Download Print deze pagina

Volvo V50 2007 Instructieboekje pagina 213

Advertenties

10 Infotainment
Audiofuncties
met MODE . De melding
– Kies
iPod
of
USB
Apparaat aansl.
verschijnt op het display.
10
– Sluit het opslagmedium van uw keuze aan
via de aansluiting in het opbergvak van de
middenconsole (zie bovenstaande afbeel-
ding).
De tekst
Aan het laden
verschijnt op het dis-
play, wanneer het systeem bezig is met het
indexeren van de bestanden op het opslag-
medium. Dit duurt enige tijd.
Na het indexeren verschijnen de trackgege-
vens op het display, waarna u een bepaalde
track kunt selecteren.
U kunt op een van de volgende twee manieren
een track selecteren:
• draai de knop TUNING (4) links- of
rechtsom
• of maak gebruik van de pijl-links of pijl-
rechts van de navigatieknoppen (6) om
naar de track van uw keuze te springen.
Als de auto is uitgerust met een toetsenset op
het stuurwiel, kunt u ook via de toetsenset van
track veranderen.
N.B.
Het systeem biedt ondersteuning van
muziekbestanden in de meest voorko-
mende formaten zoals mp3, wma en wav.
Er zijn met andere woorden muziekforma-
ten die niet door het systeem worden
ondersteund.
212
USB-geheugen
Om het gebruik van een USB-geheugen te
vereenvoudigen is het beter alleen muziekbe-
standen in het geheugen op te slaan. Het
indexeren duurt aanzienlijk langer, wanneer er
behalve compatibele muziekbestanden nog
andere bestanden op het opslagmedium
staan.
Mp3-speler
Veel mp3-spelers werken met hun eigen
bestandssysteem die niet ondersteund worden
door het Infotainmentsysteem. Om een derge-
lijke mp3-speler te kunnen aansluiten op het
systeem, dient de speler in de stand USB
Removable device/Mass Storage Device staan.
iPod-speler
De iPod wordt bijgeladen en gevoed door het
systeem middels de aansluitkabel. Als de bat-
terij in de iPod echter helemaal uitgeput is,
dient u deze eerst op te laden alvorens de
iPod aan te sluiten.
N.B.
Wanneer u muziek op een aangesloten iPod
beluistert, hanteert het Infotainmentsys-
teem een menustructuur vergelijkbaar met
die van de iPod. Zie de gebruiksaanwijzing
bij de iPod voor gedetailleerde informatie.
Zie het instructieboekje bij het accessoire
USB-/iPod-interface voor meer informatie.
Audio-instellingen
Audio-instellingen bijregelen
Door te drukken op de knop SOUND kunt u
de onderstaande opties doorlopen. U stelt de
opties in door aan de TUNING te draaien.
BAS
– Niveau van de lage tonen.
TREBLE
– Niveau van de hoge tonen.
FADER
– Balans tussen de luidsprekers
voor- en achterin.
BALANS
– Balans tussen de luidsprekers
links en rechts.
1
SUBWOOFER
Niveau voor lagetonen-
luidspreker. De subwoofer moet ingescha-
keld zijn om het niveau bij te kunnen
regelen (zie pagina 213).
2
MIDDEN
– Niveau voor de middenluid-
spreker. Driekanaals stereoweergave of
Pro Logic II moet zijn ingeschakeld om het
niveau bij te kunnen regelen (zie pagina 213).
2
SURROUND
– Niveau voor de zogeheten
Ambient Surround Sound. Driekanaals ste-
reoweergave of Pro Logic II moet zijn inge-
schakeld om het niveau bij te kunnen
regelen (zie pagina 213).
1
Optie
2
Premium Sound

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

S40 2007