Foetaal SpO
2
Foetale telemetrie
Hoofdstuk 23 - Trainings evaluatie
24. a. Plaats de sensor met het rode licht op het nagelbed. Sluit de kabel aan op
de SpO
connector. De waarde zal weergegeven worden.
2
b. Een icon van een pleth curve.
c. Vijf minuten; 2,5 minuut.
d. Eld van de volgende zaken vormen een beperking voor het verkrijgen van
een betrouwbare SpO
manchet zit, verkeerd geplaatste sensor, veneuze pulsaties, dye
verdunningsmiddel of ander niet functioneel hemoglobline, shock,
hypothermie, gebruik van vaatverwijdingsmiddelen.
25. A. Alarm status indicator: als de doorgekruiste bel weergegeven wordt, staan
de alarmen Uit.
B. Signaalkwaliteit indicator brandt: geeft de sterkte aan van het signaal dat
de monitor verkregen heeft.
C. Puls indicator: licht op in samenhang met de foetale polsfrequentie als de
pulserende activiteit acceptabel van kwaliteit is.
D. Waarde weergave venster: FSpO
status indicator symbolen. Raadpleeg de FSpO
paragraaf in deze gebruiksaanwijzing over de definitie van de status
indicator die in dit plaatje wordt weergegeven.
26. A en C.
27. Zender, ontvanger.
28. Elke twee van deze situaties: zender staat uit, zender is buiten het ontvangst
bereik, zender en ontvanger hebben geen corresponderend serienummer en
frequentie, batterijen in de zender zijn leeg of zender is defect.
29. Een interface kabel.
30. De stappen zijn:
_6_ de transducer kabels aansluiten en zender aanzetten.
_3_ de interface kabel tussen de ontvanger en de foetale monitor aansluiten.
_4_ de ontvanger inschakelen.
_5_ de transducer kabels van de foetale monitor afhalen en dan aanzetten.
_2_ een batterij in de zender plaatsen.
_1_ controleren of het zender en ontvanger nummer overeenkomt.
M1350 XM, XMO Foetale bewaking praktijktest
: SpO
sensor aan dezelfde arm als waar de NIBD
2
2
verschijnt en zo nu en dan samen met
2
problemen oplossen
2
227