Download Print deze pagina

Volvo V50 2007 Instructieboekje pagina 216

Advertenties

– Druk kort op de toets AUTO (7).
De tekst
Autom.
verschijnt op het display.
– Druk op een voorkeurtoets.
– Druk op de voorkeurtoets waaraan u de
voorkeurzender wilt koppelen en houd de
toets ingedrukt, totdat de melding
Zender opgeslagen
op het display ver-
schijnt.
De radio verlaat de automatische stand waarna
u de vastgelegde voorkeurzender kunt gebrui-
ken.
Scannen
Met SCAN (4) wordt een frequentieband auto-
matisch doorzocht op goed te ontvangen zen-
ders. Wanneer er een zender is gevonden,
wordt deze ca. acht seconden lang weergege-
ven voordat de zoekfunctie wordt voortgezet.
Scan-functie activeren/deactiveren
– Kies de frequentieband met AM/FM .
– Druk op SCAN om de functie te activeren.
De tekst SCAN verschijnt op het display.
Beëindig de functie met een druk op SCAN of
EXIT .
Gevonden zender als voorkeurzender
vastleggen
Terwijl de functie Scan actief is, kunt u een
gevonden zender als voorkeurzender vastleg-
gen.
– Druk op een voorkeurtoets en houd deze
ingedrukt, totdat de melding
Zender opgeslagen
op het display ver-
schijnt.
De Scan-functie wordt beëindigd waarna u de
vastgelegde zender als voorkeurzender kunt
gebruiken.
RDS-functies
RDS (Radio Data System) verbindt FM-zenders
in een netwerk met elkaar. Een FM-zender in
een dergelijk netwerk verstuurt bepaalde infor-
matie, zodat een RDS-radio onder meer de vol-
gende mogelijkheden biedt:
• Automatisch overschakelen op een beter
doorkomende zender als de ontvangst in
een bepaald gebied slecht is.
• Zoeken op programmatype zoals zenders
die verkeersinformatie of nieuws doorgeven.
• Weergeven van informatieve tekst over het
beluisterde radioprogramma.
Sommige radiozenders maken geen gebruik
van RDS of alleen in beperkte mate.
Programmafuncties
Met de radio in de stand FM kunt u radiozen-
ders met een bepaald programmatype zoeken.
Als er een zender met het gewenste program-
matype is aangetroffen, kan de radio vervol-
gens op deze zender overschakelen en de
weergave van de actieve geluidsbron onderbre-
ken. Als de cd-speler bijvoorbeeld actief is,
wordt de weergave daarvan tijdelijk onderbro-
ken. De uitzending met het gekozen program-
matype wordt weergegeven op een vooraf
bepaald volume (zie pagina 217). Na afloop van
10 Infotainment
Radiofuncties
de uitzending van het gekozen programmatype
geeft de radio de voorgaande geluidsbron
opnieuw weer op het volume dat u daarvoor
had ingesteld.
De programmafuncties alarm (ALARM),
verkeersinformatie (TP), nieuws (NEWS) en
programmatypes (PTY) worden in volgorde van
belangrijkheid weergegeven, waarbij geldt dat
alarm de hoogste prioriteit geniet en de pro-
grammatypes de laagste. Zie EON en REG op
pagina 217 voor meer informatie over het
onderbreken van uitzendingen. U kunt van pro-
grammafunctie veranderen via het menusys-
teem (zie pagina 210).
Weergave van onderbroken geluidsbron
hervatten
Druk op EXIT om de weergave van de onder-
broken geluidsbron te hervatten.
Alarm
De functie wordt gebruikt om de bevolking
attent te maken op ernstige ongelukken of
calamiteiten. U kunt de functie alarm niet tijde-
lijk onderbreken of deactiveren. De melding
ALARM!
verschijnt op het display, wanneer er
een alarmmelding wordt verzonden.
Verkeersinformatie, TP
Bij activering van deze functie wordt
de weergave van de actieve geluids-
bron onderbroken voor een uitzen-
ding met verkeersinformatie via het
RDS-netwerk van de zender waarop is afge-
10
215

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

S40 2007