handmatig wilt in- of uitschakelen, gaat u naar de pagina Instellingen op de
bedieningsbalk onderaan het middendisplay en tikt u op Rijden >
Aanhangwagenmodus. Een van de volgende indicatoren wordt nu op het
instrumentenpaneel weergegeven:
Pictogram
WAARSCHUWING
•
Controleer voordat u gaat slepen of de sleepmodus is ingeschakeld.
•
In geen geval mag de sleepmodus worden uitgeschakeld tijdens het slepen.
Als u dit wel doet, kan dit leiden tot ongevallen.
•
Gebruik de instelling voor het bijstellen van de rijhoogte op het middendisplay
niet om de hoogte van de trekinrichting goed af te stemmen op de hoogte van
de aanhangwagen.
OPMERKING
•
Sommige PILOT-functies (Stuurhulp,Actieve rijstrookverandering enzovoort)
evenals de voetbewegingsensoren, gemakkelijke toegang en ultrasone
sensoren zijn mogelijk niet beschikbaar in de aanhangwagenmodus.
Beschrijving
De auto heeft gedetecteerd dat de
verlichting van de aanhanger is
aangesloten, maar de aanhangwa-
genmodus is niet geactiveerd. Mogelijk
is er al een accessoire op de auto
aangesloten.
De auto heeft een storing in een elektri-
sche aansluiting van de verlichting van
de aanhanger gedetecteerd. Een deel
van of alle verlichting van de
aanhanger kan defect zijn. Voor uw
veiligheid moet u zo snel mogelijk
stoppen en de bedrading of aansluit-
ing van de verlichting van de aanhang-
er op storingen controleren. Als het
probleem is opgelost, maar het rode
pictogram nog steeds wordt weergeg-
even,moet u de aanhangwagenmodus
uit- en daarna weer inschakelen.
Rijbeleving
196