06 Starten en rijden
Motor starten
ROETFILTER VOL ZIE GEBR. HANDL.
het display van het instrumentenpaneel.
U start de regeneratie van het filter door met
de auto op een secundaire weg of op een
snelweg te rijden totdat de motor voldoende
op temperatuur is gekomen. Daarna rijdt u
nog ca. 20 minuten verder.
Na afloop van de regeneratie verdwijnt de
melding automatisch.
BELANGRIJK
Als het filter helemaal met deeltjes gevuld
is, kan het onbruikbaar worden. De motor
start dan moeilijk en de kans bestaat dat het
filter moet worden vervangen.
Gebruik bij koud weer de standverwarming
(optie), zodat de motor sneller op temperatuur
06
komt.
Contactsleutels en elektronische
startblokkering
Laat de contactsleutel nooit samen met
andere sleutels of metalen voorwerpen aan
dezelfde sleutelbos hangen. Als u dat wel
doet, kan de elektronische startblokkering per
ongeluk worden geactiveerd.
122
op
Contact- en stuurslot
0 – Blokkeerstand
Het stuurslot blokkeert het
stuurwiel, wanneer u de
sleutel uit het contactslot
neemt.
I – Radiostand
Sommige onderdelen van
het elektrische systeem kun-
nen worden ingeschakeld.
Het elektrische systeem van
de motor is echter uitge-
schakeld.
II – Rijstand
De stand waarin de contact-
sleutel tijdens het rijden
staat. Het elektrische sys-
teem van de auto is inge-
schakeld.
III – Startstand
De startmotor wordt inge-
schakeld. Wanneer u nadat
de motor is aangeslagen de
sleutel loslaat, veert deze
automatisch terug in de rij-
stand.
Als de sleutel tussen twee standen in staat
kan er een tikkend geluid te horen zijn. Draai
de sleutel in dat geval eerst naar stand II en
daarna terug om het geluid te laten verdwij-
nen.
Bij een geactiveerd stuurslot
Als de voorwielen dusdanig staan dat het
stuurslot belast wordt, kan er een waarschu-
wing op het informatiedisplay verschijnen met
de melding dat de motor niet kan worden
gestart.
1. Neem in dat geval de sleutel uit en draai
aan het stuurwiel, zodat het stuurslot
opgeheven wordt.
2. Houd het stuurwiel in dezelfde stand
vast terwijl u de sleutel weer in het
contactslot steekt en een nieuwe start-
poging doet.
WAARSCHUWING
Neem de contactsleutel nooit tijdens het rij-
den of het slepen uit het contactslot. U
loopt anders het gevaar dat het stuurslot
wordt geactiveerd, waardoor de auto onbe-
stuurbaar wordt.
WAARSCHUWING
Neem bij het verlaten van de auto altijd de
contactsleutel uit het contactslot. Dit geldt
in het bijzonder wanneer er kinderen in de
auto achterblijven.
Zorg dat het stuurslot actief is, wanneer u de
auto verlaat. Zo beperkt u de kans op diefstal.