06 Starten en rijden
Lading vervoeren
Algemene informatie
Het laadvermogen is afhankelijk van de extra
accessoires die op de auto gemonteerd zijn,
zoals een trekhaak, lastdragers, skibox e.d.
alsmede van het totaalgewicht van de inzitten-
den en kogeldruk. Het laadvermogen van de
auto moet tevens worden verminderd met het
gewicht van het aantal inzittenden. Zie
pagina 236 voor informatie over de toelaat-
bare gewichten.
WAARSCHUWING
Afhankelijk van de belading van de auto en
het zwaartepunt van de lading treden er wij-
zigingen in de rijeigenschappen op.
Lading vervoeren in bagageruimte
Zet de motor af en trek de handrem aan bij het
in- en uitladen van lange voorwerpen. Wan-
06
neer u met de lange bagage tegen de versnel-
lingspook/keuzehendel aankomt, kan de auto
in beweging komen.
U kunt de passagiersstoel/achterbank neer-
klappen en de hoofdsteunen verwijderen om
de bagageruimte te verlengen (zie pagina 92).
Plaats de bagage stevig tegen de rugleuning
van de stoel ervoor.
• U kunt de hoofdsteunen verwijderen om
beschadiging te voorkomen.
154
• Breng brede voorwerpen in het midden
aan.
• Zware voorwerpen moet u zo laag mogelijk
aanbrengen. Plaats geen zware voorwer-
pen op het neergeklapte ruggedeelte.
• Dek scherpe randen met iets zachts af om
de bekleding en het grote glazen oppervlak
van de achterklep te beschermen.
• Zet alle bagage met riemen of bevesti-
gingsbanden aan de verankeringsogen
vast.
WAARSCHUWING
Vergeet niet dat een voorwerp met een
gewicht van 20 kg tijdens een frontale bot-
sing bij een snelheid van 50 km/h zich kan
gedragen als een voorwerp met een
gewicht van 1000 kg.
WAARSCHUWING
Zorg dat de lading nooit boven de rugge-
deelten uitsteekt.
Anders biedt het opblaasgordijn dat schuil-
gaat achter de plafondbekleding mogelijk
geen bescherming meer.
Zorg dat u de bagage altijd goed verankert.
Bij krachtig remmen kan de bagage namelijk
gaan schuiven en inzittenden verwonden.
Lastdragers gebruiken
Om schade aan de auto te voorkomen en voor
maximale veiligheid tijdens het rijden wordt u
geadviseerd de lastdragers te gebruiken die
door Volvo voor uw auto ontwikkeld zijn.
Volg de montagevoorschriften die bij de last-
dragers worden geleverd nauwkeurig op.
• Controleer regelmatig of de lastdragers en
de lading goed vastzitten. Zet de lading
stevig vast met sjorbanden.
• Verdeel het gewicht van de lading gelijkma-
tig over de lastdragers. Leg de zwaarste
voorwerpen onderop.
• Naarmate u meer lading op het dak ver-
voert, vangt de auto meer wind en neemt
het brandstofverbruik toe.
• Rijd rustig. Trek bij voorkeur niet te snel op,
rem niet te hard en maak niet te scherpe
bochten.
WAARSCHUWING
Bij het vervoer van lading op het dak ver-
schuift het zwaartepunt en treden er wijzi-
gingen op in de rijeigenschappen van de
auto.