brandend lampje in de bijbehorende knop
geven aan welke functie u hebt geselecteerd.
Zie de tabel op pagina 78.
6. AC – Aan/Uit (ON/OFF)
ON : De airconditioning staat
aan. De airconditioning wordt
automatisch geregeld. De
binnenkomende lucht wordt
dan automatisch afgekoeld
en van vocht ontdaan.
OFF : De airconditioning staat uit.
Bij het activeren van ontwasemingsfunctie
wordt automatisch ook de airconditioning inge-
schakeld (uit te schakelen met de knop AC ).
N.B.
Het effect van de ontwasemingsfunctie van
de klimaatregeling met vochtsensor neemt
sterk af, wanneer u de airconditioning hebt
uitgeschakeld ( OFF ) of handmatig een
bepaalde luchtverdeling en ventilatorsnel-
heid hebt gekozen.
7 en 8. Elektrisch verwarmde
voorstoelen
(optie op bepaalde markten)
Doe het volgende om de
voorstoel te verwarmen:
– Hoog verwarmingsniveau
Eenmaal op de knop drukken
– beide lampjes branden.
– Laag verwarmingsniveau
Een tweede keer op de knop drukken – één
lampje brandt.
– Verwarming uit
Een derde keer op de knop drukken – geen
van de lampjes brandt.
9. Elektrische achterruit- en
buitenspiegelverwarming
Schakel de elektrische ver-
warming in om ijs en wasem
van de achterruit en de bui-
tenspiegels te verwijderen.
Wanneer u op de schakelaar
drukt, wordt de verwarming
van de achterruit en de bui-
tenspiegels geactiveerd. Het brandende
lampje in de schakelaar geeft aan dat de func-
tie actief is.
Uitschakeling verloopt handmatig of automa-
tisch. Druk voor handmatige uitschakeling op
de knop. Afhankelijk van de buitentempera-
tuur wordt de verwarming van de achterruit en
de buitenspiegels na 12–20 minuten automa-
tisch uitgeschakeld.
03 Klimaatregeling
Elektronische klimaatregeling, ECC (optie)
Bij koud weer blijft de verwarming echter lan-
ger dan 20 minuten actief om te voorkomen
dat de achterruit en buitenspiegels bevriezen
1
of beslaan.
De verwarmingsstand wordt afge-
stemd op de buitentemperatuur. In dat geval is
uitschakelen alleen handmatig mogelijk.
10. Temperatuurknop
Met deze knop kunt u de
temperatuur aan de bestuur-
ders- en passagierszijde
onafhankelijk van elkaar wor-
den instellen.
Met een druk op de knop,
activeert u slechts één zijde
geactiveerd. Wanneer u de knop nogmaals
indrukt, activeert u de andere zijde. Bij een
derde keer indrukken zijn beide zijden weer
geactiveerd.
Het lampje in de knop en het display boven
het klimaatregelingspaneel geven aan welke
zijde actief is.
Bij het starten van de motor wordt de laatst
verrichte instelling hervat.
N.B.
Let erop dat de passagiersruimte niet snel-
ler warm of koud wordt, wanneer u een
hoger of lagere temperatuur kiest dan de
gewenste.
1
Afhankelijk van de markt en de gekozen opties
03
77