Als de waarschuwingslampjes
voor het remsysteem en ABS
tegelijkertijd branden, kan er een
storing in de remkrachtverdeling
zijn opgetreden.
– Breng de auto op een veilige plaats tot
stilstand en zet de motor af.
– Start de motor opnieuw.
– Rijd verder als beide lampjes uitgaan.
– Als de lampjes echter blijven branden, moet
u het peil in het remvloeistofreservoir con-
troleren (zie pagina 189).
– Als de lampjes blijven branden ondanks dat
het peil van de remvloeistof in orde is, moet
u de auto uiterst voorzichtig naar een
erkende Volvo-werkplaats rijden om het
remsysteem te laten controleren.
– Als het peil lager is dan het MIN -streepje
van het remvloeistofreservoir dient u niet
verder te rijden met de auto. Laat de auto
naar een erkende Volvo-werkplaats slepen
om het remsysteem te laten controleren.
WAARSCHUWING
Als de waarschuwingslampjes voor het
remsysteem en ABS tegelijkertijd branden,
bestaat het gevaar dat de achtertrein bij
krachtig remmen gaat slippen.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening
Waarschuwing, portieren niet
gesloten
Als een van de portieren, de motorkap
achterklep niet goed afgesloten is, wordt u
daarop attent gemaakt.
Lage snelheid
Als de auto met een snelheid van
maximaal 7 km/h rijdt, gaat het
informatielampje branden en ver-
schijnt een van de volgende mel-
dingen op het display:
BESTUURDERSPORTIER OPEN,
PASSAGIERSPORTIER OPEN,
ACHTERPORTIER LINKS OPEN,
MOTORKAP OPEN
of
ACHTERPORTIER RECHTS
OPEN. Breng
de auto op een veilige plaats tot stilstand en
sluit het portier dat of de achterklep die open
is.
Hoge snelheid
Als de auto sneller rijdt dan
7 km/h, gaat het lampje branden
en wordt tegelijkertijd een van de
meldingen uit de vorige alinea op
het display weergegeven.
1
Alleen auto's met alarm
Controle- en waarschuwingslampjes
Waarschuwing achterklep
Als de achterklep open is, gaat
het informatielampje branden en
1
of de
op het display verschijnt
ACHTERKLEP
OPEN.
02
43