Bandenspanning tijdens het trekken van een aanhanger
De bandenspanning moet worden aangepast aan de extra lading van de
aanhanger/drager. Houd de bandenspanning op 290 kPa. De maximaal
toegestane steigingspercentage is 12% voor slepen.
OPMERKING
Bij het trekken mag de technisch toelaatbare maximale massa op de achteras
niet groter zijn dan 15% en de technisch toelaatbare massa van het voertuig in
beladen toestand mag niet groter zijn dan 75 kg. In dergelijke situaties mag de
rijsnelheid niet hoger zijn dan 100 km/u en de bandenspanning van de
achterbanden moet ten minste 20 kPa hoger zijn dan de normaal aanbevolen
bandenspanning.
WAARSCHUWING
Probeer nooit een voertuig met een defecte band te slepen. Tijdelijk gerepareerde
banden zijn niet bestand tegen de trekbelasting. Slepen met defecte of tijdelijk
gerepareerde banden kan leiden tot schade aan de banden en onstabiliteit van
het voertuig.
Handelingen voorafgaand aan het trekken van een aanhanger
Vóór het trekken van een aanhanger moeten de volgende handelingen worden
uitgevoerd:
•
Pomp de band op tot de gespecificeerde bandenspanning voor koude banden
voor het slepen.
•
Zorg ervoor dat u de plaatselijke regelgeving en wettelijke vereisten voor het
trekken van een aanhanger kent en deze in acht neemt.
•
Stel de achteruitkijkspiegels af zodat u een goed zicht naar achteren hebt
zonder voor de hand liggende dode hoeken.
•
Schakel de aanhangwagenmodus in op het middendisplay.
Controleer het volgende:
•
De bestuurder van het trekkend voertuig moet over een C6-rijbewijs
beschikken.
•
De auto moet horizontaal staan bij het aankoppelen aan de trekhaak. Als de
neus van de auto omhoog wordt gedrukt en de achterkant naar beneden,
Opbergvak
115