Klimaatregeling in de auto
Bedieningsbalk
U kunt de temperatuur en luchtverdeling in uw auto regelen met de
bedieningsbalk voor de airconditioning onderaan het middendisplay.
1.. Hoofdinterface
Tik om terug te gaan naar de hoofdinterface.
2.. Instellingen
Tik erop om naar de lijst met instellingen te gaan.
3.. Wisselen tussen recirculatielucht en frisse lucht
De huidige luchtstroomstand wordt weergegeven. U kunt op een van de
volgende drie standen tikken om ze te selecteren: recirculatie
automatische recirculatie of frisse lucht
Als de auto in de automatische recirculatie- en frisseluchtstand staat en de
luchtvervuiling ernstig is, wordt de frisseluchtstand automatisch uitgeschakeld
en omgeschakeld naar de recirculatiefunctie om de luchtkwaliteit in de auto
automatisch te regelen.
4.. Temperatuurweergave aan bestuurderszijde
Toont de gewenste temperatuur aan bestuurderszijde. Als u erop tikt, gaat u
naar het bedieningspaneel voor de temperatuur.
Als u naar links of rechts veegt, kunt u de gewenste temperatuur aanpassen.
Het bereik aan bestuurderszijde is 15–31 ℃.
U kunt ook op de pijl drukken om de gewenste temperatuur aan te passen.
Telkens wanneer u op de pijl drukt, wordt de temperatuur met 0,5 ℃
aangepast.
Selecteer "SYNC" om de temperatuur van de airconditioning voor de
passagiers voorin en achterin samen met die van de bestuurderszijde aan te
passen. Als u de temperatuur aan de voorpassagierskant of op de achterste
zitrij handmatig aanpast, wordt de synchronisatiestand verlaten.
5.. De toevoer en hoeveelheid lucht van de airconditioning regelen
Toont de status AAN/UIT van de airconditioning. Tik om het
klimaatregelpaneel uit te vouwen of in te klappen.
, en frisse lucht
Airconditioning
,
.
142