Zie pagina 66 voor het instellen van een
passende inschakelduur.
4. Achterklep — Wanneer u de knop een-
maal indrukt, ontgrendelt u alleen de
achterklep.
N.B.
Bij gebruik van deze knop gaat de achter-
klep niet open.
5. Paniekfunctie — U kunt de paniekfunctie
gebruiken om in noodgevallen de aan-
dacht van anderen te trekken.
Als u de rode knop ten minste drie secon-
den lang indrukt of tweemaal achtereen
binnen drie seconden indrukt, worden de
richtingaanwijzers, de interieurverlichting
en de claxon geactiveerd.
U kunt deze functie met dezelfde knop
weer uitschakelen, als de functie mini-
maal 5 seconden actief geweest is.
Als u niets doet, wordt de functie na
30 seconden automatisch uitgeschakeld.
BELANGRIJK
Het smalle gedeelte van de afstandsbedie-
ning is extra gevoelig omdat zich daar de
chip bevindt. U kunt de auto niet starten, als
de chip beschadigd is.
Afneembaar sleutelblad
1
U kunt het afneembare sleutelblad van de
afstandsbediening gebruiken om:
• het bestuurdersportier handmatig te ope-
nen, als de centrale vergrendeling niet te
bedienen is vanaf de afstandsbediening (zie
pagina 102 en pagina 105);
• de toegang tot het dashboardkastje te
blokkeren (zie pagina 102).
05 Sloten en alarm
Afstandsbediening met sleutelblad
Sleutelblad verwijderen
Haal het sleutelblad als volgt uit de afstands-
bediening:
– Duw de veerbelaste pal (1) opzij, terwijl u
het sleutelblad (2) recht naar achteren trekt.
Sleutelblad aanbrengen
Wees voorzichtig wanneer u het sleutelblad in
de afstandsbediening terugplaatst.
– Houd de afstandsbediening met de puntige
kant omlaag en laat het sleutelblad in de
groef vallen.
– Druk lichtjes op het sleutelblad om het in
positie te blokkeren. U hoort daarbij een
klik.
05
101