Download Print deze pagina

Volvo V50 2007 Instructieboekje pagina 77

Advertenties

03 Klimaatregeling
Elektronische klimaatregeling, ECC (optie)
3. Recirculatie
Deze functie kan worden
ingeschakeld als u vieze
lucht, uitlaatgassen en der-
gelijke buiten wilt houden. De
lucht in de passagiersruimte
wordt dan gerecirculeerd. Er
03
komt met andere woorden
geen lucht van buiten de auto in, wanneer
deze functie actief is. Als de lucht in de auto te
lang recirculeert, kan de binnenzijde van de
ruiten beslaan.
Timer
Met de timerfunctie beperkt u (wanneer de
recirculatiefunctie geselecteerd is), de kans op
ijs, beslagen ruiten en een slechte luchtkwali-
teit. Zie Persoonlijke instellingen, pagina 65
voor het in- en uitschakelen van deze functie.
N.B.
Wanneer u de ontwaseming (4) selecteert,
wordt de recirculatie altijd uitgeschakeld.
3. Interior Air Quality System (optie)
(dezelfde knop als de recircu-
latie)
Het Interior Air Quality Sys-
tem bestaat uit een combifil-
ter met een Air Quality Sen-
sor. Het combifilter ontdoet
de binnenkomende lucht van gassen en stof-
76
deeltjes en beperkt zo hinderlijke geurtjes en
verontreinigingen in de passagiersruimte.
Wanneer de sensor een verhoogde concen-
tratie meet, wordt de luchtinlaat afgesloten
zodat de lucht in de passagiersruimte recircu-
leert. Wanneer de Air Quality Sensor actief is,
brandt het groene lampje ( A ) in de knop.
Air Quality Sensor activeren:
– druk op AUTO (1) om de Air Quality Sensor
te activeren (normale instelling).
Of:
– Selecteer een van de volgende drie functies
door verschillende malen op de recircula-
tieknop te drukken.
• De Air Quality Sensor is actief – het
lampje ( A ) brandt.
• De recirculatie is niet actief (tenzij dit nodig
is voor koeling bij warm weer) – geen van
de lampjes brandt.
• De recirculatie is actief – het lampje ( M )
brandt.
Let erop dat:
• U de Air Quality Sensor het beste altijd
ingeschakeld moet laten staan.
• Er bij koud weer beperkingen voor de recir-
culatiefunctie gelden om te voorkomen dat
de ruiten beslaan.
• U beter de ontwaseming voor de voorruit,
achterruit en zijruiten kunt inschakelen,
wanneer de ruiten beslaan.
4. Ontwaseming
Met deze knop kunt u de
voorruit en de zijruiten snel
ontwasemen en ontdooien.
De ventilator draait dan op
hoge snelheid en stuurt lucht
naar de ruiten. Het lampje in
de ontwasemingsknop
brandt, wanneer de functie ingeschakeld is.
Bij activering van de ontwasemingsfunctie
vindt bovendien het volgende plaats om de
lucht in het interieur zoveel mogelijk van vocht
te ontdoen:
• de airconditioning (AC) wordt automatisch
ingeschakeld (uit te schakelen met de
knop AC (5);
• de recirculatie wordt automatisch uitge-
schakeld.
Bij het uitschakelen van de ontwaseming her-
vat de klimaatregeling de voorgaande instel-
lingen.
5. Luchtverdeling
Door op de knoppen voor de
luchtverdeling te drukken,
kunt u de luchtstroom naar
wens verdelen over de ruiten,
de passagiersruimte en de
vloer.
Een symbool op het display boven het bedie-
ningspaneel van de klimaatregeling en een

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

S40 2007