Ruitenwissers en achteruitkijkspiegels
De stand van de buitenspiegels afstellen
Ga naar de pagina Instellingen op de bedieningsbalk onderaan het middendisplay
en tik op Stand afstellen > Buitenspiegels afstellen > Afstellen beginnen. Stel
vervolgens met behulp van de stuurwielknoppen de stand van de buitenspiegels
af en tik op Afstellen beëindigen nadat het afstellen is voltooid. U kunt ook op de
hoofdpagina van het middendisplay van links naar rechts vegen om de interface
van Snelle toegang weer te geven en op Buitenspiegels afstellen > Afstellen
beginnen tikken om de stand van de buitenspiegels af te stellen.
De knoppen aan de linkerkant van het stuurwiel worden gebruikt om de
linkerbuitenspiegel af te stellen en de knoppen aan de rechterkant van het
stuurwiel worden gebruikt om de rechterbuitenspiegel af te stellen.
Afstellen:
Omhoog- en Omlaag-knoppen: Bedienen het omhoog en omlaag kantelen van
de buitenspiegels.
Links- en Rechts-knoppen: Bedienen het naar links en naar rechts zwenken van de
buitenspiegels.
Druk: Roteren van één niveau. Druk + houd: Continu roteren.
WAARSCHUWING
Stel de buitenspiegels niet onder het rijden af. Wanneer u dat wel doet, kunt u een
ongeval veroorzaken.
138