalt en wordt deze automatisch gesloten wanneer u de connector uit het voertuig haalt.
Pagina 51
2.. Als het probleem niet verdwijnt, stop onmiddellijk met laden en neem contact op met NIO.
Opladen Batterijniveau en laadscherm De status van de hoogspanningsbatterij en aan de batterij gerelateerde berichten worden weergegeven op het digitaal instrumentenpaneel. 1.. Huidig vermogen Geeft het huidige vermogen van de hoogspanningsbatterij aan of het vermogen dat werd opgewekt via regeneratief remmen. 2..
Pagina 53
Geeft aan dat het hoogspanningsvermogen van het voertuig niet beschikbaar is. Neem contact op met NIO indien nodig. Storing van de 12 V-batterij Neem onmiddellijk contact op met NIO als dit indicatielampje gaat branden. Storing hoogspanningsbatterij Stop het voertuig en neem onmiddellijk contact op met NIO als dit indicatielampje gaat branden.
Opladen Accu opwarmen De laadsnelheid van hoogspanningsaccu's heeft de neiging om af te nemen bij lage temperaturen, zoals in de winter. Als Accu opwarmen is ingeschakeld, kan de accu voorverwarmd worden voordat het voertuig aankomt op het laadpunt (laadstation of ) om de laadefficiëntie te verbeteren. Accu onderweg opwarmen Accu onderweg opwarmen is standaard ingeschakeld.
Pagina 55
Opladen Handmatige accuopwarming Handmatig accu opwarmen is standaard uitgeschakeld. Het wordt aanbevolen dat u deze bij lage temperaturen inschakelt op de pagina Accu op het middendisplay, als u de weg naar het laadpunt kent en daar kunt arriveren zonder navigatie. Dit maakt het mogelijk om de hoogspanningsaccu voor te verwarmen, voor verbeterde laadefficiëntie.
Opladen Apparaat laden/ontladen Ons draagbaar apparaat laden/ontladen maakt het voor u mogelijk om te genieten van meer scenario's die energie nodig hebben, zoals kamperen of opladen in noodgevallen. Om te voldoen aan uw behoeften inzake laden/ontladen, kan het draagbaar apparaat laden/ontladen als volgt geïntegreerd worden in de DC-laadpoort van het voertuig: Ontladen Tijdens het kamperen, kunt u uw elektrische kampeeruitrusting aansluiten aan de...
Pagina 57
Opladen 1.. Steek de laadstekker van het apparaat laden/ontladen in de DC-laadpoort van het voertuig en de laadpoortindicator zal blauw knipperen. Sluit de gepaste laadstekker en -kabel aan op het apparaat laden/ontladen. 2.. Steek de laadstekker in een huishoudelijk stopcontact voor voeding. 3..
Verlichting Grootlicht en dimlicht U kunt het grootlicht en dimlicht inschakelen met de verlichtingshendel links van het stuurwiel. • Druk de hendel van u af om het automatische grootlicht in te schakelen. Duw nog een keer tegen de hendel om het grootlicht in te schakelen. •...
Verlichting Richtingaanwijzers • Links: Zet de hendel omlaag • Rechts: Zet de hendel omhoog De richtingaanwijzers stoppen als het stuurwiel weer in de middelste positie staat of wanneer de hendel weer naar het midden wordt gezet. Wanneer een richtingaanwijzer is ingeschakeld, gaat het bijbehorende pictogram op het digitale instrumentenpaneel samen met tikkende geluiden branden.
Verlichting Mistlampen Druk op de knop op het uiteinde van de linkerhendel om de mistlampen voor en achter in te schakelen. De positielampen worden automatisch ingeschakeld wanneer de mistlampen zijn ingeschakeld. Volgorde: • Eén keer drukken: Mistlampen voor ingeschakeld. • Tweede keer drukken: Mistlampen achter ingeschakeld.
Verlichting Welkomstverlichting Wanneer u of een gemachtigde gebruiker een geverifieerde slimme sleutelhanger of een mobiele telefoon met activeerde BLE-ontgrendeling&Start-functie bij zich heeft en het voertuig op een maximale afstand van 7-10 meter nadert, gaan het dimlicht en de positielichten automatisch aan om u te verwelkomen. Op dit moment combineert het voertuig uw accountgegevens en haalt het automatisch uw aangepaste instellingen op om vooraf overeenkomstige aanpassingen door te voeren voordat u de deur ontgrendelt en opent, zoals stoelinstellingen,...
Verlichting In-uitstapverlichting Buitendeurgreep Elke buitendeurgreep is uitgerust met een lamp. Bij het ontgrendelen van het voertuig worden de deurgrepen automatisch uitgeschoven en gaan de lampen aan om de omgeving te verlichten.
Verlichting Leeslampjes Automatische regeling van de leeslampjes Wanneer u de auto ontgrendelt of een van de portieren of de achterklep opent, dan gaan de leeslampjes automatisch branden om het interieur te verlichten. De leeslampjes gaan automatisch uit als er aan een van de volgende voorwaarden wordt voldaan.
Pagina 64
Verlichting Wanneer de auto vanaf de buitenzijde wordt vergrendeld (met een afstandsbediening of de NIO-app), worden alle leeslampjes uitgeschakeld. OPMERKING Als een leeslampje bij de voorruit wordt aangezet via de aanraakschakelaar op de hemelbekleding, kan het leeslampje niet worden bediend door de hoofdschakelaar en moet het handmatig worden uitgezet;...
Verlichting Grondverlichting Onder elk portier bevindt zich een grondverlichtingslamp en op de achterklep bevinden zich twee grondverlichtingslampen. De grondverlichting verlicht de grond in het donker, zodat u en uw passagiers niet in een plas stappen. De grondverlichting gaat branden wanneer het betreffende portier of de achterklep wordt geopend en gaat uit als het portier of de achterklep 10 minuten is geopend of wordt gesloten.
Verlichting Slimme sfeerverlichting De slimme sfeerverlichting bevindt zich onder portierpanelen, opbergvakken en de vloer. U kunt het effent van de sfeerlichting instellen en van de sfeer genieten die deze verlichting geeft. U kunt de sfeerverlichting op het middendisplay inschakelen. In dit geval wordt het standaardeffect van de sfeerverlichting voor de huidige rijstand ingeschakeld.
Verlichting Verlichte instaplijsten Voor prettig in- en uitstappen gaat de verlichte instaplijst van het betreffende portier branden als het portier wordt geopend, zodat het interieur en de omgeving worden verlicht.
Verlichting Verlichting van de make-upspiegel Op de twee zonnekleppen in de hemelbekleding bevinden zich make-upspiegels. De verlichting van de make-upspiegels gaat automatisch branden als ze worden geopend.
Verlichting Volg me naar huis Het voertuig is uitgerust met de Volg me naar huis-functie. Wanneer u uw voertuig vergrendelt en het 's nachts achterlaat, gaan het dimlicht en de positielichten aan om de weg voor u te verlichten. Ga naar Instellingen vanaf de onderkant van het middendisplay en tik op Verlichting >...
Verlichting Minimale verlichting Als het voertuig in PARK staat, kunt u onderin het middendisplay naar Instellingen gaan en op Lichten > Verlichting tikken om de minimale verlichting aan te zetten. Alle sfeerverlichting en leeslampjes in het voertuig en de koplampen buiten het voertuig gaan uit.
Verlichting Zoekverlichting U kunt naar Instellingen onderaan het middendisplay gaan en tikken op Lichten > Verlichting om de zoekverlichting aan te zetten. Alle sfeerverlichting en leeslampjes binnen en de koplampen buiten gaan automatisch aan op maximale helderheid waardoor u comfortabel op zoek kunt gaan naar voorwerpen in het voertuig.
Verlichting Nachtverlichting U kunt naar Instellingen onderaan het middendisplay gaan en tikken op Lichten > Verlichting om de nachtverlichting aan te zetten. De sfeerverlichting op de vloer zal een warme gele glans projecteren en de sfeerverlichting en leeslampjes op deuren en opslagruimten gaan uit om een comfortabele slaapomgeving te bieden.
Verlichting Verlichting in de bagageruimte Wanneer u de achterklep opent, gaat de verlichting in de bagageruimte automatisch branden. De verlichting in de bagageruimte wordt automatisch uitgeschakeld wanneer de achterklep wordt gesloten of na 10 minuten.
De eigenaar kan ook een gemachtigd gebruikersaccount koppelen aan een slimme sleutelhanger door de sleutelhanger in de NIO-app te beheren. Wanneer een gemachtigde gebruiker het voertuig ontgrendelt met een sleutelhanger, logt het voertuig automatisch in op het account van de gekoppelde gebruiker.
Tik op de bijbehorende profielfoto of gebruikersnaam om over te schakelen naar het account en log na verificatie in met dit account (door de QR-code te scannen met de NIO-app of de verificatiecode in te voeren die op uw telefoon is ontvangen). U kunt zonder wachtwoord inloggen ook activeren via Accounts >...
NFC-sleutel of geverifieerde NIO-app. Machtiging door eigenaren Ga naar de pagina Instellingen van de NIO-app of tik op Account > Accountinstellingen in de linkerbovenhoek van het middendisplay en voer vervolgens het gebarenwachtwoord van uw voertuig in om naar de pagina machtigingsbeheer te gaan.
Pagina 77
• NFC-ontgrendeling: Open de NFC-app op uw telefoon en plaats deze dicht bij de B-stijl aan de bestuurderszijde. • NIO-app op afstand ontgrendelen: Kies Mijn voertuig > deuren in de NIO-app.
Account en geheugen Gastmodus Als u het voertuig aan anderen wilt uitlenen door hun een slimme sleutelhanger te geven, tikt u op uw profielfoto op het middendisplay en kiest u gastmodus om uw privacy te beschermen (bijvoorbeeld navigatiegeschiedenis, contacten, video's, foto's).
Account en geheugen Servicemachtiging U of een gemachtigde gebruiker kan een serviceaanvraag naar NIO sturen via de NIO-app. NIO beheert en machtigt servicespecialisten om tijdelijk toegang te krijgen tot het voertuig en de gevraagde service uit te voeren (bijv. One Click for Power).
Account en geheugen Stoelgeheugen bestuurder Tik onderin het middendisplay op Instellingen en tik op Positie instellen > Bestuurdersstoel > Positiegeheugen om de instellingen aan te passen. De bestuurdersstoel, het stuur, de zijspiegels en de HUD-hoogte worden automatisch aangepast aan de voorkeursinstellingen van u of een door u gemachtigde gebruiker die zijn opgeslagen in het bijbehorende account.
Account en geheugen Stuurgeheugen U kunt naar Instellingen gaan vanaf de onderkant van het middendisplay en tikken op Positieaanpassing >Bestuurdersstoel > Positiegeheugen om uw instellingen aan te passen. Nadat u het stuur hebt aangepast, gaat u naar Geheugen van de bestuurdersstoel en kiest u Rijden, Afwisselen of Relaxen om de instellingen aan te passen en op te slaan in het bijbehorende gebruikersaccount.
Account en geheugen Geheugen zijspiegels U kunt naar Instellingen gaan vanaf de onderkant van het middendisplay en tikken op Verstelling >Bestuurdersstoel > Positiegeheugen om uw instellingen aan te passen. Nadat u de bestuurderskant of zijspiegel bijrijder hebt aangepast, gaat u naar Geheugen van de bestuurdersstoel en kiest u Rijden, Afwisselen of Relaxen om de instellingen aan te passen en op te slaan in het bijbehorende gebruikersaccount.
Pagina 83
Account en geheugen betekent dat u de instellingen op het middendisplay niet handmatig hoeft op te slaan). De zijspiegels kantelen automatisch naar de opgeslagen posities de volgende keer dat het voertuig ACHTERUIT rijdt. De zijspiegels keren terug naar de normale rijpositie wanneer het voertuig niet in de achteruit staat. VOORZORG Als de zijspiegels automatisch naar een opgeslagen stand kantelen, stoppen deze met kantelen als u een zijspiegel handmatig bijstelt en slaan de nieuwe stand op...
Account en geheugen Geheugen van de Passagiersstoel Als u het geheugen van de passagiersstoel voorin wilt instellen, schakelt u naar de parkeerstand, voert u Instellingen in vanaf de onderkant van het middendisplay en tikt u op Verstelling > voorpassagiersstoel > Positiegeheugen om uw instellingen aan te passen (standaardpositie kan niet worden aangepast).
Stoelen De bestuurdersstoel afstellen De zitpositie met knoppen afstellen U kunt de positie van de bestuurdersstoel afstellen; dit is een 14-voudig verstelbare stoel met een 4-voudig verstelbare elektrisch bedienbare lendensteun en een 4- voudig elektrisch verstelbare hoofdsteun. 1.. Diepte van het zitkussen Zet deze schakelaar naar voren en naar achteren om de diepte van het zitkussen af te stellen.
Pagina 86
Stoelen WAARSCHUWING • Voordat u de stoel verstelt (vooruit en achteruit, hoogte, rugleuning, enz.), moet u ervoor zorgen dat er voldoende veilige ruimte is voor de stoel en kinderen, inzittenden en huisdieren achterin om te voorkomen dat kinderen, inzittenden en huisdieren achterin bekneld raken. •...
Pagina 87
Stoelen scenario's in. Selecteer Rijden / Ontspannen / Uitstappen / Anders. De instellingen worden automatisch opgeslagen voor de betreffende gebruikersaccount. Als u een stand wilt aanpassen, houdt u de betreffende knop ingedrukt terwijl de stoel in de gewenste stand staat. De juiste zitpositie voor de bestuurder Stel de stoel als volgt af om potentiële risico's te minimaliseren en uw veiligheid te waarborgen:...
Pagina 88
Stoelen veiligheidsrisico vormen en letsel veroorzaken voor inzittenden, baby's en kinderen. • Hoofdsteunen van de zitplaatsen voor en achter mogen niet worden verwisseld, anders zijn de hoofdsteunen mogelijk niet op de juiste hoogte en stand instelbaar. Hierdoor wordt bij ongevallen of noodstops het risico op hoofd- en nekletsel verhoogd.
Stoelen De passagiersstoel afstellen De zitpositie met knoppen afstellen De stoel van de voorpassagier kan worden afgesteld. De elektrisch bediende passagiersstoel is een 14-voudig verstelbare stoel met een 4-voudig verstelbare lendensteun en een 4-voudig elektrisch verstelbare hoofdsteun. 1.. De voetensteun afstellen Beweeg de schakelaar omhoog en omlaag om de voetensteun af te stellen.
Pagina 90
Stoelen 3.. De stoelpositie afstellen Als u de stoel naar voren of naar achteren wilt zetten, zet u de schakelaar in de betreffende richting. Hoogte van de stoel Als u de stoel omhoog of omlaag wilt zetten, zet u de schakelaar in de betreffende richting.
Pagina 91
Stoelen • Wanneer Gemakkelijke toegang is ingeschakeld, moet u ervoor zorgen dat er voldoende veilige ruimte is voor kinderen, inzittenden en huisdieren voor- en achterin om beknelling of botsingen door de stoel te voorkomen. • Start het voertuig niet voordat de Gemakkelijke toegang-functie op veilige wijze is afgerond.
Pagina 92
Stoelen Het verplaatsen van de stoel via het achterdisplay regelen Passagiers achterin kunnen het verplaatsen van de voorpassagiersstoel op het achterdisplay regelen. Veeg omlaag vanaf de bovenzijde van het achterdisplay om de pagina Snelle instellingen te openen. Er zijn twee knoppen: Achter premium en Voorpassagiersstoel resetten.
Pagina 93
Stoelen • Elke zitplaats mag tijdens het rijden slechts door één inzittende worden bezet. Baby's of kinderen mogen geen zitplaats en veiligheidsgordel delen met een volwassene of op de schoot van een volwassene zitten. Bij een botsing, plotselinge versnelling of vertraging kunnen dergelijke houdingen een veiligheidsrisico vormen en letsel veroorzaken voor inzittenden, baby's en kinderen.
Stoelen De zitplaatsen van de achterbank afstellen 1.. De rugleuning afstellen Zet het bovenste uiteinde van de schakelaar naar voren of naar achteren om de rugleuning af te stellen. 2.. De lendensteun afstellen Als u de lendensteun wilt afstellen, drukt u op de bijbehorende knop op de schakelaar.
Pagina 95
Stoelen De rugleuningen van de zitplaatsen op de achterste zitrij neerklappen Trek aan de mechanische hendel op de rugleuning en druk de rugleuning naar voren om deze neer te klappen. WAARSCHUWING • Wanneer u de rugleuning van een zitplaats van de achterbank neerklapt, moet u controleren of er geen voorwerpen op de zitplaats liggen en of de veiligheidsgordel niet is bevestigd.
Pagina 96
Stoelen • Wanneer de rugleuning van een zitplaats van de achterbank wordt versteld, mag de veiligheidsgordel niet draaien of vast komen te zitten in de rugleuning. Anders kan de veiligheidsgordel beschadigd raden, wat een veiligheidsrisico kan betekenen.
Stoelen Achter premium Open Instellingen onderin op het middendisplay en tik op Positie afstellen > Voorpassagiersstoel > Achter Premium; de voorpassagiersstoel gaat helemaal naar voren. Veeg omlaag vanaf de bovenzijde van het achterdisplay om de pagina Snelle instellingen te openen. Tik op Achter Premium; de voorpassagiersstoel gaat ook helemaal naar voren;...
Stoelen De hoofdsteun van de stoel afstellen De hoofdsteunen van de voorstoelen afstellen De hoofdsteunen van de voorstoelen kunnen naar voorkeur worden afgesteld. Druk op de vergrendelknop om de hoofdsteun naar achteren, omhoog of omlaag af te stellen. De hoofdsteunen achterin afstellen Druk op de knop om de hoofdsteun omhoog of omlaag af te stellen.
Pagina 99
Stoelen De hoofdsteun middenachter afstellen Druk op de vergrendelknop om de hoofdsteun middenachter af te stellen. Gebruik de hoofdsteun niet als deze in de laagste stand staat. U kunt deze gebruiken door de hoofdsteun omhoog te trekken en in positie te vergrendelen. WAARSCHUWING •...
Stoelen Stoelmassage De voorstoelen beschikken over een functie voor lendenmassage, die standaard is ingesteld op Uit. Open de pagina Comfort onderaan het middendisplay en tik op Stoelen > Massage om de gewenste massagestand (Stand 1, Stand 2, Stand 3, Stand 4, en Stand 5) en het massageniveau (Niveau 1 en Niveau 2) voor de betreffende stoel te selecteren.
Stoelen Stoelverwarming De voor- en achterstoelen kunnen worden verwarmd; deze verwarming staat standaard op Uit. Open de pagina Comfort onderaan het middendisplay en tik op Stoelen > Verwarming om de verwarming voor de betreffende stoel in te schakelen en het verwarmingsniveau te selecteren. De stoelverwarming heeft drie niveaus; de verwarming bereikt het ingestelde niveau binnen 10 minuten en houdt de verwarming daarna op dezelfde temperatuur.
Stoelen Stoelventilatie De voorstoelen hebben stoelventilatie. Open de pagina Comfort onderaan het middendisplay en tik op Stoelen > Ventilatie om de ventilatie voor de betreffende stoel in te schakelen en het ventilatieniveau te selecteren. De stoelventilatie heeft drie niveaus. OPMERKING •...
Stoelen Ontspanningsfunctie voor de stoelen De stoelen voorin en achterin hebben een ontspanningsfunctie voor de lenden. Open de pagina Comfort onderaan het middendisplay en tik op Stoelen > Ontspanning om de gewenste ontspanningsstand (Stand 1, Stand 2 of Stand 3) voor de zitplaatsen van de achterbank te selecteren.
Bergruimte Opbergruimte voorin De auto heeft diverse praktische opbergruimtes. WAARSCHUWING Plaats nooit brandbare voorwerpen of vloeistoffen met een hoog risico op spatten in de kofferruimte. Sluit de klep altijd na het plaatsen van voorwerpen in de kofferruimte. Opbergruimte in het portier Onderaan elk portier bevindt zich een opbergruimte voor dranken of voorwerpen.
Pagina 105
Bergruimte Bekerhouders Uw auto heeft twee bekerhouders in de middenconsole. WAARSCHUWING • Plaats geen warme dranken in een bekerhouder. Morsen kan het risico op letsel vergroten. • Plaats geen breekbare voorwerpen om letsel bij breuk uit te sluiten Opbergruimte in de middenconsole De open opbergruimte onder de middenconsole kan worden gebruikt voor tijdelijke opslag van niet-essentiële voorwerpen.
Bergruimte Opbergruimte achterin Opbergruimte in de achterportieren De auto heeft ook opbergruimte voor de zitplaatsen van de achterbank. Naast elk portier bevindt zich een opbergruimte voor dranken of voorwerpen. Daarnaast is er ook een lampje dat het betreffende portier in het donker of wanneer de positielampen zijn ingeschakeld verlicht.
Pagina 107
Bergruimte WAARSCHUWING Plaats nooit brandbare voorwerpen of vloeistoffen met een hoog risico op spatten in de kofferruimte. Sluit de klep altijd na het plaatsen van voorwerpen in de kofferruimte. Middelste armsteun voor de achterste zitrij Wanneer de middelste zitplaats van de achterbank niet bezet is, kunt u de middelste armsteun in de rugleuning van de achterbank omlaag trekken;...
Pagina 108
Bergruimte WAARSCHUWING • Plaats nooit brandbare voorwerpen of vloeistoffen met een hoog risico op spatten in de kofferruimte. Sluit de klep altijd na het plaatsen van voorwerpen in de kofferruimte. • Plaats bij het rijden geen zware, scherpe of breekbare voorwerpen op de armleuning.
Bergruimte Middelste opbergvak Stand Opbergvak Standaard staat het middelste opbergvak in de stand Opbergvak. In deze stand is het middelste opbergvak niet vergrendeld en de klep kan worden geopend door op de knop aan beide zijden van de middelste armsteun te drukken. 1..
Pagina 110
Bergruimte aansluiten van microfoons. Deze interface kan ook worden gebruikt om mobiele apparaten op te laden. Stand Kluisje Veeg naar rechts op de beginpagina op het middendisplay om de pagina Snelle instellingen te openen en tik op Kluisje. Wanneer Kluisje voor het eerst wordt ingeschakeld, wordt er een venster geopend waarin om een wachtwoord wordt gevraagd.
Bergruimte Bagageruimte U kunt voorwerpen en bagage in de bagageruimte opbergen. De bagageruimte heeft twee compartimenten: opbergruimte boven de vloer van de bagageruimte en opbergruimte onder de vloer van de bagageruimte. U kunt de zitplaatsen van de achterbank ook neerklappen om de bagageruimte groter te maken.
Pagina 112
Bergruimte OPMERKING Het laadvermogen van een verankeringsoog is ongeveer 450 kg. VOORZORG • Voorwerpen die niet of niet goed zijn bevestigd, kunnen gaan schuiven, omvallen of door de auto worden gegooid, wat letsel bij de inzittenden tot gevolg kan hebben. Bij plotseling remmen of in bochten kan het risico van letsel toenemen.
Bergruimte Eenvoudig in- en uitladen U kunt de rijhoogte van de auto verlagen om in- en uitladen te vergemakkelijken. Open Instellingen onderaan het middendisplay en tik op Rijden > Eenvoudig in- en uitladen om deze functie in te schakelen. VOORZORG •...
Stuurwiel Het stuurwiel afstellen Als u de buitenspiegels wilt afstellen, open Instellingen onderaan het middendisplay, tik op Positie afstellen > Stuurwiel afstellen > Start, pas de positie aan met de knoppen rechts op het stuurwiel en tik op Beëindigen nadat het afstellen is voltooid.
Pagina 115
Stuurwiel WAARSCHUWING • Stel de stand van het stuurwiel niet onder het rijden af. Wanneer u dat wel doet, kunt u een ongeval veroorzaken. • Als het stuurwiel of stoelen verkeerd zijn afgesteld, kan er letsel ontstaan. Zorg ervoor dat uw borst minstens 25 centimeter van het stuurwiel is verwijderd.
Stuurwiel Knoppen rechts op het stuurwiel Het stuurwiel afstellen Open Instellingen onderaan het middendisplay en tik op Positie afstellen > Stuurwiel afstellen > Start om de positie met de knoppen rechts op het stuurwiel af te stellen. Zie Stuurwiel afstellen. >...
Pagina 117
Stuurwiel Realtime bediening tijdens handelingen Wanneer er een waarschuwing voor een inkomende oproep wordt weergegeven, kunt u op de knop links of rechts drukken om de oproep te beantwoorden of af te wijzen, en druk op de middelste knop om te bevestigen. Menu Wijzigen U kunt de Wijzigingsmodus activeren door de linker- of rechterknop even ingedrukt te houden.
Stuurwiel Knoppen links op het stuurwiel De buitenspiegel links afstellen Open Instellingen onderaan het middendisplay en tik op Positie afstellen > Zijspiegel afstellen > Start om de positie met de knoppen links op het stuurwiel af te stellen. Zie De buitenspiegels afstellen. De Rijhulp instellen Middelste knop: De rijhulp in- of uitschakelen Knop Omhoog: De snelheid van de cruisecontrol verhogen...
Stuurwiel Stuurwielverwarming Zet als het koud is in de winter de stuurverwarming aan voor meer rijcomfort. Om de stuurverwarming aan te zetten moet u vanuit de bedieningsbalk onderaan het middendisplay naar de pagina Comfort gaan en daar tikken op Stoelen > Verwarming >...
8 seconden lang samen ingedrukt. 4.. Wacht ongeveer 30 seconden. Alle schermen lichten op en het systeem treedt weer in werking. Als het probleem aanhoudt, moet u onmiddellijk contact opnemen met NIO. VOORZORG • Het voertuig moet in PARK staan om Tweeknops-reboot te kunnen gebruiken.
Pagina 121
• Als de normale werking van het scherm na Tweeknops-reboot niet wordt hervat, kunt u proberen het voertuig te vergrendelen en het voertuig in de slaapstand te zetten. Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met NIO.
Stroomvoorziening in de auto USB-poorten Er zijn vier USB-poorten beschikbaar in de auto, waaronder één type A (7,5W) poort en drie type C (60W) poorten. Locatie: • Centrale opbergdoos: één type A (7,5W) poort en één type C (60W) poort. •...
Pagina 123
Stroomvoorziening in de auto 12V-aansluitingen Er zijn twee 12V-aansluitingen beschikbaar in de auto. Locatie: • Achter het opbergvak in de middenconsole • Aan de rechterkant van de achterklep...
Ruitenwissers en buitenspiegels Ruitenwissers voor- en achteraan De ruitenwissers vooraan houden de voorruit schoon. U kunt de voorruitenwissers in verschillende standen zetten met de hendel aan de rechterkant van het stuurwiel. Pictogram Naam Functie Bediening De voorruitenwiss- Druk de hendel Eén keer wissen ers maken één even naar...
Pagina 125
Ruitenwissers en buitenspiegels Wanneer intervalwissen is ingeschakeld, kunt u de frequentie van de wisbewegingen regelen met de snelheidsschakelaar op de hendel. Draai de schakelaar omhoog voor een snellere, en omlaag voor een tragere frequentie van de wisbewegingen. WAARSCHUWING Zorg er in de winter voor dat de ruitenwissers niet bevroren zijn en dat er geen ijs of sneeuw op de voorruit zit voordat u de ruitenwissers aanzet.
Pagina 126
Ruitenwissers en buitenspiegels opnieuw op deze knop of beweeg de hendel omhoog of omlaag om automatisch wissen uit te schakelen. Automatisch wissen achter Open Instellingen onderaan het middendisplay en tik op Rijden > Automatisch wissen achter om deze functie in te schakelen. OPMERKING Zorg ervoor, om schade aan de ruitenwissers te voorkomen, dat de automatische ruitenwisser bij het binnenrijden van een wasstraat uit staat.
Pagina 127
Ruitenwissers en buitenspiegels tegen lage snelheid werkt. Laat de hendel los om het sproeien te stoppen, terwijl de wisser blijft werken. Trek de hendel naar achteren om het wissen te stoppen. VOORZORG Om beschadiging aan de ruitenwisserpomp te voorkomen, mag u deze niet gebruiken als er te weinig ruitensproeiervloeistof in het reservoir zit.
Ruitenwissers en buitenspiegels De buitenspiegels afstellen Open Instellingen onderaan het middendisplay, tik op Positie aanpassen > Buitenspiegels afstellen > Start, regel de stand van de spiegel met de knoppen op het stuurwiel, en tik op Einde nadat de afstelling gebeurd is. Of veeg naar rechts vanaf de linkerkant van de startpagina op het middendisplay om naar de pagina Snel instellen te gaan, en tik op Buitenspiegels afstellen >...
Ruitenwissers en buitenspiegels De buitenspiegels inklappen Om het automatisch inklappen van de buitenspiegels in te stellen, moet u Instellingen onderaan het middendisplay openen en tikken op Rijden > Automatisch inklappen na vergrendelen. Nadat het voertuig van buiten af is vergrendeld, worden de buitenspiegels automatisch ingeklapt.
Ruitenwissers en buitenspiegels Buitenspiegelverwarming De buitenspiegels zijn uitgerust met een verwarming om regendruppels en sneeuw op de spiegels snel weg te krijgen. U kunt Instellingen onderaan het middendisplay openen en tikken op Rijden > Buitenspiegelverwarming om de buitenspiegelverwarming handmatig in te schakelen.
Ruitenwissers en buitenspiegels Automatisch dimmen van buiten- en achteruitkijkspiegels Open Instellingen onderaan het middendisplay en tik op Rijden > Automatisch dimmen van buiten- en achteruitkijkspiegels om deze functie in te schakelen. Het automatisch dimmen van buiten- en achteruitkijkspiegels kan verblinding door de koplampen van achterliggers verminderen en zo veiligheidsrisico’s beperken.
Klimaatregeling Klimaatregeling voor Klimaatregelbalk U kunt de temperatuur en de luchtverdeling in de auto regelen met de klimaatregelbalk onderaan het middendisplay. 1.. Home Terug naar de startpagina. 2.. Instellingen Instellingen openen. 3.. Luchtcirculatie Geeft de huidige luchtcirculatiestand aan. Tik hier om tussen de verschillende standen te schakelen: Recirculatie , Automatische circulatie , en Verse...
Pagina 133
Klimaatregeling Toont de gewenste temperatuur aan voorpassagierszijde. Tik hier om het klimaatregelpaneel te openen. Veeg naar links of rechts om de temperatuur aan voorpassagierszijde in te stellen tussen 15 en 31 graden Celsius. Tik op de pijl om de temperatuur te regelen in stappen van 0,5 graad. 7..
Pagina 134
Klimaatregeling 1.. De klimaatregeling voor in- en uitschakelen Tik op de aan-uitknop om de klimaatregeling voorin in te schakelen. Tik een tweede keer om de klimaatregeling weer uit te schakelen. In dat geval wordt ook de klimaatregeling achterin uitgeschakeld. 2.. Handmatige modus (airco) Tik om de handmatige modus van de airco in te schakelen.
Pagina 135
Klimaatregeling wordt ingesteld op de stand ‘Op voorruit’ en de luchtcirculatie op ‘Automatische circulatie’. Wanneer de voorruit aan de buitenkant beslaat, adviseren we om de ruitenwissers in te schakelen en de klimaatregeling in de stand AUTO te zetten. Wanneer de voorruit aan de binnenkant beslaat, adviseren we om Ontdooien/ ontwasemen van de voorruit in te schakelen.
Pagina 136
Klimaatregeling Op de voorruit In combinatie met een hoge ventila- torsnelheid zorgt dit bij koud en vochtig weer voor snel ontwasemen en ontdooien van de voorruit. Op het gezicht Verwarmen of koelen van het voorste deel van het interieur. Op de voeten Verwarmen of koelen van de voeten- ruimte.
Pagina 137
Klimaatregeling 1.. Voorruitventilatieopeningen 2.. Dashboardventilatieopeningen 3.. Voetruimte-ventilatieopeningen De ventilatieopeningen op het instrumentenpaneel kunnen als volgt worden afgesteld: Druk op de ventilatieopening-zone van het middendisplay en veeg omhoog of omlaag om de verticale hoek van de opening te regelen, en veeg naar links of rechts om de horizontale hoek van de opening te regelen.
Pagina 138
Klimaatregeling • Als de auto bij extreem warm weer geparkeerd staat, kunt u de airconditioning inschakelen en tegelijkertijd de ramen openen om het interieur snel af te koelen.
Klimaatregeling Klimaatregeling achter Klimaatregelpaneel achter Er is een klimaatregelpaneel beschikbaar op het display voor de passagiers op de achterbank, voor de regeling van de temperatuur en de snelheid van de interieurventilator. 1.. De klimaatregeling in- en uitschakelen Tik om de klimaatregeling voor en achter aan of uit te zetten. 2..
Pagina 140
Klimaatregeling 6.. AUTO Druk op de knop om de automatische stand in te schakelen. In AUTO wordt de temperatuur, de snelheid van de ventilator en de luchtverdeling in de auto automatisch aangepast volgens de door u ingestelde gewenste temperatuur. Tik een tweede keer om de automatische stand uit te schakelen. Er verandert niets aan de stand van de airconditioning.
Pagina 141
Klimaatregeling 1.. Opwaartse ventilatieopeningen achterin 2.. Ventilatieopeningen in de voetruimte achterin De ventilatieopeningen achterin kunnen als volgt worden afgesteld: Druk op de ventilatieopening-zone van het middendisplay of het display achteraan en veeg omhoog of omlaag om de verticale hoek van de opening te regelen, en veeg naar links of rechts om de horizontale hoek van de opening te regelen.
Klimaatregeling Luchtzuiveringsfunctie Luchtzuiveringsstanden De luchtkwaliteit in de auto wordt getoond in de rechterbovenhoek van het middendisplay, waar u ook een luchtzuiveringsstand kunt selecteren: • UIT: luchtzuivering staat uit; • AUTO: laat de auto de ventilatorsnelheid automatisch regelen op basis van de fijnstofconcentratie (PM2,5) in het interieur;...
Aangepast entertainment Muziek Tik op Media op de startpagina en selecteer uw gewenste radio of dienst voor muziekstreaming: • Kies "Tidal" om je favoriete muziek te zoeken en af te spelen. Je kunt muziek synchroniseren en nummers of albums toevoegen aan favorieten. •...
Aangepast entertainment Navigatie Ga naar Navigatie op het centraal scherm om een route naar een locatie te selecteren. Als u al een routen het verzonden via de NIO-app, zal het centraal scherm de geselecteerde route automatisch weergegeven wanneer het ingeschakeld wordt.
Aangepast entertainment Foto's en video's Foto’s In het voertuig kunt u NOMI vragen om u te helpen bij het maken van selfies. De gemaakte foto's of video's worden opgeslagen in de app Foto's op het centraal scherm en kunnen worden geëxporteerd via een USB-kabel.
Aangepast entertainment Telefoon U kunt bellen wanneer uw telefoon via Bluetooth met het voertuig is gekoppeld en u het voertuig toegang hebt gegeven tot uw telefooncontacten en recente oproepen. U kunt Telefoon openen via de startpagina of de toepassingslauncher. Na synchronisatie van de contacten en recente oproepen van uw telefoon met het voertuig kunt u een contact of recente oproep selecteren of rechtstreeks een nummer kiezen om een oproep te plaatsen.
Aangepast entertainment Verbinding maken met mobiele apparaten U kunt uw auto met een mobiel apparaat (zoals een telefoon of tablet) verbinden via Bluetooth of Hotspot en uw mobiele telefoon synchroniseren (zoals contactpersonen of muziek op uw telefoon) met de auto op het middenconsole voor een optimale infotainmentervaring.
Pagina 148
Aangepast entertainment OPMERKING Verwijder uw telefoon niet uit het Power Swap Station wanneer deze via Bluetooth of Hotspot met het voertuig is verbonden.
Aangepast entertainment Draadloos opladen U kunt een daarvoor geschikt apparaat draadloos opladen door het op de draadloze oplader van de middenconsole te leggen. Draadloos opladen staat standaard aan. U kunt Instellingen onderaan het middendisplay openen en tikken op Verbinden > Draadloos opladen om de functie uit te schakelen.
Pagina 150
Aangepast entertainment • Het is normaal dat de telefoon heet wordt nadat de telefoon langere tijd heeft opgeladen. Leg een volledig opgeladen apparaat niet in het laadvak. Dat kan oververhitting veroorzaken. • Laad niet twee of meerdere apparaten tegelijkertijd draadloos op. •...
Aangepast entertainment NOMI NOMI is de AI-assistent van NIO in de auto, die zich op het bovenste instrumentenpaneel bevindt. U en andere inzittenden kunnen direct met NOMI communiceren en bepaalde functies met uw stem bedienen. NOMI is een fijne reisgezel voor onderweg.
Pagina 152
Aangepast entertainment "Hoi" voor een activeringswoord toevoegen bij twee Chinese tekens; als het aangepaste activeringswoord uit drie tot zes Chinese tekens bestaat, kunt u NOMI activeren door het woord te zeggen. U kunt de continue dialoog met NOMI inschakelen door Instellingen in de werkbalk onderin op het middendisplay te openen en op NOMI >...
Pagina 153
Aangepast entertainment Een oproep met uw Bel XXX. telefoon doen Telefoon Een oproep beant- Beantwoorden / weigeren. woorden Een mop vertellen Vertel mij een mop. Entertainment Neem een foto. Selfie Neem nog een foto. Ik wil ergens naartoe. Naar een locatie De auto moet worden opgeladen.
Pagina 154
Aangepast entertainment Lucht op het gezicht, lucht op de voeten, lucht op de voorruit, lucht op Luchtverdeling en voeten en voorruit, lucht op gezicht en luchtcirculatie afstell- voeten. Voorruitverwarming / achterruitver- warming (in-/uitschakelen). Schakel de recirculatiestand in. Schakel de luchtzuiveringsfunctie in. Wat is het niveau van PM2,5 in de auto? Luchtzuiveringsfunctie Zet het geluid van de luchtzuiverings-...
Pagina 155
Aangepast entertainment Ga naar Media / Telefoon / Navigatie / Muziek / Weer / Instellingen. WAARSCHUWING • Houd NOMI en de bijbehorende steun uit de buurt van vloeistoffen, zure of alkalische oplosmiddelen, vuil, vezels of magnetische materialen. • Demonteer of repareer NOMI en de steun niet. •...
Aangepast entertainment Comfortfuncties Als het voertuig in PARK staat (zonder van buiten vergrendeld te zijn) en er niemand op de bestuurdersstoel zit, kunnen passagiers het voertuig nog altijd openen en bepaalde comfortfuncties gebruiken. De functie schakelt na 10 uur zonder handelingen automatisch uit. Om een comfortfunctie verder te gebruiken, opent u een deur, drukt u het rempedaal in of neemt u plaats op de bestuurdersstoel met de deur aan bestuurderskant dicht.
Aangepast entertainment Intelligent geursysteem De auto heeft een geursysteem voor u en uw gezin. U kunt de gewenste geur kiezen, voor een verfrissende, prettige ervaring tijdens het rijden. U kunt uit diverse geuren kiezen, waaronder Solar, Adventure en Haven. U kunt uw favoriete geurpatroon in de geurhouder onder de middenconsole plaatsen en de patroon vervangen op basis van uw voorkeuren.
Pagina 158
Aangepast entertainment WAARSCHUWING • Houd het geurpatroon buiten het bereik van kinderen om te voorkomen dat ze deze per ongeluk doorslikken, omdat dit schadelijk kan zijn voor hun gezondheid. • Voorkom dat uw kind zijn vinger in de geurhouder steekt. Dit kan leiden tot letsel.
Pagina 159
Aangepast entertainment • Als het geurpatroon geen verbinding heeft gemaakt met het geursysteem na plaatsing ervan, probeert u het opnieuw.
Aangepast entertainment Tide Tide is een app voor uw fysieke en psychologische gezondheid die u helpt met slapen, mediteren, ontspannen en concentreren. Tide is geïnspireerd op reizen, de natuur en meditatie, en biedt talloze audiobronnen zoals geluiden uit de natuur en meditatie-oefeningen, zodat u even uit onze snelle wereld kunt ontsnappen naar een rustige plek waar u kunt mediteren en ontspannen, zodat u beter slaapt, met minder zorgen en stress, en meer concentratie en rust.
Pagina 161
Aangepast entertainment VOORZORG • Controleer of de auto in de parkeerstand en niet in de stand voor het verwisselen van de accu (Power Swap) staat voordat de stand Slapen wordt geopend. • Vanwege de veiligheid moet u alle portieren en de achterklep sluiten voordat u de stand Slapen gebruikt.
Pagina 162
Aangepast entertainment automatisch ingesteld op een aangename temperatuur voor de meditatie en wordt de luchtzuiveringsfunctie automatisch ingeschakeld. NOMI schakelt de stand Niet storen in om een totaal ontspannende en kalme sfeer te creëren. Na de meditatie zet de auto alle instellingen terug naar de instellingen die waren ingesteld vóór de meditatie.
Pagina 163
Aangepast entertainment het voertuig in de oplaad-modus staat, het voertuig is vergrendeld en er van account wordt gewisseld.
Aangepast entertainment Snelle toegang U kunt tikken op Snelle toegang in de toepassingslauncher op het centraal scherm, om vrij toepassingen te combineren voor speciale scenario's of het Recht scherm openen om te genieten van een gepersonaliseerde en geautomatiseerde intelligente ervaring via de aanbevolen Snelle toegang-sjablonen. Acties die speciale snelkoppelingen ondersteunen omvatten: tijd, media, weer, comfort binnen, rijden, opladen, deuren, vensters, zetels, verlichting, systeeminstellingen en toepassingen en andere gebruikelijke instellingen.
Aangepast entertainment AR-bril De AR-bril kan worden aangesloten op telefoons, laptops, gameconsoles en het voertuigsysteem om aan een verscheidenheid aan entertainment- en kantoorbehoeften te voldoen. Scenario's voor aansluiting van AR-bril Geschikte Android-telefoons Voor Android-apparaten met USB-C DP-poorten. 1.. Ga naar de website van Nreal om te controleren of uw Android-apparaat wordt ondersteund.
Pagina 166
Het voertuigsysteem kan alleen op de hardware van de AR-bril worden aangesloten als de upgrade van de chip is uitgevoerd. 2.. Zorg dat u over een NIO Air voertuigaansluitkit beschikt. De AR-bril kan niet rechtstreeks op het voertuig worden aangesloten.
Pagina 167
XR OS Lite in het passagierscompartiment van uw Nio te regelen. U kunt de Air Ring via Bluetooth op het voertuig aansluiten en de positie van de straal op het AR-scherm regelen door deze te bewegen of...
Pagina 168
De verstelhoek is 0–40° voor een hoofdmaat van 120–186 mm. U kunt de meest comfortabele neuspads kiezen uit de opties die beschikbaar zijn voor de NIO Air AR-bril, afhankelijk van uw gezichtsvorm en de gewenste passing. Wanneer u de bril hebt opgezet, kunt u de hoek ten opzichte van uw slapen aanpassen aan de hoogte van het beeld dat u ziet.
Pagina 169
één apparaat voor dergelijke doeleinden worden gebruikt. • U kunt de controller gebruiken vanuit de NIO Owner Zone in de Nreal-app. De controller kan worden gebruikt op alle telefoons met BIE Bluetooth. De functies ervan zijn afhankelijk van de configuratie van de telefoon. Andere apps in de Nreal-app werken alleen op geschikte telefoonmodellen.
Instrumentenpaneel en middendisplay Indicatielampjes instrumentenpaneel Neem onmiddellijk contact op met NIO als de volgende lampjes een afwijking aangeven. Pictogram Opmerking Automatisch grootlicht Grootlicht Geremd houden Positieverlichting Dimlicht Mistlampen voor Voertuig is gereed Richtingaanwijzer links Richtingaanwijzer rechts Mistlampen achter IJs/sneeuw op de weg...
Pagina 171
Instrumentenpaneel en middendisplay Herinnering snelheidslimiet of storing in snelheidslimietsmodus Status verbinding met aanhanger Storing in slimme koplampen Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) Storing/start zelftest Geavanceerd bestuurdersbewakingssysteem (ADMS) Geen gezicht herkend door Geavan- ceerd bestuurdersbewakingssysteem (ADMS) Waarschuwing en assistentie bij verlat- en rijstrook (LDW) uit Waarschuwing voor te hoge snelheid Beperkt vermogen ABS-fout...
Pagina 172
Instrumentenpaneel en middendisplay Status Geavanceerd bestuurdersmoni- toringsysteem (ADMS) Storing in aandrijfsysteem Storing in elektrische parkeerrem (EPB) Waarschuwing veiligheidsgordels Storing airbag Storing aandrijfmotor Storing opladen van 12V-accu Storing hoogspanningsaccu Oververhitting hoogspanningsaccu Storing in elektrische aansluiting aanhanger Storing in Dodehoekdetectie (BSD) en Rijstrookhulp (LCA) Storing in Waarschuwing Kruisend verkeer voor (CTA-F)/Kruisend verkeer...
Instrumentenpaneel en middendisplay Bedieningselementen op middendisplay De bedieningselementen op het middendisplay vooraan Wanneer u of een geautoriseerde gebruiker inlogt, heeft het middendisplay naadloos toegang tot rijke en aangepaste inhoud, zoals muziek, navigatie, radio, enz. U kunt ook uw favoriete inhoud personaliseren en opslaan in uw account. De volgende keer dat u inlogt, wordt de opgeslagen inhoud automatisch geladen.
Pagina 174
Instrumentenpaneel en middendisplay • Veeg horizontaal naar links en rechts of veeg naar links en rechts langs de rand van het scherm om over te schakelen tussen verschillende functies, zoals Klimaatregeling, Zitcomfort, Sfeerverlichting, Geur, enz. • Veeg aan de bovenrand van het scherm omlaag om de pagina Snelle toegang te openen, waar u de schermverlichting, het volume en de schermbeveiliging kunt instellen.
Tijdens het gebruiken van het voertuig, kunnen deze technische parameters en andere gegevens gerelateerd aan het voertuig, zoals ongevalsrecords, voertuigschade en bewijs (waar mogelijk de interventie van een specialist voor nodig is), gelezen worden via de diagnostische apparaten bij NIO.
Pagina 176
Vergrendelde gebeurtenissen zullen niet worden overschreven door volgende gebeurtenissen. OPMERKING NIO zal zonder uw toestemming geen informatie die in het systeem is opgenomen aan een derde partij bekendmaken.
• Als de systeemupgrade niet start of niet succesvol is, neem dan onmiddellijk contact op met NIO. • Voer geen wijzigingen aan de onderdelen of de software van het voertuig uit zonder toestemming. Niet-naleving kan leiden tot letsel of materiële schade.
Instrumentenpaneel en middendisplay Alle instellingen resetten Als u uw voertuig moet verkopen, kunt u alle inhoud en instellingen wissen door het openen van Instellingen onderaan het centraal scherm en te tikken op Algemeen > Alle instellingen resetten. De volgende gegevens en instellingen zullen gewist worden, met inbegrip van voertuiginstellingen (zoals instellingen voor zetels, zijspiegels en klimaatregeling), rij-instellingen (zoals ADAS en rijmodus), NOMI-instellingen, systeeminstellingen (zoals tijd en datum), navigatie-instellingen, media-afspeellijsten en foto's en...
Rijbeleving Basisbediening Het voertuig starten Uw voertuig is klaar om mee te rijden als aan de volgende voorwaarden is voldaan: 1.. De bestuurder zit in de auto. 2.. Het bestuurdersportier is gesloten of het rempedaal wordt ingedrukt. Als u in het voertuig zit, kunt u het voertuig starten via een slimme sleuteltag, NFC- kaart of telefoon met NFC ingeschakeld.
Pagina 180
Rijbeleving Versnellingen schakelen Als u het rempedaal indrukt en het voertuig in DRIVE of REVERSE zet, wordt op het digitaal instrumentenpaneel weergegeven om aan te geven dat het voertuig klaar is om te gaan rijden. Nadat u het voertuig in een versnelling hebt gezet, wordt de huidige versnelling weergegeven op het digitaal instrumentenpaneel.
Pagina 181
Open Instellingen onderaan op het middendisplay en tik op Rijden > Elektrische parkeerrem om de knop voor parkeren te verschuiven. op het digitaal instrumentenpaneel wordt weergegeven, werkt het remsysteem niet goed. Rijd dan voorzichtig en neem onmiddellijk contact op met NIO.
Pagina 182
Rijbeleving WAARSCHUWING Controleer voordat u uit het voertuig stapt, of het voertuig in de P-stand staat en of de elektronische parkeerrem is geactiveerd, om te voorkomen dat het voertuig in beweging komt en letsel of schade kan veroorzaken.
Rijbeleving Rijmodi Uw auto beschikt over vijf basisrijmodi: Sport+, Sport, Comfort, Eco en Aangepast. U kunt deze modi instellen voor wat betreft acceleratie, energieterugwinning, hoogte en stijfheid van de ophanging, stuurkracht en airconditioning. Een andere rijmodus zorgt voor andere rijprestaties, waardoor uw rijervaring in specifieke omstandigheden wordt geoptimaliseerd om aan uw eisen te voldoen.
Pagina 184
Rijbeleving Open Instellingen onderaan het middendisplay en tik op Rijden > Rijmodus om een rijmodus te selecteren.
Rijbeleving Scenariohulp Sneeuwmodus Tijdens het rijden op gladde wegen kunt u Sneeuwmodus inschakelen om de manier waarop uw voertuig bestuurd wordt te veranderen en slippen te voorkomen. Open Instellingen onderaan op het middendisplay en tik op Rijden > Sneeuwmodus om de functie in of uit te schakelen. U kunt overschakelen naar een normale rijmodus of opnieuw op Sneeuwmodus tikken om deze functie uit te schakelen.
Pagina 186
Rijbeleving ECO+ modus ECO+ modus vermindert het energieverbruik van het voertuig en verhoogt het bereik door optionele functies uit te schakelen en te voldoen aan de minimale rijbehoeften. In de ECO+ modus is de maximumsnelheid van het voertuig beperkt, zijn de rijhulpsystemen tijdelijk niet beschikbaar en worden comfortfuncties zoals airconditioning en sfeerverlichting beperkt.
Rijbeleving Functie-instellingen Geremd houden Als het voertuig tijdelijk stil staat, kan Autohold de remmen blijven bekrachtigen wanneer u het rempedaal loslaat, om het voertuig stil te laten staan. Open Instellingen onderaan op het middendisplay en tik op Rijden > Activering Autohold om de functie in de betreffende modus in te schakelen.
Pagina 188
Rijbeleving • Laat de knop PARK los of druk het rempedaal in om Noodrem te annuleren. Druk opnieuw op de knop om de functie opnieuw te activeren. VOORZORG Activeer de noodrem niet, deze is uitsluitend bedoeld voor noodsituaties waar het rempedaal defect raakt of vastzit.
Pagina 189
Rijbeleving • Hoogte • Helling De ingestelde hoogte zal automatisch in het systeem worden opgeslagen. Open Instellingen onderaan op het middendisplay en tik op Scherm > Schakelaar HUD navigatiemodus om verschillende navigatiemodi te selecteren met de gewenste lay-out. • Auto: Intelligent schakelen tussen Gedetailleerd of Eenvoudig op basis van de wegomstandigheden •...
Rijbeleving Digitale videorecorder (DVR) U kunt de digitale videorecorder gebruiken om video's van uw rit te maken, die als bewijs gebruikt kunnen worden in geval van een verkeersongeval. De digitale videorecorder heeft de volgende modi: lus, noodgeval en snel opnemen. VOORZORG De digitale videorecorder werkt niet als het voertuig is geparkeerd en is uitgeschakeld.
Pagina 191
Rijbeleving De DVR kan maximaal 10 uur aan lusopnamen van de hoofdweergave opslaan, en ongeveer 5,7 uur aan lusopnamen van de vijf opnamemogelijkheden. Wanneer het geheugen vol is, worden de oudste video's automatisch overschreven. De opname zal worden opgeslagen in Foto's > Lusvideo's. Als u van bepaalde video's een back-up wilt maken, plaatst u een USB-opslagapparaat en selecteert u de bestanden die u wilt exporteren.
Pagina 192
Rijbeleving Snel opnemen Deze functie ondersteunt de meeste scenario's waar opnemen handmatig geactiveerd kan worden, zoals bij overtredingen, scams of grappige scènes, waardoor u snel kunt opslaan, opnemen en zoeken naar gerelateerde video's. Veeg naar rechts op de startpagina om Snelle toegang te openen en tik op Snelle video-opname om te beginnen opnemen.
Rijbeleving Voetgangerswaarschuwing Tijdens het rijden met lage snelheid (normaal trager dan 30 km/u), geeft het voertuig een geluidsmelding om andere weggebruikers zoals voetgangers en andere voertuigen te waarschuwen voor uw aanwezigheid. Veeg naar rechts op de startpagina om Snelle toegang te openen. Tik op Voetgangerswaarschuwingssysteem om de functie in of uit te schakelen.
Rijbeleving Parkeercamera en parkeerhulp Parkeerhulp bewaakt de omgeving van het voertuig door middel van ultrasoon sensors wanneer het voertuig tegen lage snelheid rijdt, om u te helpen om veilig te parkeren. Tijdens het parkeren, worden visuele waarschuwingen gegeven om de afstand tot de voor- en achterkant van uw voertuig en het obstakel aan te geven.
Pagina 195
Rijbeleving • Schakel naar REVERSE om de geheugenweergave in te schakelen (surroundweergave of dubbele weergave). • Houd de rechtermiddenknop op het stuur ingedrukt om de knop aan te passen voor Surroundweergave en deze functie in te schakelen via deze knop. •...
Pagina 196
Rijbeleving Parkeercameraschermen Er zijn twee parkeercameraschermen: surroundweergave en dubbele weergave. Tik op de knop links bovenaan op de surroundweergave om tussen de schermen te schakelen. Knop Functie Overschakelen naar dubbele weergave Overschakelen naar surroundweergave Parkeercamerabeelden Na het openen van het scherm dubbele weergave, kunt u overschakelen naar het voor-/achteraanzicht door te schakelen naar DRIVE (D) / REVERSE (R) of te tikken op 3D weergave, weergave vooraanzicht, weergave achteraanzicht, weergave wielnaaf, of weergave achterwielnaaf in de onderste helft van het centraal...
Pagina 197
Rijbeleving U kunt deze functie inschakelen op het instelscherm voor de parkeercamera. Als de functie is ingeschakeld, kunt u een van vier opties kiezen voor de modeltransparantie tijdens het rijden: Doorzichtig, laag, gemiddeld en hoog. VOORZORG Het dynamisch transparante chassis kan mogelijke omgevingsveranderingen onder het chassis niet detecteren wanneer het voertuig stilstaat.
Veiligheid Veiligheidsgordels Gordelinstructies De veiligheidsgordel is een van de belangrijkste manieren om inzittenden te beschermen bij een ongeval. Het gebruik van veiligheidsgordels in combinatie met airbags kan de kans op ernstig letsel bij een aanrijding verkleinen. De zitplaatsen voor en achter in de auto zijn voorzien van veiligheidsgordels met gordelspanners (tweetrapsgordelspanners voor de voorstoelen).
Pagina 199
• Gordelspanners die tijdens een ongeval zijn geactiveerd, moeten onmiddellijk worden vervangen. Zelfs als ze bij bepaalde ongevallen niet worden geactiveerd, wordt voorgesteld om naar NIO te rijden voor inspectie of zo nodig zelfs voor vervanging. • Rijd niet met de rugleuning die in extreme mate naar achteren is geklapt. Als u dit doet, kan de veiligheidsgordel zijn beschermende functie verliezen.
Pagina 200
33 seconden automatisch uit. WAARSCHUWING Als de gordelverklikker defect raakt, gebruik de stoel dan niet en neem onmiddellijk contact op met NIO voor inspectie. Dragen van de veiligheidsgordels Gebruik de veiligheidsgordels correct als volgt: 1.. Trek de veiligheidsgordel bij de gordeltong gelijkmatig over uw lichaam. Zorg ervoor dat de schouderriem over de schouder loopt, terwijl de heupgordel over het bekken wordt geplaatst.
Pagina 201
Veiligheid 2.. Druk op de knop en schuif de gordel omhoog of omlaag om de hoogte correct aan te passen. Laat de knop los zodra de hoogte van de gordel correct is afgesteld. Om te controleren of de gordel goed vastzit in de gesp, moet u stevig trekken aan het schoudergedeelte van de gordel.
Veiligheid Airbags Instructies voor airbags Als beveiligingssysteem is de airbag een aanvulling op de veiligheidsgordel. Airbags kunnen bij een ernstig ongeval snel worden opgeblazen om het hoofd en de borstkas van de inzittende te beschermen en de ernst van eventuele letsels te beperken.
Pagina 203
Het airbagsysteem kan slechts één keer bescherming bieden. Als de airbag is geactiveerd, moet u deze laten vervangen. De airbag wordt bij bepaalde ongevallen niet geactiveerd. Neem altijd onmiddellijk contact op met NIO om te controleren of het airbagsysteem nog goed werkt; het wordt dan...
Pagina 204
• Als het airbagsysteem in de tien jaar na de productiedatum nooit geactiveerd is geweest, maak dan een afspraak met NIO om het te laten vervangen. Laat de vervanging van het airbagsysteem noteren en bewaar die aantekening; als de auto wordt verkocht, moet deze aantekening aan de nieuwe eigenaar worden overhandigd.
Pagina 205
Veiligheid • Leg of hang nooit zware voorwerpen of voorwerpen met scherpe randen aan de zonneklep voor de voorpassagier. Wanneer u dat wel doet, kan er letsel ontstaan als de voorpassagiersairbag wordt geactiveerd. • De rook en stof die tijdens het snel activeren van de airbags ontstaan, kunnen huid- of oogirritatie, brandblaren of andere brandwonden veroorzaken, en de vezels van de airbags kunnen tot krassen of brandwonden op de huid leiden.
Pagina 206
Veiligheid 1.. De auto raakt een boom, een paal of een ander hoog en smal/dun voorwerp. 2.. De auto wordt langs achter aangereden door een ander voertuig. 3.. De auto kantelt. 4.. De auto botst tegen de achterkant van een vrachtwagen of schuift eronder. 5..
Pagina 207
Veiligheid instrumentenpaneel wordt ingeschakeld, mag u de auto niet gebruiken en moet u onmiddellijk contact opnemen met NIO. De voorairbags uitschakelen Omdat de airbags snel worden opblazen en met grote kracht openklappen, moet de afstand tussen de voorairbags en de inzittenden voorin minstens 25 cm bedragen.
Veiligheid Kinderslot De kinderslotfunctie is standaard uitgeschakeld. De functie moet worden ingesteld voordat ze wordt ingeschakeld. Open Instellingen onderaan het middendisplay en tik op Portieren en ruiten om de huidige instellingen van de kinderslotfunctie weer te geven. Kinderslot handmatig in- of uitschakelen Tik op Kinderslot –...
Veiligheid Kinderzitje Kinderen jonger dan 12 jaar of kleiner dan 1,50 meter moeten in een kinderzitje of op een zitverhoger zitten om voldoende beschermd te zijn. Kinderen mogen in de auto in geen geval in de armen of op de schoot worden gehouden. Gebruik alleen een zitje dat geschikt en passend is voor het kind, en dat voldoet aan de relevante wet- en regelgeving.
Pagina 210
Veiligheid • Volg altijd de instructies van de fabrikant van het kinderzitje voor correct gebruik van de veiligheidsgordel voor optimale bescherming. • Zorg er altijd voor dat het kinderzitje correct geïnstalleerd is en goed vast zit, zelfs als er geen kind in het zitje zit. Als u dit niet doet, kan het zitje bij een aanrijding of noodstop andere inzittenden verwonden.
Pagina 211
Veiligheid Tabel 1: Tabel kinderbeveiligingssystemen ‘i-Size’- zitpositie n.v.t. (ja/nee) Zitpositie geschikt voor zijde- n.v.t. lingse bevestig- ing (L1/ L2)* Grootste geschikt voor achter- waarts R1/R2X/R R1/R2X/R n.v.t. gerichte 2/R3 2/R3 bevestig- ing (R1/ R2X/ R2/ R3)* Grootste geschikt voor voorwaar F2X/F2/F F2X/F2/F n.v.t.
Pagina 212
(b) Het is verboden om een kinderzitje met een apart basisonderstel of een steunpoot te plaatsen op de middelste zitplaats van de 2 zitrij. Tabel 2: Door NIO aanbevolen kinderzitjes Groep Fabrikant Model Bevestiging 0 &...
Pagina 213
22–36 kg voren gericht NIO adviseert uw kinderen in een geschikt en passend kinderbeveiligingssysteem op de 2 zitrij links of rechts te plaatsen. Dit kinderbeveiligingssysteem moet in het voertuig bevestigd zijn met ISOFIX, een steunpoot, of met de veiligheidsgor- del.
Pagina 214
Veiligheid middendisplay om u eraan te herinneren dat de voorpassagiersairbag is uitgeschakeld. Neem uw kind veilig mee in de auto op de buitenste zitplaatsen achterin, in een voor de leeftijd, het gewicht en de lengte van het kind passend kinderzitje of met een geschikte veiligheidsgordel: •...
Pagina 215
Veiligheid • Kinderen die tussen 22 kg en 36 kg wegen en kleiner zijn dan 1,50 meter kunnen op een zitverhoger worden gezet, die met een veiligheidsgordel op de achterbank is bevestigd. WAARSCHUWING De bovenste gordel moet plat over de schouder en borst liggen en nooit over de nek;...
Pagina 216
Veiligheid Om een kinderzitje op de achterbank te installeren, moet u de veiligheidsgordel over het zitje leiden en de gordel vastklikken. Zorg ervoor dat de gordel niet gedraaid is. Trek de gordel strak aan en neem alle speling weg. • Een ISOFIX-zitje installeren Beide buitenste zitplaatsen op de achterbank zijn uitgerust met ISOFIX ankerpunten.
Pagina 217
Veiligheid 3.. Trek aan het kinderzitje om na te gaan of het goed op zijn plaats vastzit. WAARSCHUWING • De ISOFIX-bevestigingspunten zijn uitsluitend ontworpen voor kinderzitjes met het ISOFIX-systeem. Om letsel te voorkomen, moet u nooit andere objecten beveiligen met ISOFIX. •...
Veiligheid Multi Collision Braking (MCB) Multi Collision Braking (MCB) is standaard op de EL7. Bij bepaalde soorten botsingen activeert het voertuig de remmen om een secundaire aanrijding te helpen voorkomen of de gevolgen ervan te beperken. Om een secundaire botsing te voorkomen of de gevolgen ervan te beperken, worden de remmen automatisch geactiveerd om de auto tot stilstand te brengen.
U kunt de Huisdiermodus handmatig sluiten via het middendisplay of de NIO-app indien nodig. Wanneer de Huisdiermodus is ingeschakeld, worden, als het voertuig vergrendeld wordt, de ventilatorsnelheid, luchtventilatiemodus en luchtcirculatie op AUTO gezet (22°C standaard, kan handmatig ingesteld worden).
Pagina 220
Veiligheid • Als de Huisdiermodus is ingeschakeld, zal de NIO-app u om de twee uur laten weten dat uw huisdier in het voertuig zit. U wordt via een bericht op de hoogte gebracht zodra de resterende actieradius minder dan 60 km is en het voertuig niet wordt opgeladen.
Veiligheid Ingeschakelde Wegloopmodus Wanneer het voertuig in de parkeerstand staat, gaat u naar de pagina Instellingen vanaf de bedieningsbalk onder aan het centrale display en tikt u op Voorzieningen> Ingeschakelde wegloopmodus om de wegloopmodus in te schakelen. anneer u het voertuig tijdelijk moet verlaten (zoals bij het kopen van koffie of ontbijt, enz.), kunt u de cabine in een comfortabele staat houden, zodat u rit aangenaam blijft wanneer u terugkomt.
Pagina 222
Veiligheid • Wanneer er een storing optreedt in het hoge-spannings- of klimaatbeheersingssysteem, wordt de modus Ingeschakeld houden automatisch afgesloten.
Veiligheid Kampeermodus Wanneer het voertuig in de parkeerstand staat, gaat u naar de pagina Instellingen vanaf de bedieningsbalk onderaan het centrale display en tikt u op Comfortabele Omgeving> Kampeermodusom de Kampeermodus in te schakelen. Wanneer u gedurende langere tijd gebruik moet maken van de interne stroomvoorziening (bijv.
Pagina 224
Veiligheid resterende actieradius minder dan 10 km is, wordt de Kampeermodus automatisch afgesloten en worden ruiten op een kier gezet. • Wanneer de Kampeermodus is aangezet en het voertuig van binnenuit is vergrendeld, wordt, als iemand het portier opent en het voertuig verlaat, het middendisplay verlicht en worden personen die nog in het voertuig zitten ervan op de hoogte gebracht dat het voertuig is ontgrendeld.
Veiligheidsassistentie Waarschuwing frontale aanrijding (FCW) Waarschuwing frontale aanrijding geeft visuele, hoorbare en voelbare waarschuwingen als het systeem vaststelt dat er een mogelijk risico bestaat op een aanrijding tussen uw voertuig en een voertuig, motorfiets, fiets of voetganger vóór u. Voor detectie van voertuigen, voetgangers of fietsers die zich in dezelfde richting vóór u bewegen, werkt Waarschuwing frontale aanrijding alleen als u sneller dan 4 km/u rijdt.
Pagina 226
Veiligheidsassistentie • U draagt altijd de eindverantwoordelijkheid voor het veilig rijden en het voldoen aan de geldende verkeerswet- en regelgeving. Open Instellingen onderaan op het middendisplay en tik op Rijhulp > Waarschuwing frontale aanrijding om deze functie in of uit te schakelen. Open Instellingen onderaan op het middendisplay en tik op Rijhulp >...
Pagina 227
Veiligheidsassistentie • De weg is nat. • De camera kan zich niet scherpstellen of werkt niet goed. Waarschuwing frontale aanrijding werkt mogelijk niet vanwege storingen van de LiDAR-detectiesensor in sommige situaties, met inbegrip van maar niet beperkt tot: • De positie van de LiDAR-sensor is gewijzigd. •...
Pagina 228
Veiligheidsassistentie • Deze functie kan stilstaande of langzaam rijdende voertuigen niet opmerken, vooral 's nachts wanneer de bestuurder extra moet opletten. • Deze functie kan ten onrechte worden geactiveerd wanneer het voertuig naar speciale plaatsen moet worden gereden, zoals een autotrekker of een sloper. Waarschuwing frontale aanrijding zal niet werken zoals bedoeld als het object zich niet recht voor het voertuig bevindt in sommige situaties, met inbegrip van maar niet beperkt tot:...
Pagina 229
Veiligheidsassistentie WAARSCHUWING Forward Collision Warning geeft mogelijk geen waarschuwing in bepaalde situaties, met inbegrip van maar niet beperkt tot: • De bestuurder trapt al op de rem. • De bestuurder trapt het gaspedaal volledig of plotseling in. • De bestuurder draait scherp aan het stuur. WAARSCHUWING Deze functie wordt niet aanbevolen voor gebruik bij slechte weer, met inbegrip van maar niet beperkt tot zware regen, sneeuw, mist en nevel.
Veiligheidsassistentie Autonome noodrem (AEB) Als een aanrijding met een voorliggend voertuig, fietser of voetganger niet te vermijden is, worden de remmen bekrachtigd om de snelheid te verminderen en de impact van de aanrijding van achter te minimaliseren. • Voor detectie van voorliggende voertuigen, voetgangers of fietsers werkt Autonome noodrem (AEB) alleen als u tussen ongeveer 4 km/u en 150 km/u rijdt.
Pagina 231
Veiligheidsassistentie WAARSCHUWING Als rijhulpfunctie kan Autonome noodrem niet alle situaties in alle verkeers-, weers- en wegomstandigheden aan en de functie kan voertuigen ook niet in alle situaties detecteren. Verschillende factoren kunnen een ongeldige, ongepaste of vroegtijdige waarschuwing veroorzaken. U moet altijd letten op het verkeer en de wegomstandigheden. Vertrouw nooit blindelings op Autonome noodrem om botsingen te voorkomen of de impact van een botsing te verminderen.
Pagina 232
Veiligheidsassistentie • De verminderd zicht in donkere omgevingen, zoals bij zonsondergang, 's nachts of in een tunnel, wat leidt tot slechte herkenning. • Plotselinge wijzigingen van de helderheid, zoals bij het in- of uitrijden van een tunnel. • Het zicht van de camera's wordt verstoord door grote schaduwen van gebouwen, het landschap of grote voertuigen.
Pagina 233
Veiligheidsassistentie • Voertuigen die uw voertuig haaks kruisen. • Dieren. • Verkeerslichten. • Muren. • Barrières (verkeerskegels, enz.) • Andere niet-voertuigen VOORZORG • Deze functie kan niet garanderen dat alle speciaal gevormde voertuigen onder alle omstandigheden kunnen worden geïdentificeerd. U moet extra opletten, vooral 's nachts.
Pagina 234
Veiligheidsassistentie • Wanneer het voorliggend voertuig zich onder een grote hoek ten opzichte van uw voertuig bevindt, wordt het object mogelijk niet tijdig geïdentificeerd. • Wanneer slechts een deel van het voorliggend voertuig uw voertuig overlapt, wordt het doel mogelijk niet tijdig geïdentificeerd. •...
Pagina 235
Veiligheidsassistentie WAARSCHUWING Autonome noodrem is alleen ontworpen om de impact van frontale botsingen te verminderen. De functie werkt niet wanneer het voertuig in REVERSE (ACHTERUIT) staat. WAARSCHUWING De Autonome noodrem kan in sommige situaties niet remmen of juist stoppen met remmen, bijvoorbeeld in de volgende gevallen: •...
Veiligheidsassistentie Rijstrookassistent (LKA) Rijstrookassistent helpt de bestuurder om binnen de rijstrook te blijven met visuele en hoorbare waarschuwingen en stuurwieltrillingen als het voertuig onopzettelijk in de richting van een aangrenzende rijstrook rijdt of de neiging heeft om dit te doen. Rijstrookassistent omvat: •...
Pagina 237
Veiligheidsassistentie rijstrookhulp. Je moet altijd bereid zijn om de besturing over te nemen, vooral als je op wegen met bochten rijdt. Neem de besturing meteen over bij het nemen van bochten, het omkeren of het rijden op bochtige wegen of wegen met scherpe bochten. WAARSCHUWING Als rijhulpfunctie kan de rijstrookhulp niet alle situaties aan in alle verkeers-, weers- en wegomstandigheden.
Pagina 238
Veiligheidsassistentie Waarschuwing + Rijstrookassistent: Waarschuwing en lichte º stuurondersteuning • Waarschuwingstype: Alleen voor Waarschuwing zijn de waarschuwingstypen visueel, visueel en º hoorbaar, visueel en trillen, en visueel, hoorbaar en trillen. Voor Waarschuwing + Rijstrookassistent is het waarschuwingstype º standaard visueel en hoorbaar en kan niet worden gewijzigd. •...
Pagina 239
Veiligheidsassistentie • Uw voertuig voldoet aan alle veiligheidsvoorwaarden, met inbegrip van: De bestuurder zit in de auto. º Het voertuig staat in DRIVE. º Het antiblokkeerremsysteem, tractiecontrolesysteem en elektronisch º stabiliteitsprogramma zijn niet geactiveerd. Het tractiecontrolesysteem en elektronisch stabiliteitsprogramma zijn niet º...
Pagina 240
Veiligheidsassistentie • Pictogram en rijstrookmarkeringen in het wit: Rijstrookassistent is geactiveerd. • Pictogram en één rijstrookmarkering in het rood: Wanneer het hulpniveau Waarschuwing is, geeft dit een risico op verlaten º van de rijstrook aan de betreffende kant aan. Wanneer het hulpniveau Waarschuwing + Rijstrookassistent is, geeft dit º...
Pagina 241
Veiligheidsassistentie VOORZORG De dynamische omgevingssimulatieweergave kan alleen als referentie worden gebruikt en kan de werkelijke verkeersomstandigheden niet perfect weergeven. Vertrouw daarom niet op de dynamische omgevingssimulatieweergave. Voorzorgsmaatregelen en beperkingen Rijstrookassistent werkt mogelijk niet zoals bedoeld of kan automatisch worden uitgeschakeld in sommige situaties, met inbegrip van maar niet beperkt tot: •...
Pagina 242
Veiligheidsassistentie • Plotselinge wijzigingen van de helderheid, zoals bij het in- of uitrijden van een tunnel. • Het zicht van de camera's wordt verstoord door grote schaduwen van gebouwen, het landschap of grote voertuigen. • Er valt direct licht op de camera. •...
Pagina 243
Veiligheidsassistentie Zorg er ter voorkoming van ongevallen altijd voor dat u op het verkeer, de weg en de voertuigomstandigheden let en dat u voorzichtig rijdt.
Veiligheidsassistentie Actieve stop bij noodgevallen (EAS) Tijdens het rijden, zal dit systeem zodra het detecteert dat er abnormale rijomstandigheden zijn (zoals, u houdt het stuur niet vast gedurende een bepaalde tijd of u bent afgeleid en vermoeid gedurende een bepaalde tijd of u zit niet in uw stoel), de functie Actieve stop bij noodgevallen (EAS) activeren wanneer aan de normale gebruiksvoorwaarden voor het systeem worden voldaan.
Pagina 245
Veiligheidsassistentie • De verminderd zicht in donkere omgevingen, zoals bij zonsondergang, 's nachts of in een tunnel, wat leidt tot slechte herkenning. • Plotselinge wijzigingen van de helderheid, zoals bij het in- of uitrijden van een tunnel. • Het zicht van de camera's wordt verstoord door grote schaduwen van gebouwen, het landschap of grote voertuigen.
Pagina 246
Veiligheidsassistentie • De LiDAR-sensor is te warm omdat het voertuig te lang in de zon heeft gestaan. • Er kunnen valse waarschuwingen gegeven worden door bepaalde verkeersborden en afzettingspilonnen op snelwegen of viaducten. Noodstop zal alleen reageren op voertuigen die voldoen aan bepaalde voorwaarden.
Pagina 247
Veiligheidsassistentie Herkenning en reactie kan vertraagd zijn als het object zich niet recht voor het voertuig bevindt in sommige situaties, met inbegrip van maar niet beperkt tot: • Noodstop reageert niet op objecten in de blinde zones van de sensor. Noodstop kan bijvoorbeeld geen objecten detecteren in de dode hoek in de hoek of aan de zijkant van het voertuig.
Pagina 248
Veiligheidsassistentie De zijdelingse grip kan in sommige situaties ontoereikend zijn, met inbegrip van maar niet beperkt tot: • De remmen werken niet optimaal (zoals bij te koude, te hete of natte remonderdelen). • Onvoldoende onderhoud (zoals overmatig versleten remmen of banden of een abnormale bandenspanning).
Veiligheidsassistentie Rijstrook aanhouden bij noodgevallen (ELK) Rijstrook aanhouden bij noodgevallen (ELK) biedt stuurondersteuning om de bestuurder te helpen de voertuigkoers dwingend te corrigeren en het risico op een aanrijding te vermijden wanneer het voertuig onbedoeld de rijstrook verlaat of een voertuig in de aangrenzende rijstrook zou kunnen raken.
Pagina 250
Veiligheidsassistentie Neem bij het afslaan, het omkeren of het rijden op bochtige wegen of wegen met scherpe bochten onmiddellijk het stuur over. WAARSCHUWING Als rijhulpfunctie kan de rijstrookhulp niet alle situaties aan in alle verkeers-, weers- en wegomstandigheden. U moet altijd letten op het verkeer en de wegomstandigheden. Vertrouw nooit alleen op de rijstrookhulp om gevaar te vermijden.
Pagina 251
Veiligheidsassistentie VOORZORG De rijstrookhulp wordt automatisch geactiveerd wanneer in geval van nood aan de voorwaarden wordt voldaan. De rijstrookhulp kan slechts beperkte stuurondersteuning bieden en kan de snelheid van het voertuig niet regelen. De rijstrookhulp is niet in staat om de besturing constant te regelen. Daarom kan het voertuig niet altijd in het midden van de rijstrook blijven.
Pagina 252
Veiligheidsassistentie Rijstrook aanhouden bij noodgevallen bij afwijken naar links Wanneer aan de gebruiksvoorwaarden voor Rijstrook aanhouden bij noodgevallen is voldaan zal, als het voertuig onopzettelijk afwijkt naar links, Rijstrook aanhouden bij noodgevallen stuurondersteuning bieden. In dit geval wordt de bijbehorende linkerrijstrookmarkering rood op het instrumentenpaneel. WAARSCHUWING De rijstrookhulp kan niet werken zoals bedoeld of automatisch stoppen en het voertuig kan in sommige situaties afwijken naar de vaste rijstrooklijn, met inbegrip...
Pagina 253
Veiligheidsassistentie Rijstrook aanhouden bij noodgevallen bij afwijken naar de tegemoetkomende voertuigen aan de linkerkant Wanneer aan de gebruiksvoorwaarden voor Rijstrook aanhouden bij noodgevallen is voldaan zal, als het voertuig onopzettelijk afwijkt naar de aangrenzende rijstrook aan de linkerkant, Rijstrook aanhouden bij noodgevallen stuurondersteuning bieden.
Pagina 254
Veiligheidsassistentie Rijstrook aanhouden bij noodgevallen bij afwijken naar van achter naderende voertuigen aan de linkerkant Wanneer aan de gebruiksvoorwaarden voor Rijstrook aanhouden bij noodgevallen is voldaan zal, als het voertuig onopzettelijk afwijkt naar de aangrenzende rijstrook aan de linkerkant waar de voertuigen snel van achteren naderen, Rijstrook aanhouden bij noodgevallen stuurondersteuning bieden.
Pagina 255
Veiligheidsassistentie • Het zicht van de camera's wordt verstoord door grote schaduwen van gebouwen, het landschap of grote voertuigen. • Wanneer er direct licht op de camera gericht is. • Bij regen, sneeuw, mist, nevel en ander slecht weer. • Wanneer er uitlaatrook, spetters, sneeuw of stof van voorliggende voertuigen op de camera's terechtkomt.
Pagina 256
Veiligheidsassistentie • Er kunnen valse waarschuwingen gegeven worden vanwege bepaalde verkeersborden en kegels op autosnelwegen of viaducten. Rijstrook aanhouden bij noodgevallen werkt mogelijk niet zoals bedoeld of kan automatisch worden uitgeschakeld in afwijkende of complexe situaties, met inbegrip van maar niet beperkt tot: •...
Veiligheidsassistentie Geavanceerd bestuurdersbewakingssysteem (ADMS) Het geavanceerde bestuurdersmonitoringsysteem houdt de rijstatus van de bestuurder in de gaten. Wanneer het geavanceerde bestuurdersmonitoringsysteem is ingeschakeld en er aan de voorwaarden voor activering is voldaan, en het systeem detecteert dat de bestuurder slaperig wordt of is afgeleid, dan waarschuwt NOMI de bestuurder met gezichtsuitdrukkingen en gesproken opdrachten op basis van de mate van slaperigheid, en het digitale instrumentenpaneel herinnert de bestuurder er ook aan om gefocust te blijven.
Pagina 258
Veiligheidsassistentie Als het stuurwiel wordt afgesteld wanneer u de rijstrookassistent, adaptieve cruisecontrol en andere ADAS-functies gebruikt, dan waarschuwt het systeem u met "Rijassistent afsluiten... Neem het stuurwiel over". Het geavanceerde bestuurdersmonitoringsysteem in-/uitschakelen Het geavanceerde bestuurdersmonitoringsysteem houdt in de gaten of de bestuurder slaperig of afgeleid wordt.
Pagina 259
Bij een systeemstoring of wanneer de camera expres wordt geblokkeerd, geeft het volgende display aan dat de functie wordt beperkt. Neem zo snel mogelijk contact op met NIO. VOORZORG De camera slaat geen afbeeldingen, audio´s of video´s op en deelt deze ook niet.
Pagina 260
Veiligheidsassistentie werkt gedeeltelijk niet goed of geeft valse waarschuwingen in bepaalde situaties, inclusief, maar niet beperkt tot: • 's Nachts of in donkere omgevingen. • In direct, fel zonlicht, bijvoorbeeld in zonlicht of de koplampen van een tegenligger. • De stoel van de bestuurder is afgesteld. •...
Veiligheidsassistentie Dodehoekdetectie (BSD) en Hulp bij rijstrookwisseling (LCA) Dodehoekdetectie en Hulp bij rijstrookwisseling geven visuele, hoorbare en voelbare waarschuwingen wanneer een ander voertuig in de dode hoek van uw voertuig verschijnt of snel nadert. Dodehoekdetectie en Hulp bij rijstrookwisseling wordt alleen geactiveerd wanneer u sneller dan 15 km/u rijdt.
Pagina 262
Veiligheidsassistentie bijbehorende buitenspiegel. In dit geval zult u, wanneer u de richtingaanwijzer naar de betreffende kant inschakelt, op een van de volgende manieren worden gewaarschuwd om niet van rijstrook te veranderen: • Markeerlampje zijspiegel • Akoestische waarschuwing + knipperend markeerlampje zijspiegel •...
Pagina 263
• Als deze functie niet goed werkt als gevolg van een botsing, krassen, radarstoring of defect, neem dan zo snel mogelijk contact op met NIO. • Als de radar gedurende een langere tijd storingen vertoont en geen storingsgerelateerde waarschuwingen geeft, neem dan zo snel mogelijk contact op met NIO.
Pagina 264
Veiligheidsassistentie Bovenstaande waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen en beperkingen zijn niet volledig en omvatten niet alle situaties die de goede werking van Dodehoekdetectie en Hulp bij rijstrookwisseling kunnen beïnvloeden. Dodehoekdetectie en Hulp bij rijstrookwisseling kunnen door veel factoren worden beïnvloed. Zorg er ter voorkoming van ongevallen altijd voor dat u op het verkeer, de weg en de voertuigomstandigheden let en dat u voorzichtig rijdt.
Veiligheidsassistentie Waarschuwing geopend portier (DOW) Waarschuwing geopend portier geeft visuele en hoorbare waarschuwingen als een van de portieren van het voertuig openstaat en er van achter een voertuig, fietser of voetganger nadert die mogelijk door het portier wordt gehinderd of er zelfs mee in aanraking kan komen.
Pagina 266
• Als deze functie niet goed werkt als gevolg van een botsing, krassen, radarstoring of defect, neem dan zo snel mogelijk contact op met NIO. • Als de radar gedurende een langere tijd storingen vertoont en geen storingsgerelateerde waarschuwingen geeft, neem dan zo snel mogelijk contact op met NIO.
Pagina 267
Veiligheidsassistentie WAARSCHUWING Deze functie wordt niet aanbevolen voor gebruik bij slechte weer, met inbegrip van maar niet beperkt tot zware regen, sneeuw, mist en nevel. Bovenstaande waarschuwingen en aandachtspunten zijn niet volledig en omvatten niet alle situaties die de goede werking van de Waarschuwing geopend portier kunnen beïnvloeden.
Veiligheidsassistentie Waarschuwing kruisend verkeer vooraan Waarschuwing kruisend verkeer vooraan geeft visuele en hoorbare waarschuwingen als het systeem een mogelijk risico op aanrijding met kruisend verkeer vooraan detecteert wanneer uw voertuig vooruit rijdt met een lage snelheid. WAARSCHUWING Cross Traffic Alert is slechts een aanvulling op, en geen vervanging voor, uw visuele waarneming.
Pagina 269
Veiligheidsassistentie zoemer en een waarschuwingsbericht op de schermen dynamische omgevingssimulatie, surroundweergave en parkeerhulp. Gebruiksvoorwaarden voor de Waarschuwing kruisend verkeer vooraan: • De snelheid van uw voertuig is tussen 0 km/u en 15 km/u. • De snelheid van het kruisend verkeer vooraan bevindt zich binnen een bepaald bereik van de normale voertuigsnelheid.
Pagina 270
Veiligheidsassistentie Waarschuwing kruisend verkeer vooraan detecteert kruisend verkeer vooraan mogelijk niet in sommige situaties, met inbegrip van maar niet beperkt tot: • Het voertuig staat zeer ver in een parkeerplaats geparkeerd. • Het voertuig staat in een diagonale parkeerplaats geparkeerd. Radars herkennen obstakels mogelijk niet en verminderen de werking van Waarschuwing kruisend verkeer vooraan in sommige situaties, met inbegrip van maar niet beperkt tot:...
Veiligheidsassistentie Waarschuwing kruisend verkeer achter met remmen (RCTA-B) Waarschuwing kruisend verkeer achter met remmen geeft visuele en hoorbare waarschuwingen en kan zelfs tijdelijk remmen als het systeem een mogelijke aanrijding met kruisend verkeer achter detecteert wanneer uw voertuig achteruit rijdt. WAARSCHUWING Cross Traffic Alert is slechts een aanvulling op, en geen vervanging voor, uw visuele waarneming.
Pagina 272
Veiligheidsassistentie Waarschuwing kruisend verkeer achter in-/uitschakelen Open Instellingen onderaan op het middendisplay en tik op Rijhulp > Waarschuwing kruisend verkeer achter om de functie in of uit te schakelen. Na het inschakelen van Waarschuwing kruisend verkeer achter kunt u het niveau van hulp kiezen: •...
Pagina 273
Veiligheidsassistentie VOORZORG De dynamische omgevingssimulatieweergave kan alleen als referentie worden gebruikt en kan de werkelijke verkeersomstandigheden niet perfect weergeven. Vertrouw daarom niet op de dynamische omgevingssimulatieweergave. Voorzorgsmaatregelen en beperkingen Sommige objecten worden mogelijk niet herkend, met inbegrip van maar niet beperkt tot: •...
Pagina 274
Veiligheidsassistentie • Regen, sneeuw, mist, nevel en ander extreem weer dat de radarprestaties kan beïnvloeden. • In zeldzame gevallen kunnen vanwege de werking van radarherkenning onterechte waarschuwingen worden gegenereerd als gevolg van metalen hekken, groene middenbermen of betonnen muren. WAARSCHUWING Deze functie wordt niet aanbevolen voor gebruik bij slechte weer, met inbegrip van maar niet beperkt tot zware regen, sneeuw, mist en nevel.
Rijhulp Actieve rijstrookverandering (ALC) Actieve rijstrookverandering biedt hulp bij het wisselen van rijstrook en rijstrookcentrering. Als deze functie is ingeschakeld en de omgeving en wegomstandigheden voldoen aan bepaalde vereisten, zal het systeem het voertuig assisteren bij het wisselen naar de aangrenzende rijstrook wanneer dit wordt aangegeven met de richtingaanwijzer.
Pagina 276
Rijhulp • De bestuurder houdt het stuur met beide handen vast. • Rijstrookcentrering is ingeschakeld en werkt goed. • Actieve rijstrookverandering is ingeschakeld en werkt goed. • De sensoren werken goed met een duidelijk zicht. • De huidige snelheid is ongeveer 60-130 km/u. •...
Pagina 277
Rijhulp • Als het systeem detecteert dat aan alle voorwaarden voor het wisselen van rijstrook is voldaan, wordt Actieve rijstrookverandering geactiveerd om te helpen bij het wisselen van rijstrook. Ondertussen wordt de rijstrookmarkering aan de betreffende kant in het blauw weergegeven in de dynamische omgevingssimulatie en zal deze verdwijnen als het wisselen van rijstrook voltooid is.
Pagina 278
Rijhulp verkeer en de wegomstandigheden en op elk moment voorbereid zijn om de controle over te nemen. WAARSCHUWING U moet altijd bevestigen of het veilig en gepast is vóór en tijdens het wisselen van rijstrook. Houd er rekening mee dat de Actieve rijstrookverandering niet kan reageren op voetgangers, obstakels, tegenliggers, enz.
Pagina 279
Rijhulp Voorzorgsmaatregelen en beperkingen Actieve rijstrookverandering kan mogelijk niet helpen bij het wisselen van rijstrook zoals bedoeld. In sommige situaties moet u voorbereid zijn om de controle onmiddellijk over te nemen, met inbegrip van maar niet beperkt tot: • Het voertuig rijdt in een scherpe bocht, zoals bij opritten van snelwegen. •...
Pagina 280
Rijhulp • Het zicht van de camera's wordt verstoord door grote schaduwen van gebouwen, het landschap of grote voertuigen. • Er valt direct licht op de camera. • Bij regen, sneeuw, mist, nevel en ander slecht weer. • Wanneer er uitlaatrook, spetters, sneeuw of stof van voorliggende voertuigen op de camera's terechtkomt.
Pagina 281
Rijhulp • Er kunnen valse waarschuwingen gegeven worden vanwege bepaalde verkeersborden en kegels op autosnelwegen of viaducten. Actieve rijstrookverandering kan obstakels in de huidige en beoogde rijstroken missen of fout identificeren. U moet er altijd zeker van zijn dat het veilig en gepast is om van rijstrook te wisselen, voor en tijdens de handeling.
Pagina 282
Rijhulp • Complexe en veranderende verkeersstromen, zoals drukke kruispunten, op- en afritten en drukke wegen • Bochtige wegen en scherpe bochten • Op hellende wegen omhoog of omlaag • Hobbelige wegen • Smalle wegen • In- en uitritten van tunnels •...
Rijhulp Rijstrookcentrering (LCC) De rijstrookassistent is een systeem dat de auto midden op de rijstrook houdt, samen met de snelheidsregeling en de functie voor afstand houden van de adaptieve cruisecontrol. De rijstrookassistent detecteert voertuigen vóór u met behulp van de HD-camera's, radar met millimetergolven en LiDAR-sensor, en regelt automatisch uw snelheid om een veilige afstand aan te houden.
Pagina 284
Rijhulp WAARSCHUWING Als rijhulpfunctie kan de rijstrookcentrering niet alle situaties aan in alle verkeers-, weers- en wegomstandigheden. U moet altijd letten op het verkeer en de wegomstandigheden en de rijstrookcentrering pas gebruiken of niet zodra uw veiligheid is gewaarborgd. U moet altijd klaar staan om het stuur over te nemen wanneer u merkt dat de omstandigheden van het verkeer, de weg of het voertuig niet geschikt zijn om de rijstrookcentrering te activeren of dat er andere onveilige factoren zijn.
Pagina 285
Rijhulp Vertrouw niet op de rijstrookcentrering om uw voertuig volledig tot stilstand te brengen, ongeacht of het een stilstaand voertuig of een voertuig voor u volgt. WAARSCHUWING De kracht die de rijstrookcentrering op het stuur kan uitoefenen, is lager dan de maximale stuurkracht die tijdens een normale rijstijl op het stuur wordt uitgeoefend.
Pagina 286
Rijhulp 1.. De ingestelde snelheid van de cruisecontrol 2.. De voorligger 3.. Tijd-afstand tot de voorligger 4.. Statuscirkel voor de rijstrookassistent • Niet afgebeeld: De rijstrookassistent is niet ingeschakeld of kan niet worden ingeschakeld, omdat niet aan de vereiste voorwaarden is voldaan. •...
Pagina 287
Rijhulp Als de adaptieve cruisecontrol is ingeschakeld en naar rijstrookmarkeringen begint te zoeken, kunt u het gaspedaal loslaten en de ingestelde snelheid van de cruisecontrol door de rijstrookassistent laten handhaven. • Als er een voertuig voor u rijdt, past de rijstrookassistent de snelheid aan op basis van de snelheid en de afstand tot het voertuig voor u.
Pagina 288
Rijhulp De snelheid van de cruisecontrol aanpassen Wanneer de rijstrookassistent is ingeschakeld, ga naar Instellingen onderaan het middendisplay en tik op Rijondersteuning> Snelheid cruisecontrole aanpassen om een stand voor het aanpassen van de snelheid te selecteren uit de volgende opties: •...
Pagina 289
Rijhulp WAARSCHUWING Wanneer u met deze functie aan rijdt en als het systeem detecteert dat u zich niet in een normale rijtoestand bevindt (u houdt bijvoorbeeld het stuur een langere periode niet vast of u bent langdurig afgeleid en vermoeid of zit niet op uw stoel), activeert het de actieve noodstop als aan de normale werkingsvoorwaarden voor het systeem is voldaan.
Pagina 290
Rijhulp Als u uw voorligger tot stilstand volgt, kan de rijstrookassistent weer worden ingeschakeld door op de knop Omhoog links op het stuurwiel te drukken of het gaspedaal in te drukken; de ingestelde snelheid van de cruisecontrol wordt weer hervat. Wanneer de rijstrookassistent weer is ingeschakeld, wordt de adaptieve cruisecontrol weer ingeschakeld en gaat het systeem op zoek naar rijstrookmarkeringen.
Pagina 291
Rijhulp • Rijstrookmarkeringen onduidelijk, versleten, ontbreken, overlappen zijn of worden verduisterd door schaduwen van andere voertuigen, gebouwen of landschapskenmerken. • Het weggedeelte geen rijstrookmarkeringen heeft, zoals niet-standaard wegen, kruispunten of bij wegwerkzaamheden. • Het weggedeelte speciale rijstrookbelijningen heeft, zoals optische snelheidsremmers of omleidingslijnen.
Pagina 292
Rijhulp • De rijstrookassistent is volledig ingeschakeld inclusief de adaptieve cruisecontrol en de stuurondersteuning. • De rijstrookassistent wordt uitgeschakeld en staat in Stand-by. Het systeem kan niet worden ingeschakeld door op de middelste knop links op het stuurwiel te drukken. VOORZORG De dynamische omgevingssimulatieweergave kan alleen als referentie worden gebruikt en kan de werkelijke verkeersomstandigheden niet perfect weergeven.
Pagina 293
Rijhulp rijstrook wisselt. Daarom moet u ten behoeve van uw veiligheid alert zijn om het op elk moment over te nemen. Wanneer u de rijstrookassistent gebruikt, moet u het stuurwiel vasthouden en uw ogen op de weg voor u houden. •...
Pagina 294
Rijhulp • Als de voorligger binnen ongeveer vijf seconden weer start, start de rijstrookassistent uw auto automatisch en gaat de voorligger weer volgen. U moet zeker weten dat het veilig is om de voorligger te volgen om aanrijdingen te voorkomen. •...
Pagina 295
Rijhulp WAARSCHUWING • Als rijhulpfunctie kan de intelligente snelheidsregeling niet alle situaties aan in alle verkeers-, weers- en wegomstandigheden. U moet altijd letten op het verkeer en de wegomstandigheden en uw eigen beslissing nemen over het al dan niet gebruiken van verkeersbordherkenning en intelligente snelheidsregeling als dit veilig is.
Pagina 296
Rijhulp • Bij regen, sneeuw, mist, nevel en andere slechte weersomstandigheden. • Wanneer uitlaatgassen, spetters, sneeuw of stof omhoog komen dóór voertuigen voor u. • Het beeld van de camera's wordt belemmerd door water, stof, kleine krassen, vet, vuil, ruitenwissers, ijs of sneeuw op de voorruit. •...
Pagina 297
Rijhulp De rijstrookassistent reageert alleen op voertuigen die aan bepaalde voorwaarden voldoen. Bepaalde voorwerpen worden mogelijk niet herkend of er wordt niet op gereageerd, inclusief, maar niet beperkt tot: • Dwarsgeparkeerde voertuigen. • Motorfietsen en driewielers. Op sommige voorwerpen wordt niet gereageerd, inclusief, maar niet beperkt tot: •...
Pagina 298
Rijhulp • Als uw auto plotseling vlak achter uw voorligger gaat rijden of wanneer andere voertuigen plotseling in of uit uw rijstrook rijden, dan kan het voorwerp niet altijd worden geïdentificeerd. U moet dan onmiddellijk de controle over de auto overnemen. VOORZORG •...
Pagina 299
Rijhulp • Slingerende wegen of scherpe bochten. • Wegen op hellingen omhoog of omlaag. • Hobbelige wegen. • Smalle wegen. • In- en uitgangen van tunnels. • Ongewone wegen. • Wegen zonder middenberm. Als de relatieve snelheid tussen uw auto en uw voorligger te hoog is, kunnen de beperkte regelmogelijkheden van de rijstrookassistent onvoldoende zijn om de juiste afstand in sommige situaties te handhaven, inclusief, maar niet beperkt tot: •...
Pagina 300
Rijhulp ongevallen door altijd goed op het verkeer, de weg en de toestand van de auto te letten en altijd oplettend te rijden.
Rijhulp Intelligente adaptieve cruisecontrol (i-ACC) Intelligente adaptieve cruisecontrol richt zich automatisch op de snelheid van de voorligger en wijzigt de snelheid dienovereenkomstig. Wanneer er voor u geen herkenbaar doel is, zal het voertuig rijden met de ingestelde snelheid; wanneer er voor u een herkenbaar doel is, zal het voertuig de snelheid automatisch regelen om de afstand die door de gebruiker werd ingesteld aan te houden.
Pagina 302
Rijhulp Intelligente adaptieve cruisecontrole of dat er andere onveilige factoren zijn. U draagt altijd de eindverantwoordelijkheid voor het handhaven van voldoende afstand en een gepaste snelheid evenals het naleven van de geldende verkeerswet- en regelgeving. WAARSCHUWING Houd tijdens het gebruik van de functie rekening met het volgende: •...
Pagina 303
Rijhulp Intelligente adaptieve cruisecontrol activeren • Middelste knop : Intelligente adaptieve cruisecontrol in- of uitschakelen • Knop omhoog: De ingestelde rijsnelheid verhogen of hervatten. • Knop omlaag: De ingestelde rijsnelheid verlagen • Knop links: De volgafstand verkleinen • Knop rechts: De volgafstand vergroten. Als aan de bedrijfsvoorwaarden is voldaan, kunt u op de knop links in het midden op het stuur drukken om Adaptieve cruisecontrol te activeren.
Pagina 304
Rijhulp Als intelligente adaptieve cruisecontrol is ingeschakeld, kunt u te allen tijde snel de controle over uw voertuig overnemen door het rempedaal in te trappen. In dit geval zal intelligente adaptieve cruisecontrol de voorligger niet meer volgen en hebt u de volledige controle over uw voertuig. Wanneer u het gaspedaal loslaat, zal uw voertuig terugkeren naar de rijsnelheid.
Pagina 305
Rijhulp periode niet vast of u bent langdurig afgeleid en vermoeid of zit niet op uw stoel), activeert het de actieve noodstop als aan de normale werkingsvoorwaarden voor het systeem is voldaan. Intelligente adaptieve cruisecontrol deactiveren Intelligente adaptieve cruisecontrol wordt gedeactiveerd in de volgende situaties: •...
Pagina 306
Rijhulp Houd de linkerknop Omhoog of Omlaag op het stuur ingedrukt om de º snelheid te wijzigen met +/-1 km/u. Druk op de linkerknop Omhoog of Omlaag op het stuur om de rijsnelheid º te verhogen/verlagen naar een snelheid die een veelvoud is van 5 km/u. Als de snelheid bijvoorbeeld 82 km/u is, zal een keer op de linkerknop Omhoog op het stuur drukken de snelheid wijzigen naar 85 km/u.
Pagina 307
Rijhulp Dynamische omgevingssimulatie 1.. De rijsnelheid instellen 2.. De voorligger 3.. Tijd-afstand tot de voorligger 4.. Intelligente adaptieve cruisecontrol statushalo • Niet weergegeven: Intelligente adaptieve cruisecontrol is niet geactiveerd of kan niet geactiveerd worden als niet aan de vereiste voorwaarden is voldaan.
Pagina 308
Rijhulp • Als de voorligger vertrekt, zal adaptieve cruisecontrol het voertuig automatisch beginnen volgen. U moet er zeker van zijn dat het veilig is om de voorligger te volgen, om aanrijdingen te vermijden. • Binnen 5 minuten tijdens het volgen van de voorligger tot volledige stilstand, kan intelligente adaptieve cruisecontrol het voertuig opnieuw beginnen volgen.
Pagina 309
Rijhulp Wanneer de snelheid van het voertuig de snelheidslimiet van de weg overschrijdt, wordt u visueel gewaarschuwd voor een te hoge snelheid. WAARSCHUWING • Als rijhulpfunctie kan de intelligente snelheidsregeling niet alle situaties aan in alle verkeers-, weers- en wegomstandigheden. U moet altijd letten op het verkeer en de wegomstandigheden en uw eigen beslissing nemen over het al dan niet gebruiken van verkeersbordherkenning en intelligente snelheidsregeling als dit veilig is.
Pagina 310
Rijhulp • Er wordt een veilige afstand tussen uw voertuig en de voorligger bewaard. • De alarmknipperlichten zijn uit. • De richtingaanwijzers werken goed. Wanneer aan de hierboven vermelde voorwaarden is voldaan, schakel de linker richtingaanwijzer dan in om de Assistent voor inhalen te activeren. Wanneer u het stuur naar links draait, zal intelligente adaptieve cruisecontrol een veilige afstand tot de voorligger behouden, maar u wat dichter dan de ingestelde afstand laten naderen.
Pagina 311
Rijhulp WAARSCHUWING De inhaalhulp signaleert alleen de auto voor u. Voor uw eigen veiligheid moet u voor en tijdens het inhalen letten op uw omgeving. WAARSCHUWING Wanneer u de inhaalhulp gebruikt, moet u alert zijn op een eventuele plotselinge versnelling of juist te weinig versnelling en steeds bereid zijn om het gaspedaal in te trappen of volledig in te trappen om het over te nemen.
Pagina 312
Rijhulp • Wanneer er uitlaatrook, spetters, sneeuw of stof van voorliggende voertuigen op de camera's terechtkomt. • De camera's worden gehinderd door water, stof, kleine krassen, vet, vuil, ruitenwissers, vorst of sneeuw op de voorruit. • De weg is nat. De LiDAR-sensor herkent obstakels mogelijk niet, wat de prestaties beïnvloedt of in sommige situaties zelfs de niet bedoelde deactivering van Intelligente adaptieve cruisecontrol veroorzaakt, met inbegrip van maar niet beperkt tot:...
Pagina 313
Rijhulp Adaptieve cruisecontrol zal alleen reageren op voertuigen die voldoen aan bepaalde voorwaarden. Sommige objecten worden mogelijk niet herkend, met inbegrip van maar niet beperkt tot: • Dwars geparkeerde voertuigen. • Motorfietsen en driewielers. Op sommige objecten wordt niet gereageerd, met inbegrip van maar niet beperkt tot: •...
Pagina 314
Rijhulp • Het object kan uit het zicht verdwijnen of de afstand tot de voorligger kan fout ingeschat worden als het voertuig zich op een helling bevindt. Bergaf rijden zal de snelheid van het voertuig verhogen, tot boven de ingestelde rijsnelheid. •...
Pagina 315
Rijhulp niet bedoeld deactiveren van adaptieve cruisecontrol kunnen veroorzaken. Zulke omstandigheden omvatten, maar zijn niet beperkt tot: • Water, modder, gaten, sneeuw, ijs, verkeersdrempels of obstakels op de weg. • Een groot aantal voetgangers, fietsers of dieren op de weg. •...
Pagina 316
Rijhulp WAARSCHUWING Deze functie wordt niet aanbevolen voor gebruik bij slechte weer, met inbegrip van maar niet beperkt tot zware regen, sneeuw, mist en nevel. Bovenstaande waarschuwingen, voorzorgsmaatregelen en beperkingen omvatten niet alle situaties die de goede werking van intelligente adaptieve cruisecontrol kunnen beïnvloeden.
Rijhulp Geavanceerde gecombineerde parkeerhulp zonder schakelen (S-APA) Geavanceerde gecombineerde parkeerhulp zonder schakelen helpt u met parkeren. De functie detecteert lijnen op de weg of een parkeerplaats tussen twee voertuigen met behulp van surround view camera's en ultrasone sensoren. Geavanceerde gecombineerde parkeerhulp zonder schakelen werkt voor parallel, evenwijdig en haaks parkeren, maar niet voor 3D-parkeren.
Pagina 318
Rijhulp WAARSCHUWING De prestaties van de geavanceerde parkeerhulp zonder versnellingen met Fusion zijn afhankelijk van de mogelijkheden van de surroundview-camera en ultrasone sensoren om de omgeving in kaart te brengen. Gebruik de geavanceerde parkeerhulp zonder versnellingen met Fusion niet als één van de twee zijspiegels, de surroundview-camera en de ultrasone sensoren beschadigd is of zich in een abnormale positie bevindt.
Pagina 319
Rijhulp 2.. Het voertuig parkeren: Begin na het selecteren van een veilige en geschikte parkeerplaats met parkeren door het volgen van de instructies op het scherm. U moet voortdurend op uw omgeving letten, om te verzekeren dat het proces veilig verloopt. 3..
Pagina 320
Rijhulp • Tik op de Parkeercamera om naar de interface van de surround-weergave te gaan. Tik in de linkerbovenhoek op om het zoeken naar parkeerplaats te starten. Behoud, na het beginnen met zoeken naar een parkeerplaats, een afstand van 0,5-1,5 meter tussen uw voertuig en de beoogde parkeerplaats en rijd vooruit met of langzamer dan 16 km/u om een parkeerplaats te zoeken.
Pagina 321
Rijhulp De geavanceerde parkeerhulp zonder versnellingen met Fusion biedt geen ondersteuning voor het zoeken naar parkeerplaatsen en zijdelings inschuiven in een parkeerplaats. WAARSCHUWING • U moet altijd controleren of en bevestigen dat de gevonden parkeerplaats veilig en geschikt is om te parkeren. Vertrouw bij het zoeken naar geschikte parkeerplaatsen niet alleen op de Geavanceerde Gecombineerde Parkeerhulp zonder Schakelen.
Pagina 322
Rijhulp VOORZORG Laat het rempedaal alleen los wanneer u het commando "Laat het rempedaal en het stuur los" op het middendisplay ontvangt. Anders stopt de automatische parkeerhulp zonder versnelling en rijdt het voertuig achteruit. WAARSCHUWING Laat het rempedaal alleen los wanneer het commando "Laat het rempedaal en het stuur los"...
Pagina 323
Rijhulp Als in het scherm met dubbele weergave 'Parkeren voltooid' wordt weergegeven en de achtergrondkleur van de letter P aan elke kant van het pictogram Mijn voertuig op het digitale instrumentenpaneel groen wordt, is het parkeren voltooid. Na het parkeren moet u mogelijk verdere aanpassingen maken om te verzekeren dat uw voertuig in de optimale parkeerpositie staat.
Pagina 324
Rijhulp VOORZORG Parkeren kan worden onderbroken als u tijdens het parkeren te vaak pauzeert. Geavanceerde gecombineerde parkeerhulp uitschakelen U kunt het parkeren handmatig annuleren op de volgende manieren. Neem onmiddellijk de controle over de snelheid en het stuur na het uitschakelen van Geavanceerde gecombineerde parkeerhulp zonder schakelen.
Pagina 325
Rijhulp Als Geavanceerde gecombineerde parkeerhulp zonder schakelen ongewild wordt geannuleerd, wordt de letter P links of rechts van het pictogram Mijn voertuig op het digitale instrumentenpaneel rood. Voorzorgsmaatregelen en beperkingen Geavanceerde gecombineerde parkeerhulp zonder schakelen werkt mogelijk niet zoals bedoeld bij sommige wegomstandigheden, met inbegrip van maar niet beperkt tot: •...
Pagina 326
Rijhulp Geavanceerde gecombineerde parkeerhulp zonder schakelen werkt mogelijk niet zoals bedoeld vanwege de beperkingen van ultrasone sensoren in sommige situaties, met inbegrip van maar niet beperkt tot: • Een of meer ultrasone sensoren zijn beschadigd, fout geplaatst of geblokkeerd (door modder, ijs of sneeuw). •...
Pagina 327
Rijhulp • Alle aanpassingen van het stuur, met inbegrip van maar niet beperkt tot de stuurbedekking, stuurmodificatie en ring met tegengewicht, zullen het parkeerrisico veroorzaakt door het niet werken of beïnvloed door Geavanceerde gecombineerde parkeerhulp zonder schakelen, verhogen. • Gebruik Geavanceerde gecombineerde parkeerhulp zonder schakelen niet wanneer er een aanhangwagen aan het voertuig bevestigd is.
Pagina 328
Rijhulp Sommige omstandigheden kunnen slechte zichtbaarheid veroorzaken. Gebruik Geavanceerde gecombineerde parkeerhulp zonder schakelen niet in de volgende omstandigheden, met inbegrip van maar niet beperkt tot: • Een van de twee zijspiegels is besmeurd of beschadigd of staat in een abnormale positie. •...
VOORZORG • De locaties van uw voertuig en de NIO-app worden gecontroleerd tijdens het plaatsen van de bestelling. Een bestelling kan niet succesvol worden geplaatst tenzij uw voertuig zich binnen 200 meter van het Power Swap Station bevindt.
Pagina 330
• Als u om wat voor reden dan ook het Power Swap Station moet verlaten, let dan op de wachtrijstatus op de NIO-app of annuleer de bestelling op tijd. • Vermijd de rijstrook voor het station in afwachting van uw oplaadbeurt.
Pagina 331
Rijhulp bandenmaat en prestaties van het voertuig kan van invloed zijn op de parkeerresultaten. • Parkeren kan worden belemmerd als u tijdens het parkeren te vaak pauzeert. • Rijden op hoge snelheid of meerdere parkeerbewegingen kunnen de beveiliging tegen oververhitting van het stuursysteem op gang zetten. Gebruik deze functie gedurende een langere periode niet herhaaldelijk.
Pagina 332
Rijhulp • Als het parkeren wordt gepauzeerd vanwege systeemredenen of actieve interventie, hervat het parkeren dan handmatig na het bevestigen dat de omgeving vrij is van obstakels. Als het parkeren niet hervat kan worden, selecteer dan 'Parkeren annuleren' en stap uit uw voertuig. De specialist ter plaatse zal de accu handmatig voor u wisselen.
Pagina 333
Rijhulp Open tijdens het opladen geen portieren, ga niet schakelen of het rempedaal intrappen of andere acties uitvoeren waardoor het opladen kan worden onderbroken of verstoord. Wanneer de Power Swap is voltooid, licht de middelste display op en wordt een prompt weergegeven.
Rijhulp Indicatiesysteem zijwaartse afstand (SDIS) Het indicatiesysteem zijwaartse afstand bewaakt de weg met ultrasone sensoren wanneer het voertuig met lage snelheid rijdt. Wanneer een obstakel te dicht bij het voertuig komt, wordt de parkeercamera automatisch geactiveerd om te helpen bij de inschatting van de parkeerruimte of het rijden op smalle wegen. WAARSCHUWING Het zijafstand-indicatiesysteem dient alleen als referentie en kan uw visuele waarneming niet vervangen.
Pagina 335
Rijhulp De parkeercamera wordt automatisch geactiveerd als aan alle volgende voorwaarden is voldaan: • Het voertuig staat in DRIVE. • De snelheid is niet hoger dan 21 km/u. • Er zijn obstakels voor uw voertuig en deze bevinden zich dicht bij uw voertuig. Detectiegebieden en afstanden van het indicatiesysteem zijwaartse afstand Gebied Afstand...
Pagina 336
Rijhulp • Als aan de gebruiksvoorwaarden voor het indicatiesysteem voor zijwaartse afstand voldaan is, wordt het parkeercamerascherm automatisch geactiveerd. WAARSCHUWING Deze functie wordt niet aanbevolen voor gebruik bij slechte weer, met inbegrip van maar niet beperkt tot zware regen, sneeuw, mist en nevel. Bovenstaande waarschuwingen omvatten niet alle situaties die de goede werking van het indicatiesysteem zijwaartse afstand kunnen beïnvloeden.
Op deze interface voert de auto een zelfcontrole uit en toont de huidige gezondheidsstatus. U kunt ook het verbruik van de huidige rit controleren in Mijn EL7 > Verbruik en de rit resetten in Totale rit resetten.
Het uitvoeren van dagelijkse voertuiginspecties is zeer belangrijk om de rijveiligheid te verzekeren en voertuigstoringen te verminderen. Controleer volgende zaken dagelijks. Als u problemen opmerkt, neem dan onmiddellijk contact op met NIO om de relevante inspecties uit te voeren. • Controleer of alle buitenverlichting, luidsprekers, richtingaanwijzers en alarmknipperlichten goed werken.
Pagina 340
Niet gepland onderhoud Afhankelijk van de staat van uw auto en de instructies op het middendisplay is het raadzaam contact op te nemen met NIO om uw auto een onderhoudsbeurt te laten geven: •...
Pagina 341
Onderhoud van de auto Afhankelijk van de gebruiksomgeving en de staat van uw auto is het raadzaam om contact op te nemen met NIO voor een controle van uw voertuig. Speciaal onderhoud Als u vaak met uw voertuig rijdt in de volgende veeleisende omgevingen, kunnen aanvullend onderhoud of kortere onderhoudsintervallen nodig zijn.
Onderhoud van de auto Blad van de ruitenwisser voor de voorruit vervangen De ruitenwissers voor de voorruit kunnen regen en vuil van de voorruit verwijderen (in combinatie met de ruitensproeiervloeistof). Als de voorruit nadat u ze met de wissers hebt schoongeveegd vuil wordt of duidelijke, blijvende strepen vertoont waardoor het zicht van de bestuurder afneemt, moet u meteen de ruitenwisserbladen vervangen.
Onderhoud van de auto Het blad van de ruitenwisser van de achterruit vervangen De ruitenwisser van de achterruit verwijdert regendruppels op de achterruit. U kunt het blad van de ruitenwissers van de achterruit als volgt vervangen: 1.. Zet de ruitenwisserarm op de achterruit omhoog en verwijder het blad van de ruitenwisser van de achterruit.
Onderhoud van de auto Ruitensproeiervloeistof voor de voorruit bijvullen Ruitensproeiervloeistof voor de voorruit wordt gebruikt om ervoor te zorgen dat de bestuurder goed zicht door de voorruit behoudt. U kunt de ruitensproeiervloeistof voor de voorruit als volgt bijvullen: 1.. Open de dop van het reservoir van de ruitensproeiervloeistof voor de voorruit en giet de juiste hoeveelheid ruitensproeiervloeistof in het reservoir.
WAARSCHUWING Om het risico op een elektrische hoogspanningsschok bij het openen van de motorkap te voorkomen, neemt u contact op met NIO om de koelvloeistof van het voertuig bij te vullen. De koelvloeistof zorgt dat het vermogenssysteem van de auto binnen het juiste temperatuurbereik blijft werken.
Pagina 346
Onderhoud van de auto 4.. Open de dop van het koelvloeistofreservoir en giet de juiste hoeveelheid koelvloeistof in het reservoir (boven de MIN- en onder de MAX-markering). 5.. Draai de dop van het koelvloeistofreservoir stevig vast. Als u de motorkap sluit, moet u de motorkap met uw handen vasthouden en deze omlaag zetten tot een geschikte hoek.
WAARSCHUWING Om het risico op een elektrische hoogspanningsschok bij het openen van de motorkap te voorkomen, neemt u contact op met NIO om de remvloeistof van het voertuig bij te vullen. Remvloeistof zorgt ervoor dat er remdruk in het hydraulische remsysteem ontstaat.
Pagina 348
Onderhoud van de auto 4.. Open de dop van het remvloeistofreservoir en giet de juiste hoeveelheid remvloeistof in het reservoir (boven de MIN- en onder de MAX-markering). 5.. Draai de dop van het remvloeistofreservoir stevig vast. Als u de motorkap sluit, moet u de motorkap met uw handen vasthouden en deze omlaag zetten tot een geschikte hoek.
Rijd langzaam, rem niet hard en neem geen scherpe bochten. Zet de auto stil zodra dat veilig kan en neem onmiddellijk contact op met NIO. • Als een ventieldop ontbreekt, vervang deze dan zo snel mogelijk.
Pagina 350
Laat de dynamische balans van de band altijd controleren nadat een band is vervangen. • Als de auto niet rechtuit kan rijden, of naar links of rechts trekt, ga dan naar een servicecentrum van NIO om de wieluitlijning te laten controleren en waar nodig af te stellen.
Pagina 351
Onderhoud van de auto • De achterwielen zijn minder versleten dan de voorwielen. Als u ze wilt verwisselen, verwissel de voor- en achterbanden dan in de betreffende posities. We raden u aan om de banden elke 10.000 kilometer per paar te laten uitlijnen.
Onderhoud van de auto Inspectie en onderhoud remblokken en -schijven Druk het rempedaal af en toe lichtjes in tijdens het rijden op natte of ijzige wegen zodat de warmte die wordt gegenereerd door wrijving de remblokken opwarmt en droogt. Hetzelfde moet gedaan worden tijdens het rijden in extreem nat of koud weer.
Onderhoud van de auto Inspectie en onderhoud luchtfilter Open na vervanging, Instellingen onderaan links op het centraal scherm en tik op Comfort binnen > Herinnering luchtfilter om de herinnering te resetten. Deze herinnering is de geschatte levensduur en de werkelijke levensduur kan variëren, afhankelijk van de omgeving en andere factoren.
VOORZORG • Als de 12V-accu vrijwel helemaal is leeggelopen (bijvoorbeeld omdat deze lange tijd niet gebruikt is), neem dan contact op met NIO voor hulp en vervang deze niet zelf. • Voordat u het voertuig verlaat, moet u ervoor zorgen dat alle elektrische systemen, zoals lichten en het mediacentrum, zijn uitgeschakeld en het voertuig op een koele en droge plaats parkeren.
Als u een schrapend geluid of contact aan de onderkant hoort, neem dan onmiddellijk contact op met NIO voor een veiligheidsinspectie van het chassis en de hoogspanningsaccu.
Pagina 356
1.. Tijdens het repareren en onderhouden van de hoogspanningsaccu bij NIO, zullen het accuniveau en de accustatus gecontroleerd worden. Voor accu's die gerecycled moeten worden overeenkomstig relevante wetten en regelgeving, zal NIO de primaire verantwoordelijkheid nemen om ze te recyclen overeenkomstig de marktsituatie op dat moment.
Pagina 357
Onderhoud van de auto Dit symbool op de accu betekent dat dit product niet als huishoudelijk afval behandeld mag worden. Recyclingproces hoogspanningsaccu: De accu's zullen gerecycled en verwijderd worden door NIO of een derde partij aangesteld door NIO.
Onderhoud van de auto Zekeringenkastje onder de motorkap VOORZORG Gebruik geen zekeringen met een stroomsterkte die hoger is dan de nominale stroom. Vervang de doorgebrande zekering alleen door een zekering van dezelfde nominale stroomsterkte en grootte. Naam onderdeel Nominale waarde Beschrijving Koelventilator UR01...
Pagina 359
Onderhoud van de auto motor voorin (voeding KL87) Voeding motor UR08 Relais UR08 luchttoevoereen- heid Blaasopening UR09 Relais UR09 voorin (voeding KL87) Voeding relais- UF01 Zekering UF01 60 A schakelaar UR01 Voeding actieve UF02 Zekering UF02 40 A veiligheidsgordel Regelaar carros- serie (motor...
Pagina 360
Onderhoud van de auto Elektrische UF12 Zekering UF12 10 A schakelmodule (voeding KL87) Voeding klimaa- UF13 Zekering UF13 10 A tregeling/relaiss- poel UR09 Voeding relais- UF14 Zekering UF14 20 A schakelaar UR07 Voeding relais- UF15 Zekering UF15 40 A schakelaar UR08 UF16 Zekering UF16 ...
Pagina 361
Onderhoud van de auto Voeding relaiss- UF28 Zekering UF28 10 A poel UR07...
Onderhoud van de auto Zekeringenkastje instrumentenpaneel VOORZORG Gebruik geen zekeringen met een stroomsterkte die hoger is dan de nominale stroom. Vervang de doorgebrande zekering alleen door een zekering van dezelfde nominale stroomsterkte en grootte. Naam onderdeel Nominale waarde Beschrijving Zekering IF29/ IF30/IF31/IF32/ IF33/IF34/IF35/ IR01...
Pagina 363
Onderhoud van de auto Elektrische IF03 Zekering IF03 10 A schakelmodule (voeding KL30) Remschakelaar IF04 Zekering IF04 10 A (voeding KL30) Voertuigregelaar 1 IF05 Zekering IF05 10 A (voeding KL30) Console infotain- IF06 Zekering IF06 20 A mentsysteem 1 (voeding KL30) Voeding gateway- IF07 Zekering IF07...
Pagina 364
Onderhoud van de auto Voeding LiDAR- IF15 Zekering IF15 10 A sensor Hoofdregelaar IF16 Zekering IF16 30 A ADAS 2 (voeding KL30) Klimaatregelmod- IF17 Zekering IF17 10 A ule (voeding KL30) Voeding buiten- handgreep/bedie- IF18 Zekering IF18 10 A ningsschakelaar bestuurdersportier Voeding relais IF19...
Pagina 365
Onderhoud van de auto Carrosserieregel- IF26 Zekering IF26 20 A module 2 (voeding KL30) Digitaal instru- IF27 Zekering IF27 10 A mentenpaneel (voeding KL30) Voeding radar/ IF28 Zekering IF28 10 A regelaar parkeer- radar Voeding elektroni- IF29 Zekering IF29 10 A sche stuurbek- rachtiging 1 Voeding elektroni-...
Pagina 366
Onderhoud van de auto Middelste lamp IF37 Zekering IF37 15 A achterklep (voeding KL15) Achterlichting IF38 Zekering IF38 10 A links (voeding KL15) Achterlichting IF39 Zekering IF39 10 A rechts (voeding KL15) Voeding carrosser- ieregelaar voor IF40 Zekering IF40 10 A KL15_1/KL15_2 feedback relais/ relaisspoel IR03...
Pagina 367
Onderhoud van de auto steun passagiers- stoel Voeding massage- IF49 Zekering IF49 10 A functie achterpas- sagiers IF50 Zekering IF50 15 A (gereserveerd) Carrosserierege- IF51 Zekering IF51 15 A laar (laden) (voeding KL30) Voeding bediening IF52 Zekering IF52 30 A bestuurdersstoel Voeding bediening IF53...
Pagina 368
Onderhoud van de auto Voeding 1 KL30 IF61 Zekering IF61 20 A regelmodule porti- er rechtsachter Voeding motor 2 IF62 Zekering IF62 40 A remdrukregelaar Voeding relais- IF63 Zekering IF63 50 A schakelaar IR02 Voeding relais- IF64 Zekering IF64 40 A schakelaar IR01 Voeding relais- IF65...
Onderhoud van de auto Zekeringenkastje bagageruimte VOORZORG Gebruik geen zekeringen met een stroomsterkte die hoger is dan de nominale stroom. Vervang de doorgebrande zekering alleen door een zekering van dezelfde nominale stroomsterkte en grootte. Naam onderdeel Nominale waarde Beschrijving TR01 Relais TR01 ...
Pagina 370
Onderhoud van de auto TR12 Relais TR12 (gereserveerd) TR13 Relais TR13 (gereserveerd) TF01 Zekering TF01 (gereserveerd) TF02 Zekering TF02 (gereserveerd) Voeding accuma- TF03 Zekering TF03 10 A nagementeenheid 1 (KL30) Voeding gateway- TF04 Zekering TF04 10 A module 2 carros- serie Voeding ruiten-...
Pagina 371
Onderhoud van de auto Voeding relaiss- TF14 Zekering TF14 10 A poel TR02 Voeding schop- TF15 Zekering TF15 10 A sensor achterklep Console infotain- TF16 Zekering TF16 20 A mentsysteem 2 (voeding KL30) Voeding pyrotech- TF17 Zekering TF17 15 A nische veiligheids- schakelaar TF18...
Pagina 372
Onderhoud van de auto Voeding regeleen- TF33 Zekering TF33 30 A heid versterker 1 Voeding motor TF34 Zekering TF34 30 A achterklep TF35 Zekering TF35 (gereserveerd) Voeding regeleen- TF36 Zekering TF36 30 A heid versterker 2 Voeding flexibele TF37 Zekering TF37 30 A chassisregelaar 1...
Onderhoud van de auto Pre-Fuse-kastje VOORZORG Gebruik geen zekeringen met een stroomsterkte die hoger is dan de nominale stroom. Vervang de doorgebrande zekering alleen door een zekering van dezelfde nominale stroomsterkte en grootte. Nominale waarde Beschrijving PF01 450 A Gelijkstroomomvormer Elektrisch kastje in PF02 200 A...
Onderhoud van de auto Reiniging en onderhoud van de carrosserie Regelmatige wassen en in de was zetten kan de buitenkant van het voertuig beschermen tegen schade door atmosferische invloeden. De regelmaat van wassen en in de was zetten hangt af van de gebruiksfrequentie, parkeeromstandigheden (of het voertuig in een garage, onder een boom of in direct zonlicht staat) en de weersomstandigheden.
Pagina 375
Onderhoud van de auto • Richt tijdens het wassen van het voertuig bij zeer koud weer de waterstraal niet rechtstreeks op de portiergrepen, oplaadpoorten, portieren en schuifdak. Anders kunnen deze bewegende delen vastvriezen. • Gebruik geen schurende sponzen of corrosieve reinigingsmiddelen die de lak kunnen beschadigen.
Pagina 376
Onderhoud van de auto Gebruik geen puntstraalsproeiers of vuilfrezen. Banden mogen niet worden gereinigd met puntstraalsproeiers. Zelfs bij gebruik op afstand en voor een korte tijd, kan een dergelijk mondstuk schade aan de banden aanrichten. Gebruik geen hogedrukreiniger om het typeplaatje van het voertuig schoon te maken.
Pagina 377
Onderhoud van de auto chromen conditioners om de chromen delen schoon te maken. Als u chroomconditioners gebruikt, moet u de producten op het gehele oppervlak en gelijkmatig aanbrengen. Reinig of veeg de chromen delen niet schoon of veeg ze niet af in stoffige of zanderige omgevingen. Wielen Om de aluminium velgen in goede staat te houden, hebben de wielen regelmatig onderhoud nodig.
Pagina 378
Onderhoud van de auto Breng geen folie, was of coating aan op het meetvenster van de LiDAR-sensor. Dit om de goede werking van de LiDAR-sensor te behouden.
Onderhoud van de auto Reiniging en onderhoud interieur Reinig het interieur regelmatig met schoonmaak- of onderhoudsmiddelen om het in goede staat te houden. Stofzuig het interieur eerst, voordat u schoonmaakmiddelen gebruikt. OPMERKING • Sommige kleurstoffen (zoals van donker gewassen jeans of kleding van schapenvacht) kunnen vlekken maken op de bekleding.
Pagina 380
Onderhoud van de auto OPMERKING • Gebruik geen reinigingsmiddelen om het instrumentenpaneel, de airbaghoezen of de lederen bekleding te reinigen. • Om te voorkomen dat het leer vervaagt, mag u het voertuig niet lange tijd in fel zonlicht laten staan. Als u het voertuig in fel zonlicht moet parkeren, bedek dan alle lederen bekleding.
Onderhoud van de auto Toepassing van antibacteriële producten Haptex Haptex kunstleer met antibacteriële eigenschappen door middel van een functionele laag gebaseerd op Biomaster AT300 (werkzame stof zilverchloride CAS-Nr. 7783-90-6) voor gebruik in de bekleding van auto-interieuronderdelen (bijv. stoelen, instrumentenpaneel, console en stijlen): Biedt als antimicrobieel product bescherming tegen grampositieve en gramnegatieve bacteriën (bijv.
Pagina 382
Onderhoud van de auto 3.. PETER coatings met antibacteriële eigenschappen gebaseerd op zilverfosfaatglas (actief bestanddeel CAS-Nr. 308069-39-8) voor gebruik in auto-interieuronderdelen (bijv. portierkruk-inleg, ventilatiepaneel achter, USB- paneel achter en ‘PRND’-ornament): Biedt als antimicrobieel product bescherming tegen grampositieve en gramnegatieve bacteriën (bijv. Staphylococcus aureus en Escherichia coli volgens ISO 22196).
Anhui Jianghuai Automobile Group Fabrikant van de auto Corp., Ltd. Servicenummer NIO Zie de tabel met contactgegevens Officiële website van NIO Zie de tabel met contactgegevens U vindt het certificatielabel van uw auto onderaan op de B-stijl rechts. Merklabel van uw auto:...
Algemene informatie over de auto Instrumentenpaneel en bedieningselementen 1. Elektronische schakelaars op 8. Bedieningspaneel voor noodoproep- binnenhandgrepen en en leeslampjes 2. Bedieningspaneel voor de ruiten 9. NOMI 3. Knoppen op het stuurwiel - links 10. Middendisplay 4. Bedieningshendel voor richtingaan- 11.
Pagina 385
Algemene informatie over de auto 7. Hendel voor ruitenwissers en -sproei- 14. Rempedaal...
Algemene informatie over de auto Waarschuwingssymbolen Naam Waarschuwingssymbool Beschrijving Gevaar! Raak compo- Waarschu- nenten onder wingssymbool hoogspanning niet hoogspanning aan. Hoogspanningscom- ponenten. Gevaar! Waarschu- Raak hoogspannings- wingssymbool componenten niet hoogspan- aan zonder bescher- ningscompo- mende uitrusting om nent 1 elektrische schokken te voorkomen.
Pagina 387
Algemene informatie over de auto laadpoort van de auto. Controleer bij het kiezen van een laadpistool altijd of het symbool op het laadpistool overeen- komt met een van de indicatoren in de laadpoort van uw voertuig: C, K of L. De spanningsbereiken behorende bij deze indicatoren zijn als...
Algemene informatie over de auto Voertuigidentificatienummer (VIN) Het voertuigidentificatienummer (VIN) is rechts van de motorkap gestanst. U vindt het VIN-nummer ook op de volgende locaties: 1.. Onder de motorkap 2.. Bovenste deel aan het uiteinde van de aandrijfmotor voorin 3.. Links van de stijl van het instrumentenpaneel 4..
Pagina 389
Algemene informatie over de auto U kunt het VIN-nummer ook aflezen met het diagnosegereedschap dat aan de auto kan worden gekoppeld (diagnosegereedschap BD2 veiligheidsmodule): 1.. Sluit het diagnosegereedschap aan op de diagnose-interface van de auto en schakel het in. 2.. Start het diagnoseprogramma en log in bij de interface van het diagnosegereedschap.
Algemene informatie over de auto Identificatielabels aandrijfmotoren Het identificatielabel van de voorste aandrijfmotor bevindt zich op het onderste gedeelte van de motor. Het identificatielabel van de achterste aandrijfmotor bevindt zich op het onderste gedeelte van de motor.
Algemene informatie over de auto Aanbevolen vloeistoffen en hoeveelheden Item Product Hoeveelheid Remvloeistof DOT4 0,71 l -40℃ OAT (oplossing van 14,75 l (75 kWh) Koelvloeistof water-ethyleen-glycol 14,5 l (100 kWh) met remmers) Koelmiddel R1234yf 1000 g Ruitensproeiervloeistof Vriespunt<-30℃ Versnellingsbakolie Castrol BOT350M3 1 l (voor), 1,6 l (achter)
Pagina 394
Algemene informatie over de auto 1.. Hoogspanningsregelsysteem 2.. Stekker voor onderbreking van de hoogspanning in noodgevallen 3.. Hoogspanningsverwarming voor klimaatregeling 4.. Airbags 5.. Cilinder van gordijnairbags 6.. Structurele versteviging 7.. Gordijnairbags 8.. 12V-accu 9.. Aandrijfmotor 10.. Hoogspanningsaccu 11.. Laadaansluiting 12.. Regeleenheid airbags 13..
Pagina 395
Algemene informatie over de auto Aandrijfmotor Het aandrijfsysteem voedt de auto door gelijkstroom van de hoogspanningsaccu om te zetten in mechanisch koppel, dat naar de vier wielen wordt gestuurd. Daarnaast kan het systeem kinetische energie herwinnen om de hoogspanningsaccu op te laden en de aandrijfassen achteruit te laten draaien. Het rijsysteem bestaat uit twee aandrijfmotoren.
Specificaties en parameters Afmetingen van de auto Item Waarde Lengte A (mm) 4912 Breedte B (mm) (zonder buitenspie- 1987 gels) Hoogte C (mm) 1720 Wielbasis D (mm) 2960 Spoorbreedte voor E (mm) 1668 Spoorbreedte achter F (mm) 1672 Overhang voor G (mm) Overhang achter H (mm) 1017 Bodemvrijheid (mm)
Specificaties en parameters Massaparameters Item 75 kWh 100 kWh Lege massa (kg) 2346 2366 Massa van de auto in rijklare toestand (inclusief koelvloeistof, olie, brandstof, 2421 2441 gereedschap, reservewiel en bestuurd- er) (kg) Vooras: 1216 1226 Verdeling van deze massa over de assen (kg) Achteras: 1205...
Specificaties en parameters Specificaties velgen en banden Item Waarde 255/50R20 109V XL Specificaties 265/45R21 108Y XL Bandenspanning (bar) 2,6 (onbelast) Wielvluchthoek -0,5±0,5° Totale wielvluchthoek voor 0±0,5° Sporingshoek 0,3±0,2° Naspoorhoek voor 4,7±0,5° Totale naspoorhoek voor 0±0,5° Wielvluchthoek achter -1,3±0,5° Totale wielvluchthoek achter 0±0,5°...
Pagina 399
Specificaties en parameters 1.. Productnaam 2.. Maximale belasting van de banden en maximaal toegestane bandenspanning (die niet voor normaal rijden moeten worden gebruikt) 3.. Bandenmaat 245/45R20 betekent bijvoorbeeld dat de bandbreedte 245 mm is en de hoogte-breedteverhouding is 45, R verwijst naar de radiale structuur van de band en de velgdiameter is 20 inch.
Specificaties en parameters Parameters voor de motor Waarde Item Voor Achter Wisselstroommotor met Wisselstroom-inductie- Type permanente magneet motor Model TZ180S001 YS300S002 Nominaal vermogen / 70/150 35/70 koppel (kW/N·m) Piekvermogen / -koppel 180/350 300/500 (kW/N·m)
Specificaties en parameters Rem- en ophangingsspecificaties Item Waarde Voor Achter Dikte van remblokken (mm) 2-11 Voor Achter Dikte van remschijven (mm) 32-30 20-18 Nominale druk van het reservoir van de luchtver- ing (bar)
120 km/u met de auto worden gereden. Als het lek in de band groot is of als de band beschadigd is, neem dan onmiddellijk contact op met NIO om de band te laten controleren en eventueel vervangen.
Pagina 404
Informatie over banden U kunt de banden op spanning brengen met de pomp in de noodset. Zo pompt u een lege band op: 1.. Parkeer de auto op een veilige plek, doe het veiligheidshesje aan en plaats de gevarendriehoek in de juiste positie. 2..
Pagina 405
Informatie over banden 5.. Zorg ervoor dat het contact van de auto is aangezet, zet de aan-uitschakelaar van de pomp aan en pomp de band op. Als de bandenspanning op 2,6 bar komt, schakelt u de pomp handmatig uit en haalt u deze uit de aansluiting in de auto.
Parkeer de auto zo snel mogelijk op een veilige plek en neem contact op met NIO. U kunt op Mijn EL7 > Gezondheid op het middendisplay tikken om de huidige bandenspanning te controleren die door het bandenspanningscontrolesysteem is gedetecteerd. Als de huidige bandenspanning wordt weergegeven als "--", heeft het systeem geen geldige waarde voor de bandenspanning opgehaald;...
Informatie over banden Sneeuwkettingen Er worden geen sneeuwkettingen bij de auto geleverd, maar u kunt deze wel aanschaffen. Let goed op de volgende punten als u sneeuwkettingen gebruikt: • Bij verkeerd gebruik van sneeuwkettingen kunnen de banden en velgen, en het remsysteem van de auto beschadigd raken.
Informatie over banden Sneeuwsokken Er wordt geen AutoSock bij de EL7 geleverd, maar u kunt ze apart aanschaffen. Let goed op de volgende punten als u AutoSock gebruikt: • Bij verkeerd gebruik van AutoSock kunnen de banden en velgen, en het remsysteem van de auto beschadigd raken.
Informatie over banden Winterbanden De prestaties van de banden nemen af bij lage temperaturen, waardoor de banden minder grip hebben en de kans op schade door een impact toeneemt. Sportieve banden kunnen tijdelijk hard worden wanneer het koud is, waardoor u de eerste paar kilometer de banden kunt horen draaien.
120 km/u. Eenmaal geperforeerd kan de zelfdichtende band niet voor langere perioden gebruikt worden. Als de band ernstig geperforeerd of beschadigd is, neem dan direct contact op met NIO voor inspectie of vervanging van de band. •...
Pagina 411
Informatie over banden • Bandenafdichtmiddel kan alleen gebruikt worden om het profiel en de schouders van de band te repareren. Parkeer de auto op een vlakke en verharde weg, zo ver mogelijk bij het verkeer vandaan. Schakel de auto in de parkeerstand (P). Trek het veiligheidshesje aan, stel de gevarendriehoek op en schakel de alarmknipperlichten in.
Pagina 412
Informatie over banden 5.. Sluit de stekker van de pomp aan op de 12V-aansluiting in de auto. 6.. Zorg ervoor dat de auto is ingeschakeld, zet het bandenvulapparaat aan en begin het afdichtmiddel in de band te pompen. Let op de drukmeter en schakel het bandenvulapparaat uit wanneer de wijzer ≥2,2 bar bereikt (dit duurt vijf tot tien minuten).
Pagina 413
Als de bandenspanning nog steeds lager is dan 2,2 bar, dan betekent dit dat de band ernstig beschadigd is en dat het afdichtmiddel het lek niet kan dichten. Parkeer de auto op een veilige plaats en neem onmiddellijk contact op met NIO. VOORZORG •...
Doe uw veiligheidshesje aan, plaats de gevarendriehoek, schakel de alarmknipperlichten in en neem contact met NIO op om de band te laten vervangen. WAARSCHUWING •...
Pagina 415
Informatie over banden VOORZORG Velgen bevatten een speciale beschermingslaag. Neem bij het verwijderen of installeren van wielmoeren, banden of velgen gepaste voorzorgsmaatregelen om het oppervlak van de velg te beschermen tegen onbedoelde krassen veroorzaakt door harde of scherpe voorwerpen. 5.. Plaats de krik bij het juiste krikpunt. WAARSCHUWING Zorg ervoor dat de krik op correcte wijze onder het krikpunt is geplaatst.
Pagina 416
Informatie over banden 7.. Verwijder de wielbouten en verwissel de lege band. Wanneer u de nieuwe band monteert, moet u ervoor zorgen dat de wielbouten goed zijn uitgelijnd met de montagegaten en dat het metalen oppervlak van de velg goed contact maakt met het montageoppervlak.
In noodgevallen Een gevarendriehoek plaatsen In noodgevallen moet u langzaam met de auto naar een veilige plek rijden, de auto tot stilstand brengen met het rempedaal en de auto in de parkeerstand zetten. Schakel daarna de alarmknipperlichten in met de knop op de middenconsole, zodat andere voertuigen die van achteren naderen worden gewaarschuwd.
Pagina 418
In noodgevallen Instructies voor het plaatsen van de gevarendriehoek: 1.. Klap de steun onder de driehoek uit. 2.. Klap de twee zijkanten van de driehoek uit. 3.. Maak de bevestiging bovenop de driehoek vast.
In noodgevallen Contact opnemen met NIO Bij ongevallen zoals aanrijdingen, overstromingen en brand in de accu moet u onmiddellijk contact opnemen met NIO nadat u de gevarendriehoek hebt geplaatst, en op hulp wachten. WAARSCHUWING Indien er een risico op accubrand bestaat, schakelt het voertuig automatisch de stroomtoevoer uit en geven het instrumentenpaneel en de middendisplay een waarschuwingsbericht weer.
Pagina 420
In dat geval ziet u ook een storingsmelding op het middendisplay en moet u waar nodig contact opnemen met NIO. Gegevensverwerking Het verwerken van persoonsgegevens via het eCall-systeem met 112-verbinding...
Pagina 421
In noodgevallen Soorten gegevens en ontvangers Het eCall-systeem met 112-verbinding in de auto kan uitsluitend de volgende gegevens verzamelen en verwerken: • Voertuigidentificatienummer • Het type voertuig (personenauto) • Het type aandrijfsysteem van de auto (benzine/diesel/cng/lpg/elektrisch/ waterstof) • De laatste drie locaties van de auto en rijrichting. De recentste locaties van de auto worden willekeurig geselecteerd, zodat het IVS niet traceerbaar is en niet constant wordt gevolgd.
Pagina 422
In noodgevallen Neem contact op met NIO voor hulp bij het uitoefenen van de rechten van gegevensonderwerpen en voor de instantie die verantwoordelijk is voor het afhandelen van toegangsrechten. Zie voor informatie over contactgegevens onze Privacymelding voor verbonden voertuigen of de contactgegevens in deze handleiding.
Pagina 423
In noodgevallen Beëindigen NIO TPS eCall kan alleen door het TPS-bedrijf worden beëindigd. Informeer het TPS-bedrijf als de oproep per ongeluk is gemaakt; het TPS-bedrijf zal de oproep voor u beëindigen. Gegevens verzamelen en verwerken voor TPS eCall Gegevensverwerking De noodzakelijke gegevens over uw auto worden verzameld en naar de TSP van...
Pagina 424
In noodgevallen Mobiel nummer gebruiker (optioneel, als de gebruiker is geregistreerd) º • Basisinformatie over de auto Merk/Model/Kleur/Modeljaar º VIN-nummer º...
In noodgevallen De auto met startkabels starten Als de auto niet kan worden gestart omdat de 12V-accu bijna leeg is, dan kunt u de auto starten door startkabels op de 12V-accu van een andere auto aan te sluiten. VOORZORG • Let bij het starten met startkabels op dat de twee voertuigen niet met elkaar in contact komen.
Pagina 426
In noodgevallen 3.. Sluit het andere uiteinde van de rode kabel aan op de pluspool (+) van de 12V- accu van Auto B. 4.. Sluit één uiteinde van de zwarte kabel aan op de minpool (-) van de 12V-accu van Auto B. 5..
De auto in een noodgeval van buitenaf ontgrendelen Wanneer de auto niet op de normale manier kan worden ontgrendeld (bijvoorbeeld met een afstandsbediening, via sleutelloze toegang, met de NIO- app of via NFC), dan kunt u de noodsleutel gebruiken om het portier aan bestuurderszijde te ontgrendelen.
Pagina 428
In noodgevallen 3.. U kunt het bestuurdersportier vergrendelen door de sleutel eerst linksom te draaien voor ontgrendelen en daarna rechtsom te draaien. VOORZORG Als u het voertuig wilt vergrendelen met de sleuteltag wanneer u deze hebt ontgrendeld met de noodsleutel, reset dan de slotcilinder door het portier aan de bestuurderskant te ontgrendelen en vervolgens te vergrendelen, om het voertuig veilig te houden.
In noodgevallen De auto in een noodgeval van binnenuit ontgrendelen Als de hele auto is vergrendeld en het portier in een noodgeval moet worden geopend (bijvoorbeeld wanneer de elektronische schakelaar op de portierhandgreep niet werkt of de auto in het water ligt), trek één keer aan de metalen schakelaar op de binnenhandgreep om het betreffende portier te openen.
In noodgevallen Openen van achterklep in noodgevallen Als u de achterklep wilt openen, tilt u het ovalen plaatje boven het slot aan de binnenkant van de bagageruimte op en verplaatst u de knop in het gat met uw vinger.
De EHBO-kit bevat de noodzakelijke artikelen voor een eerste behandeling in noodsituaties. Raadpleeg de instructies in de EHBO-kit voor specifieke aanwijzingen. De EHBO-kit is 5 jaar houdbaar . Neem contact op met NIO om na het verstrijken van de houdbaarheidsdatum een nieuwe kit te bestellen.
Pechhulpservices Beschermende uitrusting voor reddingsacties Het aandrijfsysteem wordt gevoed door de hoogspanningsaccu. Zware stoten en botsingen kunnen leiden tot elektrische lekkage of elektrolytlekkage. Hierom is het essentieel dat reddingsacties alleen worden uitgevoerd door professionals die gebruik maken van een beschermende uitrusting. WAARSCHUWING Verwijder alle metalen objecten (zoals kettingen en horloges) vóórdat er iets wordt gedaan.
Pechhulpservices Het hoogspanningscircuit onderbreken Als u het hoogspanningscircuit moet onderbreken, koppelt u de noodstekker voor het onderbreken van de hoogspanning los (links onder de motorkap) en koppelt u de kabel los die op de minpool van de 12V-accu is aangesloten (links in de bagageruimte).
Pagina 434
Pechhulpservices 4.. Koppel de stekker voor het onderbreken van de hoogspanning in noodgevallen los om het hoogspanningscircuit te onderbreken. Verwijder de stekker en berg deze op de juiste plek op. 5.. Koppel de kabel los die op de minpool van de 12V-accu is aangesloten. Wikkel iets om de kabel om geleiding door onbedoeld contact te voorkomen.
Pechhulpservices De auto na een ongeval wegslepen VOORZORG Laat uw voertuig niet wegslepen terwijl de banden de grond raken en sleep het voertuig niet direct met sleepkettingen. Waar nodig kan de auto op een auto-ambulance worden vervoerd. 1.. Verwijder de sleepstang uit de noodset in de bagageruimte. 2..
Pagina 436
Pechhulpservices 3.. Laat de auto in de parkeerstand staan, druk op het rempedaal, open Instellingen onderaan het middendisplay en tik op Rijden > Sleep-/wasmodus. De auto geeft de parkeerrem vrij en kan worden gesleept. (Gebruik het wielblok om te voorkomen dat de auto kan bewegen.) 4..
Pagina 437
Pechhulpservices • Trap niet te hard op het rem- of gaspedaal als u de sleep-/wasmodus afsluit via het middendisplay.
Pechhulpservices Reddingsactie bij een te water geraakt voertuig VOORZORG Zorg dat het voertuig zich tijdens het rijden niet voor langere tijd in diep water bevindt. Mocht dit wel gebeuren, kunnen de hoogspanningscomponenten beschadigd raken. Als de carrosserie en de chassis niet beschadigd zijn, zal er geen extra risico bestaan op elektrische schokken.
Pechhulpservices Reddingsactie bij een brandend voertuig WAARSCHUWING • Raak geen enkel deel van het voertuig direct aan in geval van brand. Alle reddingsacties moeten worden uitgevoerd door professionals met gepaste beschermende uitrusting. • Het gas opgeslagen in de gordijnairbagcilinder en in de tank van de hogedrukluchtvering kan mogelijk uitzetten en ontploffen bij hoge temperaturen.
Pechhulpservices Reddingsactie bij een voertuig met acculekkage WAARSCHUWING Als lekkage van de hoogspanningsaccu door een botsing wordt veroorzaakt, dient de reddingsactie uitgevoerd te worden door professionals die gebruik maken van beschermende gezichtschermen en chemicaliënbestendige handschoenen. Raak de vloeistoffen nooit direct aan. In geval van lekkage kan de hoogspanningsaccu hitte opwekken of zelfs een brand doen ontstaan.
Pechhulpservices Zagen in de auto WAARSCHUWING Indien snijwerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door professionele reddingswerkers, dienen deze gebruik te maken van geschikt gereedschap (zoals een hydraulische schaar) en een gepaste beschermende uitrusting om ernstig letsel te voorkomen. De stijlen van de auto zijn van gegoten aluminium om de inzittenden bij een aanrijding te beschermen.