Problemen oplossen
Beperkingen
150
Zoals bij elke meettechniek, bestaan ook hier omstandigheden waaronder
nauwkeurige puls-oxymetriewaarden niet mogelijk zijn.
•
Als de NIBD-manchet op dezelfde arm is aangebracht als de SpO
transducer, is meting tijdens het oppompen niet mogelijk. Dit kan
leiden tot de melding "geen pols". Als SpO
zijn, breng de vingertransducer en de manchet dan op
verschillende armen aan.
•
Puls-oxymetrie kan onjuiste SpO
nabijheid van:
– COHb, MetHb en SulfHb
– Kleurstofoplossende middelen/andere disfunctionele
hemoglobinen
– Geïnjecteerde kleurstoffen
– Veneuze pulsatie
•
Aanzienlijke reductie van de pulsatiele flow in de arteriën en
arteriola kan nauwkeurige meting bemoeilijken. De reductie kan
veroorzaakt zijn door:
– Shock
– Hypothermie
– Gebruik van vasoactiva
•
Interferentie kan veroorzaakt worden door:
– Veel omgevingslicht
– Elektromagnetische interferentie
– Veel patiëntbeweging en vibratie
waarden onacceptabel
2
waarden opleveren in de
2
Hoofdstuk 17 - Maternale puls-oximetrie (SpO
2
)
2