Wanneer de ruitenwissers in de intervalstand staan, kunt u de snelheid van de
ruitenwissers met de snelheidsschakelaar aanpassen. Ga omhoog om de
wisfrequentie te verhogen en omlaag om de wisfrequentie te verlagen.
WAARSCHUWING
Zorg er in de winter voor dat de ruitenwissers niet bevroren zijn en dat er geen ijs of
sneeuw op de voorruit zit voordat u de ruitenwissers aanzet.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat u voldoende ruitensproeiervloeistof gebruikt om de voorruit nat te
houden bij het schoonvegen van de voorruit.
Continu wissen
Ruitenwissers en achteruitkijkspiegels
De functie
Langzaam wissen
van de ruitenwiss-
er voor de voorruit
wordt ingescha-
keld
De functie Snel
wissen van de
ruitenwisser voor
de voorruit wordt
ingeschakeld
Zet de wisserhen-
del omhoog in
deze stand
Zet de wisserhen-
del verder
omhoog in deze
stand
134