Ingedrukt houden en verschuiven om de snelheid van de ventilator voor te
veranderen. Er zijn acht niveaus, 0 – 8, waarbij op niveau 0 de airconditioning
voor de hele auto wordt uitgeschakeld.
6.. Temperatuurweergave aan passagierszijde voorin
Toont de gewenste temperatuur aan passagierszijde voorin. Als u erop tikt,
gaat u naar het bedieningspaneel voor de temperatuur.
Als u naar links of rechts veegt, kunt u de gewenste temperatuur aanpassen.
Het bereik aan passagierszijde voorin is 15–31 ℃.
U kunt ook op de pijl drukken om de gewenste temperatuur aan te passen.
Telkens wanneer u op de pijl drukt, wordt de temperatuur met 0,5 ℃
aangepast.
7.. De voorruit ontdooien/ontwasemen
Wanneer het ontdooien/ontwasemen van de voorruit is ingeschakeld, wordt
tegelijkertijd de handmatige stand van de airconditioning (AC) ingeschakeld,
gaat de luchtverdelingsstand naar de ontdooistand en gaat de
airconditioning naar de automatische recirculatie-/frisseluchtstand.
Als op de buitenkant van de voorruit condens zit, wordt aanbevolen de
ruitenwissers en automatische klimaatregeling in te schakelen. Als op de
binnenkant van de voorruit condens zit, adviseren wij u de
voorruitontwaseming in te schakelen. Nadat de condens is verdwenen,
schakelt u over op de automatische klimaatregeling en schakelt u de
automatische ontwaseming voor de airconditioning in.
Ga naar de pagina Airconditioning op de bedieningsbalk onderaan het
middendisplay en tik op
ontwaseming van de voorruit wordt automatisch ingeschakeld wanneer op de
binnenkant van de voorruit (een beetje) condens ontstaat.
8.. Applicatiecentrum
Applicaties op het middendisplay van de auto.
9.. Volume aanpassen
De standaardwaarde is 50%. Tik en schuif naar links of rechts om het volume
aan te passen.
Demp het geluid door de knop ingedrukt te houden, en nogmaals de knop
ingedrukt te houden om het volume te herstellen en terug te keren naar het
volumeniveau van vóór het dempen.
Bedieningspaneel voor de airconditioning
Voor toegang tot het bedieningspaneel voor de airconditioning tikt u op de
bedieningsbalk onderaan het middendisplay op de knop voor de airconditioning
en schakel Automatische ontwaseming in. De
Airconditioning
143